Dit document is geschreven voor blinde en slechtziende gebruikers van MuseScore 3. Het is niet bedoeld om een volledige beschrijving te bieden van alle functies van MuseScore. Je moet dit lezen in samenhang met de reguliere MuseScore documentatie.
MuseScore bevat ondersteuning voor de gratis "open source" NVDA screen reader voor Windows. De functies in dit op deze pagina zijn getest in Windows met NVDA. Er is beperkte ondersteuning voor andere schermlezers zoals Jaws voor Windows of VoiceOver voor macOS, die wellicht anders werken of wellicht helemaal niet. In het algemeen zullen de menu's en vensters met iedere schermlezer maar voor het lezen van de noten in de partituur is het nodig om NVDA te gebruiken.
Vanaf MuseScore 3.3 zijn de meeste functies van MuseScore toegankelijk en kan het worden gebruikt om partituren te lezen en te bewerken. In voorgaande versie was het bewerken van een partituur zeer beperkt.
Wanneer je MuseScore voor de eerste keer uitvoert, worden er een aantal vragen gesteld. Het advies is om de standaard keuzes te gebruiken en "nee" te kiezen bij de vraag of de rondleidingen moeten worden weergegeven omdat deze nog niet toegankelijk zijn.
Wanneer je MuseScore start, wordt het Starthulpscherm weergegeven. Dit laat een lijst met recente partituren zien die je kunt kiezen met Shift+Tab en vervolgens de pijltjes naar links en rechts te gebruiken. Het is wellicht makkelijker om de partituren direct vanuit het Bestand menu te open, in dat geval kun je op Esc drukken om het venster te sluiten. Misschien is het zelfs handiger om dit venster permanent uit te schakelen. Na het sluiten van het starthulpscherm open je in het menu Bewerken (Alt+E) het item Voorkeuren... en verwijder je het vinkje bij "Laat starthulpscherm zien" in het tabblad Algemeen en daarna sluit je dit venster.
MuseScore bevat sneltoetscombinaties voor veel functies en aan andere functie kun je later zelf sneltoetscombinaties toewijzen in Bewerken, Voorkeuren, Sneltoetscombinaties.
De gebruikersinterface in MuseScore werkt net als in andere notatie programma's en andere document georiënteerde programma's in het algemeen. Het heeft een enkel document venster waarin je kunt werken met een partituur. MuseScore ondersteunt wel meerdere document-tabbladen in dit venster.
Het ondersteunt ook een weergave in deelvensters waarmee je met twee documenten gelijktijdig kunt werken. Er kunnen meerdere tabbladen in elk venster voorkomen.
Daarnaast beschikt MuseScore over een menubalk die je kunt openen via de snelkoppelingen voor de individuele menu's:
Hint: zodra je een menu geopend hebt, kan het nodig zijn dat je meerdere keren op de pijltjes Omhoog of Omlaag toetsen moet drukken voordat alles gelezen gelezen. Het kan ook zijn dat de schermlezer niet meer reageert, om truc om de schermlezer weer aan de gang te krijgen is door te drukken op Alt waarmee de focus op de menubalk wordt gezet en daarna op Esc te drukken om terug te keren naar de partituur. Soms kan het ook helpen om naar een andere applicatie te wisselen en weer terug te keren naar MuseScore.
Naast de menubalk zijn er ook een aantal werkbalken, paletten en deelvensters binnen MuseScore. Je kunt door de besturingselementen heen stappen met de Tab (of met Shift+Tab om terug te keren) toets. Wanneer je MuseScore start, of een partituur laadt, zou het documentvenster de focus moeten hebben.
Indien er niets geselecteerd is (druk op Esc om een eventuele selectie ongedaan te maken) druk je op de Tab-toets om naar een werkbalk te gaan met een reeks knoppen voor opdrachten zoals Nieuw, Open, Afspelen, enzovoort. De Tab-toets zal de knoppen overslaan die momenteel niet actief zijn. De namen en sneltoetsen (indien van toepassing) voor deze knoppen moeten worden gelezen door de schermlezer.
