Toonsoorten worden toegepast op de partituur vanuit het "toonsoort" palet.
De initiële toonsoort wordt ingesteld in pagina/stap 2 van de nieuwe partituur dialoog.
Gebruik een van de volgende methoden:
Opmerking: Het is ook mogelijk, hoewel ongebruikelijk, om een midden in de maat een wijziging van toonsoort toe te voegen door een noot te selecteren en vervolgens op een toonsoort in het palet te klikken of door de toonsoort naar een noot te slepen.
Als je een toonsoort aan slechts één notenbalk wilt toevoegen en andere ongewijzigd wilt laten, gebruik dan een van de volgende:
Als je de toonsoort van slechts één notenbalk wilt selecteren, houd dan de Ctrl ingedrukt (Mac: Cmd) en klik dan op de toonsoort.
Gebruik een van de volgende methoden:
Om de toonsoort op slechts één notenbalk te vervangen houd je Ctrl ingedrukt (Mac: Cmd) voordat je bovenstaande bewerkingen uitvoert.
Om toonsoorten alleen aan het begin van een partituur en bij een toonsoortverandering te tonen:
Alle toonsoortherinneringen verbergen/weergeven (aan het einde van systemen):
Om een bepaalde toonsoortherinnering te verbergen/weer te geven:
Voorzichtigheid is geboden bij het werken in geschreven toonhoogte en het rechtstreeks toepassen van een toonsoort op een transponerend instrument. Een Bb-klarinet wordt bijvoorbeeld een toon hoger geschreven dan hij klinkt, dus om de klarinet in G majeur weer te geven, moet je een toonsoort van F majeur uit het palet toepassen. Enzovoort.
Sommige instrumenten (bijv. Franse hoorn) worden conventioneel geschreven zonder toonsoort. Om dit te bereiken moet je een open/atonale lokale toonsoort aan de notenbalk toevoegen (dit wordt al gedaan in partituren die zijn gemaakt op basis van sjablonen).
Een open/atonale toonsoort lijkt op een 'C majeur/A mineur' toonsoort. In tegenstelling tot standaard toonsoorten blijft een open toonsoort echter altijd hetzelfde, ongeacht de toonsoortveranderingen in de rest van de partituur.
Een aangepaste toonsoort maken:
Sleep naar wens voortekens naar de notenbalk. Opmerking: Voortekens worden standaard horizontaal uitgelijnd. Als je een voorteken in een aangepaste positie wil houd dan Ctrl (Mac: Cmd) ingedrukt terwijl je het sleept.
Om een voorteken verwijderen, selecteer je het en druk je op Del. Opmerking: De knop Wis verwijdert alle toegevoegde voortekens.
Opmerking: aangepaste toonsoorten worden automatisch aangepast aan transponerende instrumenten. Als je wilt dat het transponerende instrument de aangepaste toonsoort precies hetzelfde gebruikt als in het palet, moet je het terug transponeren. Selecteer de maat waar de toonsoort wordt geplaatst en gebruik Gereedschappen→Transponeer.
Je kunt de eigenschappen die specifiek zijn voor toonsoort bewerken in het Toonsoort gedeelte van het eigenschappen paneel:
Laat toonsoortherinnering zien in vorig systeem: Zie de zichtbaarheid van toonsoorten bepalen (hierboven).
Modus: Je kunt desgewenst een modus voor de toonsoort selecteren: groot, klein, dorisch enz. De standaardinstelling is "Onbekend".
Verschillende stijleigenschappen zijn van invloed op de weergave van de toonsoort.
Geef de toonsoort aan op alle systemen
Maak toonsoortherinneringen aan
Het gebruik van deze eigenschappen wordt besproken in de zichtbaarheid van toonsoorten bepalen (hierboven).
Hier kun je de manier wijzigen waarop voortekens worden weergegeven bij wijzigingen in de toonsoort in de partituur.
Sleutel tot toonsoort
Toonsoort tot maatsoort
Maatstreep tot toonsoort
Toonsoort tot maatstreep
Toonsoort tot eerste noot
Deze eigenschappen bepalen de verschillende afstanden voor en na toonsoorten in de partituur.