Dit handboek is geschreven voor MuseScore versie 2.0 en hoger. Het wordt onderhouden door de MuseScore community. Leer hoe je kan meehelpen.
Deze paragraaf helpt je om MuseScore te installeren en in gebruik te nemen. Je zal ook leren hoe je een nieuwe partituur moet maken.
MuseScore werkt op verschillende computer systemen inclusief Windows, Mac OS X en Linux.
Je kunt het Windows installatie pakket op de Nonexistant node nid: 27 pagina van de MuseScore website downloaden.
Klik op de link om de download te starten. Je internet browser zal je vragen om de download te bevestigen. Klik Bestand Opslaan.
Zodra de download klaar is, dubbelklik het bestand om de installatie te starten. Windows kan nu een veiligheidsdialoog tonen waarin gevraagd wordt om te bevestigen of je de software wilt uitvoeren. Klik Uitvoeren om verder te gaan, je zult dan kort het volgende venster zien:
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-1a.png
gevolgd door:
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-1b.png
Als je dit niet ziet maar iets anders, dan is het mogelijk dat de .msi extensie niet gekoppeld is aan msiexec.exe. Je kunt de extensie koppeling oplossen, of gebruik maken van de verplaatsbare versie van MuseScore.
De installatie gaat verder met:
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-1c.png
Als je op Cancel klikt, nu of later, dan zie je:
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-2a.png
Als je op Next klikt om te verder te gaan, dan zal de installatie wizard de condities van de gratis software licentieovereenkomst tonen.
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-2b.png
Lees de condities van de overeenkomst en zorg dat het vakje naast de tekst I accept the terms in the License Agreement is aangevinkt en klik op Next om verder te gaan. Nu moet de installatie locatie voor MuseScore worden bevestigd.
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-3.png
Als je een nieuwe versie van MuseScore installeert en de oude versie wilt behouden op de computer, dan moet je de locatie wijzigen (versie 2.0 en 1.x kunnen naast elkaar worden gebruikt en overschrijven elkaar niet, hiervoor is geen aanpassing nodig). In andere gevallen klik op Next om verder te gaan.
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-4.png
Klik Install om verder te gaan.
Geef de installatie wizard een paar minuten om de benodigde bestanden en configuratie te installeren. Je ziet het volgende scherm:
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-5b.png
en als laatste:
NOT FOUND: Win-Install-Wizard-5c.png
Klik Finish om de installatie af te sluiten. Je mag het installatie pakket dat je hebt gedownload verwijderen.
Om MuseScore te starten, kies Start → Alle Programma's → MuseScore 2 → MuseScore 2.
Je kunt MuseScore verwijderen in 32-bit Windows met het commando:
cd C:\Program Files\MuseScore
Uninstall.exe /S
en op 64-bit Windows met het commando:
cd C:\Program Files (x86)\MuseScore
Uninstall.exe /S
In Windows XP en Vista kan de installatie door het systeem geblokkeerd worden. Als je MuseScore niet kunt installeren, klik dan met rechts op het bestand dat je gedownload hebt en kies Eigenschappen. Als je de tekst ziet: "Dit bestand is afkomstig van een andere computer en wordt mogelijk geblokkeerd om deze computer te beveiligen", klik dan op "Blokkering opheffen", "OK" en dubbelklik nogmaals op het bestand.
Je vind het DMG (disk image) bestand op de Nonexistant node nid: 27 pagina van de MuseScore website. Klik op de Mac OS X link om de download te starten. Zodra de download klaar is, dubbelklik op het DMG bestand om het disk image te mounten.
NOT FOUND: Mac_Install.png
Sleep het MuseScore icoon naar de Applicatie map icon.
Indien je niet als administrator bent aangemeld, dan kan Mac OS X mogelijk om een wachtwoord vragen: klik Authenticate en voer het wachtwoord in om verder te gaan.
NOT FOUND: Mac_Install_2.png
Wanneer de applicatie klaar is met het kopiëren, verwijder dan het disk image. Je kunt MuseScore nu starten vanuit de Applicatie map, Spotlight of Lauchpad.
Verwijder MuseScore uit de Applicatie map.
Zie de Nonexistant node nid: 27 pagina voor instructies behorende bij MuseScore op Linux. Pakketten zijn beschikbaar voor Debian, Unbuntu, Fedora en PCLinuxOS. Voor andere distributies is het nodig om de applicatie te compileren van de bron. Voor de instructies, specifiek voor Fedora, zie hieronder.
Importeer de GPG sleutel:
su
rpm --import http://prereleases.musescore.org/linux/Fedora/RPM-GPG-KEY-Seve
Ga naar de Nonexistant node nid: 27 pagina van de MuseScore website. Klik op de link voor de stabiele Fedora download en kies het juiste rpm pakket voor jouw platform.