Indien je alle knoppen van de werkbalk hebt doorlopen, zal de Tab-toets je naar de Paletten leiden. Die worden gebruikt om diverse elementen aan een partituur toe te voegen.
Indien er een element in de partituur is geselecteerd dan zal het volgende venster dat benaderd wordt door het drukken op de Tab-toets het instellingenoverzicht zijn, wat gebruikt wordt om verschillende handmatige aanpassingen te maken aan de partituur. De meeste van deze functie zijn gerelateerd aan de visuele weergave van de partituur (sommige zijn van toepassing op het afspelen).
Als je één van de optionele vensters, zoals het selectiefilter hebt geopend, dan zal de Tab-toets ook deze bezoeken. Je kunt de vensters die je niet nodig hebt sluiten door naar het menu Weergave te gaan en ervoor te zorgen dat geen enkel van de eerste reeks selectievakjes is aangevinkt (de reeks boven de "Bekijk dichterbij" optie). Standaard zullen alleen de paletten en het instellingenoverzicht geselecteerd zijn. F9 kan worden gebruikt om het paletten venster te sluiten en F8 voor het instellingenoverzicht.
Om de focus terug op het partituur venster te krijgen, nadat je de werkbalken en de deelvensters hebt bezocht, druk je op Esc. Dit maakt ook een eventuele selectie die je in de partituur venster gemaakt hebt ongedaan. De selectie wordt automatisch hersteld wanneer je verder gaat met het navigeren middels onderstaande opdrachten.
Wanneer je MuseScore 3 voor het eerst start, wordt er standaard een lege partituur geladen. Als je wilt experimenteren met de verschillende bewerkingsfuncties, dan is dit een goede plek om te beginnen. Anders zul je waarschijnlijk willen beginnen met het laden van een partituur. MuseScore gebruikt de standaard sneltoetsen voor toegang tot de systeem commando's zoals:
Ctrl+O (Mac: Cmd+O) om een bestand te openen, Ctrl+S (Mac: Cmd+S) om op te slaan, Ctrl+W (Mac: Cmd+W) om te sluiten enz.
Als je Ctrl+O (Mac: Cmd+O) gebruikt om een partituur te laden, wordt er een vrij standaard dialoogvenster getoond. MuseScore kan uiteraard partituren in zijn eigen formaat (MSCZ of MSCX) openen maar kan ook partituren importen in standaard MusicXML formaat, in MIDI-formaat en nog een paar andere programma's zoals Guitar Pro, Capella en Band-in-a-Box. Zodra je een partituur hebt geladen, wordt deze weergegeven in een nieuw tabblad binnen het partituur-venster. Je kunt wisselen tussen de tabbladen in het partituur-venster met Ctrl+Tab (geldt niet voor Mac). Hint: als de naam van de partituur in de huidige tab niet wordt gelezen, vraag NVDA dan de titelbalk voor te lezen.
Er zijn een paar interessante dingen die je kunt doen met een geladen partituur naast het noot voor noot lezen. Je kunt op de spatiebalk drukken om de partituur af te spelen. Je kunt Bestand / Exporteer... gebruiken om te converteren naar een ander formaat, zoals PDF, PNG, WAV, MP3, MIDI, MusicXML, enz. En natuurlijk kun je het afdrukken via Bestand / Druk af of Ctrl+P (Mac: Cmd+P).
Als een partituur meerdere instrumenten bevat, kan het zijn dat gekoppelde partijen reeds zijn aangemaakt. Gekoppelde partijen worden gepresenteerd als partij tabbladen binnen partituur tabs, maar op dit moment is er geen manier om naar deze deel tabbladen met het toetsenbord navigeren. De partijen zouden normaal gesproken geen informatie bevatten die anders is dan de partituur, ze worden gewoon anders weergegeven (elke partij op zijn eigen pagina). Als een partituur geen partijen heeft dan kun je deze aanmaken via Bestand / Partijen... en dat venster is toegankelijk. Als je de partijen wilt af te drukken, dan kunt je dat doen door de partijen te exporteren met behulp van de het Bestand / Exporteer Partijen... venster wat, in één stap, automatisch alle partijen exporteert naar PDF (of andere formaten) en deze kunnen vervolgens worden afgedrukt.
Zodra een partituur word geopend dan is het partituur venster actief maar er is dan niets geselecteerd. De eerste stap om een partituur te kunnen lezen is door iets te selecteren en de meest gebruikelijke plaatst om bij te beginnen is bij het eerste element in de partituur. Nadat een partituur is geopend gebruik je Alt+Rechts (Mac: Alt+Rechts) om het eerste element te selecteren, het meest waarschijnlijk de titel. Ctrl+Home (Mac: Cmd+Home) selecteert het eerste "muzikale" element (meestal een sleutel of begin maatstreep).
Als je door de elementen navigeert dan zal de NVDA de naam van het element dat geselecteerd is laten horen. Je hoort dat het de naam van het element zegt (bijvoorbeeld, "G-sleutel") en het geeft je ook de informatie over de positie (bijvoorbeeld, "Maat 1; Tel 1; Notenbalk 1; Viool"). De hoeveelheid informatie die wordt gelezen is geoptimaliseerd om geen informatie te herhalen die niet gewijzigd is. Door te drukken de op Shift toets kun je het lezen onderbreken, dat kan soms ook handig zijn.
De meeste navigatie in MuseScore gaat middels de noten en rusten - het zal muzieksleutels, toonsoorten, maatsoorten, maatstrepen en andere elementen overslaan. Als je gebruik maakt van de standaard Rechts en Links pijltjes toetsen om door de partituur te verplaatsen dan hoor je alleen informatie over de noten en rusten (en de elementen die daar aan gekoppeld zijn). Er zijn echter twee speciale navigatie opdrachten die bruikbaar zijn om een meer compleet beeld te geven van de partituur:
Deze opdrachten omvatten ook de muzieksleutels en andere elementen die de andere navigatie opdrachten overslaan en navigeren ook door alle stemmen in de huidige notenbalk, waarbij de andere opdrachten zoals Rechts en Links alleen navigeren in de geselecteerde stem totdat je expliciet van stem wisselt. Als je bijvoorbeeld op een kwartnoot op de eerste tel van de eerste maat bent en er zijn twee stemmen in die maat, dan ga je door het indrukken van het pijltje naar Rechts naar de volgende noot van stem 1 - die op de tweede tel staat - terwijl het indrukken van Alt+Rechts (Mac: Option+Rechts) in de eerste maat zal blijven en dan doorgaat met de noot van de tweede stem. Zodra je alle noten gehad hebt op de huidige tel in de huidige notenbalk dan gaat dit commando verder op de volgende tel. De bedoeling van deze opdracht is dat het je helpt bij het navigeren door een partituur waarvan je inhoud nog niet kent.
Zodra je naar een element navigeert, dan zal de screen reader de beschikbare informatie daarover geven. Voor noten en rusten wordt ook de informatie gegeven van de elementen die eraan gekoppeld zijn, zoals liedtekst, articulatie, akkoordsymbolen, etc.
Een belangrijke opmerking: Omhoog en Omlaag zowel zelfstandig als in combinatie met Shift of met Ctrl / Cmd zijn geen bruikbare toetsen voor het navigeren! Zij verhogen of verlagen de toonhoogte van de geselecteerde noot of noten. Pas op dat je hiermee niet per ongeluk de partituur aanpast wanneer je deze aan het lezen bent. De pijl omhoog en omlaag kunnen alleen worden gebruikt in combinatie met Alt voor het navigeren. Zie de lijst met navigatie opdrachten hieronder.
De volgende snelkoppeling zijn beschikbaar om "horizontaal" door de partituur te verplaatsen:
De volgende snelkoppelingen zijn beschikbaar om "verticaal" door de partituur te verplaatsen:
De Alt+Omhoog en Alt+Omlaag opdrachten hebben eenzelfde betekenis als de Alt+Rechts en Alt+Links opdrachten in de zin dat deze ontwerpen zijn om de inhoud van een partituur te ontdekken. Je hoeft niet te weten hoeveel noten er in een akkoord zitten, hoeveel stemmen er in de notenbalk staan of hoeveel notenbalk er in de partituur aanwezig zijn om "verticaal" door de partituur te verplaatsen met deze opdrachten.