Afhankelijk van jouw platform, gebruik één van de volgende twee commando's om MuseScore te installeren
voor platform i386
su
yum localinstall musescore-X.Y-1.fc10.i386.rpm
voor platform x86_64
su
yum localinstall musescore-X.Y-1.fc10.x86_64.rpm
Als je problemen hebt met het geluid, zie dan Fedora 11 en geluid
If you're on Windows 10, MuseScore can be installed from the Windows Store. Clicking here will open Musescore's page in the Store app. There you will only have to click Get the app > and MuseScore will be downloaded and installed.
Otherwise you can get the Windows installer from the download page of the MuseScore website. Click on the link to start the download. Your Internet browser will ask you to confirm that you want to download this file. Click Save File.
When the download finishes, double-click on the file to start the installation. Windows may prompt you with a security window to confirm this before running the software. Click Run to continue, you'll then briefly see
followed by
In case you don't see this installer window but something else, it's possible that the .msi extension is not associated with msiexec.exe. Either you can fix the association, or download and use the portable version of MuseScore instead.
Continuing you'll see
If you click Cancel, here or later, you'll see:
If instead you click Next to continue, the setup wizard displays the terms of the free software license.
Read the terms of the license, make sure the box next to "I accept the terms in the License Agreement" is checked, and click Next to continue. Next the installer will ask you to confirm the location in which to install MuseScore.
If you are installing a newer version of MuseScore but still want to keep the old version on your computer, then you should change the folder (note that MuseScore 2 can coexist with MuseScore 1 with no changes needed). Otherwise click Next to continue.
Click Install to continue.
Give the setup wizard a few minutes to install the necessary files and configurations. You'll see
and finally
Click Finish to exit the installer. You may delete the installer file you downloaded.
To start MuseScore, from the menu, select Start→All Programs→MuseScore 2→MuseScore 2.
You can uninstall MuseScore from the menu by selecting Start→All Programs→MuseScore 2→Uninstall MuseScore; or via Windows' Control Panel. Note that this will not remove your scores nor your MuseScore settings.
On Windows XP and Vista, the installer might be blocked by the system. If you don't manage to install MuseScore, right click the downloaded file and click Properties. If there is a message "This file came from another computer and might be blocked to help protect this computer", click on "Unblock", "OK" and double click on the downloaded file again.
You will find the DMG (disk image) file on the download page of the MuseScore website. Click on the macOS link to start the download. When the download is complete, double-click the DMG file to mount the disk image.
Drag and drop the MuseScore icon to the Applications folder icon.
If you are not logged in as administrator, macOS may ask for a password: click Authenticate and enter your password to proceed.
When the application has finished copying, eject the disk image. You can now launch MuseScore from the Applications folder, Spotlight, or Launchpad.
Simply delete MuseScore from Applications folder.
You can deploy MuseScore to multiple computers with the "Copy" feature of ARD. Since MuseScore is a self-contained application you can simply copy the application to the '/Application' folder on the target machines. It is also possible to install multiple versions of the application as long as their names differ.
As of MuseScore 2.0.3 you can, for the first time, get hold of a copy for Linux straight from the download page, just like Windows and Mac users. This is possible thanks to the AppImage packaging format, which runs on pretty much all Linux distributions. If you prefer, there is still the option to get it the traditional way via your distribution's package manager (but you may have to wait for it to get packaged by the relevant maintainer). Of course, you can always build from source.
The AppImage format is a new way of packaging Linux applications. AppImages are portable - they don't have to be installed - and they run on pretty much any Linux distribution. Dependencies are included in the one AppImage file.
Before you download an AppImage, you need to know your processor's architecture. These terminal commands will show it:
arch
or
uname -m
The output will be something like "i686
", "x86_64
" or "armv7
":
i686
(or similar) - 32-bit Intel/AMD processor (found on older machines).x86_64
(or similar) - 64-bit Intel/AMD processor (modern laptop and desktop computers, most Chromebooks).armv7
(or later) - ARM processor (phones & tablets, Raspberry Pi 2/3 running Ubuntu Mate, some Chromebooks, usually 32-bit at present).Now you can head over to the download page and find the AppImage that best matches your architecture. Once downloaded, the file will be named "MuseScore-X.Y.Z-$(arch).AppImage
".
Before you can use the AppImage you need to give permission for it to be run as a program.
From the Terminal:
This command gives the user (u) permission to execute (x) the AppImage. It works on all Linux systems.
cd ~/Downloads chmod u+x MuseScore*.AppImage
Note: Use the "cd
" command to change directory to wherever you saved the AppImage.
From a File Manager:
If you prefer to avoid the command line, there is usually a way give execute permission from inside a File Manager.
In GNOME Files (Nautilus), simply:
The process may be slightly different in other file managers.
Now you should be able to run the program simply by double-clicking on it!
When you downloaded the AppImage it was probably saved in your Downloads folder, but you can move somewhere else it at any time (e.g. you could put it on your desktop for easy access). If you ever want to remove it then simply delete it.