Het is mogelijk om bepaalde elementen zoals liedteksten of akkoordnamen uit te sluiten bij het lezen van de partituur door gebruik te maken van het selectie filter (F6). Verwijder de vinkjes bij de elementen die je niet wilt lezen.
Met de spatiebalk wordt het afspelen gestart en gestopt. Het afspelen start met de noot die geselecteerd is, gaat verder waar het afspelen is gestopt of start aan het begin van de partituur bij het voor eerste keer starten van het afspelen.
MuseScore ondersteunt het afspelen in een lus zodat je een gedeelte kunt herhalen om het te oefenen. Om de "in" en "uit" positie van de lus in te stellen gebruik je het Afspeelpaneel (F11):
Je kunt het afpelen van de lus en andere afspeel parameters, zoals het wijzigen van het basis tempo van een partituur, in het Weergave / Afspeelpaneel (F11) aanpassen.
Hoewel sommige geavanceerde partituurbewerkingstechnieken visuele inspectie van de partituur vereisen en een klein aantal pf-commando's de muis kan vereisen, zijn de meeste partituurbewerkingsfuncties vanaf MuseScore 3.3 volledig toegankelijk.
Je kunt muziek invoeren in de standaard lege partituur (een partituur met één notenbalk, met een pianogeluid), of een bestaande partituur bewerken die je hebt geopend, of je kunt een nieuwe partituur maken met de instrumenten die je wilt.
Gebruik Bestand, Nieuw of Ctrl+N om een nieuwe partituur te maken. Een wizard leidt je vervolgens door het proces voor het maken van de partituur.
Het eerste scherm van de wizard bevat velden om de titel, de componist en andere informatie in te voeren. Met de tweede kunt je een sjabloon selecteren (vooraf gedefinieerde partituren voor ensembles zoals koor SATB of jazz big band) of instrumenten selecteren. Met de derde kun je de initiële toonsoort en het tempo selecteren. Soms wordt dit scherm overgeslagen, als dit gebeurt drukt je op de knop Terug om terug te gaan. Gebruik Omhoog en Omlaag om een toonsoort te selecteren. De toonsoort keuze werkt niet goed met sommige schermlezers, maar als je de opdracht "lees huidige regel" geeft (bijvoorbeeld NVDA + L), wordt de momenteel geselecteerde sleutel gelezen. In het volgende en laatste scherm van de wizard kun je de initiële maatsoort, opmaat (anacrusis) en het aantal maten selecteren om mee te beginnen.
Zodra je een partituur hebt, kun je deze gaan bewerken.
Om noten in te voeren, moet je in de nootinvoermodus zijn. Navigeer eerst naar de maat waarin je noten wilt invoeren en druk vervolgens op N. Bijna alles voor nootinvoer is ontworpen om via het toetsenbord toegankelijk te zijn en de standaarddocumentatie zou goed moeten zijn om je bij dit proces te helpen. Houd er rekening mee dat MuseScore in de noteninvoermodus of in de normale modus kan staan en dat het niet altijd duidelijk is in welke modus actief is. Druk bij twijfel op Esc. Als je in de nootinvoermodus was, zal deze worden afgesloten. Als je in de normale modus was, blijf je daar, hoewel je ook je selectie verliest.
Het basisproces van het invoeren van noten is om eerst een duur te selecteren (bijvoorbeeld met behulp van snelkoppelingen 4-5-6 voor achtste, kwart, half) en vervolgens een noot in te voeren door de letternaam te typen. Nadat een duur is geselecteerd, kun je meerdere noten van dezelfde duur invoeren. Druk op 0 om een rust in te voeren.
Met de toetsen Omhoog en Omlaag verhoog of verlaag je de toonhoogte van een noot met een halve stap en waarmee voortekens kunnen worden toegevoegd. Druk op J om de enharmonische spelling van een noot te wijzigen.
Om een overbinding in te voeren, selecteer je de duur van de gebonden noot en druk je op +. Om triolen te maken, selecteer je de totale duur van de triool en druk je vervolgens op Ctrl+3 (op dezelfde manier voor kwartool en andere antimetrische figuren). Als je muziek in meerdere stemmen op een enkele notenbalk wilt invoeren, schakel je om door het indrukken van Ctrl+Alt plus een cijfer van 1 tot en met 4 voor die stem (houd er rekening mee dat de eerste stem voor elke notenbalk altijd stem 1 is).
Er is nog veel meer mogelijk voor het invoer van noten in MuseScore. Zie daarvoor het gedeelte over noteninvoer in het handboek.
MuseScore ondersteunt de gebruikelijke sneltoetscombinaties voor selectie. Navigeren is hetzelfde als het selecteren voor afzonderlijke elementen. Om een reeks elementen te selecteren, navigeer je naar de eerste, houd je Shift ingedrukt en navigeer je naar de tweede. Ctrl+A selecteert de volledige partituur.
Zoals eerder vermeld, worden veel andere symbolen dan noten ingevoerd vanuit het palettenvenster. Het basis gebruik is: selecteer eerst het element of de elementen in de partituur waarop je het palet elememt wilt toepassen en pas vervolgens het paletelement toe. Er zijn een paar verschillende manieren om het paletelement te selecteren.
De eenvoudigste methode om in eerste instantie te gebruiken, is om eenvoudig door het palettenvenster te bladeren met het toetsenbord. Druk op Shift+Tab om het palettenvenster te bereiken. De schermlezer kan je niet specifiek vertellen dat je in het palettenvenster bent, maar je zult ontdekken dat je daarin bent tijdens het navigeren. Afhankelijk van of je de paletten eerder hebt gebruikt, kan de focus zijn waar je gebleven was of bovenaan. Druk een paar keer op Tab om naar het eerste palet in het venster te gaan (Muzieksleutels). Je kunt door de lijst met paletten bladeren met de pijltjes toetsen Omhoog en Omlaag. De rechter pijltjes toets opent een palet en vervolgens kunnen alle vier de pijltjes toetsen worden gebruikt om door de elementen te navigeren (ze staan in een tabel). Je kunt ook Tab gebruiken om door de paletnamen en inhoud te navigeren.
Zodra je een paletitem hebt gevonden dat je wilt toepassen, druk je op Enter om het toe te passen op de momenteel geselecteerde partituur-elementen en de focus terug te brengen naar de partituur. De volgende keer dat je op Shift+Tab drukt om terug te keren naar de paletten, wordt het laatst gebruikte paletitem weer geselecteerd, dus zal Enter het opnieuw toepassen. De schermlezer reageert mogelijk niet meer na het toepassen van een paletitem, ook al is de focus weer op de partituur, maar de truc om op Alt te drukken gevolgd door Esc zou het weer moeten laten werken.
Je kunt ook de zoekfunctie voor paletten gebruiken om snel een paletitem te vinden. Het zoekvak is één van de eerste elementen bovenaan het palet, zodat je er naartoe kunt navigeren of je kunt een snelkoppeling (Bewerken, Voorkeuren, Sneltoetscombinaties) definiëren voor de opdracht "Zoeken in palet", die je vervolgens rechtstreeks naar het zoekvak brengt. Zodra je in het vak bent, typ je de eerste paar tekens van een zoekterm en worden alleen paletitems weergegeven die overeenkomen met die zoekopdracht. Je kunt vervolgens naar de zoekresultaten navigeren en het gewenste element vinden. De pijl omlaag brengt je rechtstreeks naar het eerste zoekresultaat, daarna kun je de pijl naar rechts gebruiken.
Een andere manier om het palettenvenster te bereiken is met de sneltoetscombinatie F9, waarmee het palettenvenster wordt in- en uitgeschakeld. Standaard is het palettenvenster geopend, dus als u op F9 drukt, wordt het gesloten, maar als je er nogmaals op drukt, wordt het venster geopend en wordt de cursor in het zoekvak geplaatst.
Er is nog een andere handige techniek voor de toegankelijkheid van paletten en dat is de opdracht "Pas huidig palet element toe" (waarvoor je een snelkoppeling kunt definiëren). Als je in de partituur bent, past dit het laatst gebruikte paletelement automatisch toe (het equivalent van Shift+Tab gevolgd door Enter).
Sommige elementen kunnen worden toegevoegd of bewerkt via menuopdrachten of sneltoetsen. Het menu Bewerken heeft standaard kopieer- en plakopdrachten (en de gebruikelijke sneltoetsen werken ook). Het menu Voeg toe heeft opdrachten om noten, antimetrische figuren, maten, kaders, tekst en enkele lijnen toe te voegen. Het menu Opmaak heeft opdrachten die voornamelijk betrekking hebben op de visuele weergave van de partituur (bijv. pagina- en notenbalkgrootte, positie en grootte van symbolen, lettertypen die voor tekst worden gebruikt), wat uiterst nuttig kan zijn bij het produceren van grote afdrukken, ook wel "aangepaste notenbalk notatie" partituren genoemd (zie hieronder). Het menu Gereedschappen heeft een aantal andere handige opdrachten, waaronder opdrachten om maten of andere geselecteerde bereiken te verwijderen, een selectie te transponeren, samen te voegen en maten te splitsen, en meer. elk van deze opdrachten heeft standaard sneltoetsen die moeten worden gelezen door een schermlezer. Je kunt aangepaste sneltoestcombinaties voor de meeste anderen definiëren in Bewerken, Voorkeuren, Sneltoestcombinaties.
Er zijn ook snelkoppelingen voor een aantal paletitems en de mogelijkheid om andere te definiëren (hoewel veel paletitems dit momenteel niet ondersteunen). Enkele handige sneltoetsen om te weten zijn:
Ctrl+T: notenbalktekst
Alt+Shift+T: tempo
Ctrl+L: liedtekst
Ctrl+K: akkoordsymbool
Ctrl+M: repetitieteken
S: legatoboog
Shift+S: staccato
Shift+V: accent
Shift+N: tenuto
Shift+O: marcato
schuine streep: siernoot
kleiner dan: crescendo
groter dan: diminuendo
Je kunt de sneltoetsen aanpassen door het menu Bewerken te openen, Voorkeuren te selecteren en vervolgens naar het tabblad Sneltoetscombinaties te navigeren. Eenmaal daar, brengt Tab je naar de lijst met snelkoppelingen en kun je direct in de lijst navigeren met de cursortoetsen Omhoog en Omlaag, maar het is een zeer lange lijst. Je kunt in plaats daarvan nog een paar keer op Tab drukken om het zoekvak te bereiken en vervolgens de eerste paar tekens van de opdracht typen om de lijst te filteren en vervolgens terug naar de lijst navigeren.
Zodra je de opdracht hebt gevonden die je wilt aanpassen, druk je op Enter. Je kunt vervolgens op de toetsencombinatie drukken die je als snelkoppeling wilt gebruiken. Het kan een enkele toets zijn, een toets met Shift, Ctrl en/of andere modificaties of zelfs een reeks of twee of meer toetsen die achtereenvolgens worden ingedrukt. Nadat je de gewenste snelkoppeling hebt ingevoerd, druk je op Tab om naar de knop Voeg toe of Vervang te gaan (Tab is de enige toets die niet wordt geïnterpreteerd als onderdeel van een sneltoetsreeks). Als je Annuleren bereikt zonder ooit Voeg toe of Vervangen te zien, betekent dit dat de gekozen sneltoets conflicteert met een andere. Navigeer terug naar waar je de snelkoppeling hebt getypt en deze zal je de naam vertellen van de opdracht waarmee het conflicteert. Druk op Tab om naar de knop Wissen te gaan en probeer het opnieuw met een andere snelkoppeling.
Op een gegeven moment kunnen we een aantal speciale voor snelheden geoptimaliseerde snelkoppelingen bieden. Er is al een faciliteit in het snelkoppelingsvenster om snelkoppelingsdefinities op te slaan en te laden, dus het is mogelijk om snelkoppelingsdefinities met andere gebruikers te delen.