You can run the AppImage without installing it, but you must install it if you want it to be completely integrated with your desktop environment. This has the following benefits:
To install it, run the AppImage from the Terminal with the "install" option (see immediately below). This copies a desktop file and various icons to your computer. If you want to remove them you will need to run the "remove" option before you delete the AppImage. This does not affect any scores created with any version of MuseScore.
Running the AppImage from the Terminal allows you to use various command line options. The AppImage has some special options in addition to MuseScore's normal command line options.
You will need to change directory (cd) to wherever the AppImage is saved your system, for example:
cd ~/Desktop ./MuseScore*.AppImage [option...]
Or give the path to the AppImage:
~/desktop/MuseScore*.AppImage [option...]
Use the "--help" and "man" options to get more information about the available command line options:
./MuseScore*.AppImage --help # displays a complete list of command line options ./MuseScore*.AppImage man # displays the manual page (explains what the options do)
Import the GPG key:
su rpm --import http://prereleases.musescore.org/linux/Fedora/RPM-GPG-KEY-Seve
Go to the download page of the MuseScore website. Click on the link for the stable Fedora download and choose the correct rpm package for your architecture.
Depending on your architecture, use one of the two sets of commands to install MuseScore
for arch i386
su yum localinstall musescore-X.Y-1.fc10.i386.rpm
for arch x86_64
su yum localinstall musescore-X.Y-1.fc10.x86_64.rpm
If you have difficulty with sound, see Fedora 11 and sound.
See also the hints for the various distributions on the download page.
MuseScore's desktop program will not work natively on Chrome OS, but there are some workaround solutions:
Since Chrome OS 69, certain chromebook models are able to run Linux apps and so you can install MuseScore for Linux as provided on our Download page. Feedback about the installation process and supported hardware is welcome on the forum
Via software-on-demand service such as rollApp: By just visiting this website, you can run MuseScore in the browser. You can access your scores via cloud services such as Google Drive or save them to your online MuseScore account through the menu File→Save Online.... Note that currently, sound and playback does not work on rollApp.
Via Crouton: Involves installing a Linux based operating system which runs in parallel with Chrome OS, and then installing MuseScore on Linux.
Alternatively, it is possible to install MuseScore's Android app on recent Chromebooks. You will need to update to the latest version of Chrome OS first. See the Chromebook support documentation for help installing Android apps on Chromebooks, and a list of supported devices. The app only supports playback of existing scores, not score editing or creation, but you can sign-in to your MuseScore account for easy access to all your scores on MuseScore.com.
MuseScore is geïnstalleerd en werkt met de Systeem-taal van het besturingssysteem.
Deze taal is afhankelijk van het land, de taalinstellingen op de PC en de gebruiker (de meeste programma's maken gebruik van deze taal)
1.Kies: Bewerken → Voorkeuren... (Mac: MuseScore → Voorkeuren...)
2. In de tab Algemeen ziet u een sectie Taal:
Hier kun je een andere taal kiezen uit een lijst en eventuele bijgewerkte versie van de vertaling downloaden met de knop: Werk vertalingen bij
Een nieuw venster verschijnt, met de door gekozen taal bovenaan. - Zie verder.
Zoals aangegeven moet je MuseScore afsluiten en opnieuw opstarten om de wijziging door te voeren.
Je kunt de vertalingen bijwerken via Bewerken --> Voorkeuren... (zoals hierboven beschreven), maar er is ook een andere methode:
Klik op de knop "Werk bij" van uw keuze
Ook hier moet je MuseScore afsluiten en opnieuw opstarten om de wijziging door te voeren.
Er zijn twee manieren om op nieuwe versies te controleren.
Vink aan: Controleer op een nieuwe versie van MuseScore
Voortaan zal MuseScore bij iedere opstart controleren op nieuwe versies en indien nodig een melding geven als er een nieuwe versie beschikbaar is.
Selecteer Help → Controleer op nieuwe versie
Er verschijnt een dialoogvenster met vermelding van de status: ofwel "Geen nieuwe versie beschikbaar" ofwel "Een nieuwe versie voor MuseScore is beschikbaar:" gevolgd door een link om deze te downloaden.
In het vorige hoofdstuk: "Aan de slag" namen we de installatie van het programma onder handen en de procedure: "Een nieuwe partituur maken".
Dit hoofdstuk beschrijft de algemene methoden voor interactie met de partituur.
Vele componenten van de partituur kunnen gewijzigd worden in de Bewerkingsmodus.
Voor de Tekstbewerkingsmodus, zie Tekst bewerken.
Lijnen en verwante elementen, zoals Legatobogen, Arpeggios en Haken, vertonen "handgrepen" in de bewerkingsmodus waarmee je de vorm kunt aanpassen, hetzij met toetsenbord commando's, hetzij door te slepen met de muis.
Legatoboog in bewerkingsmodus:
Beschikbare toetsenbordcommando’s:
Als je, om wat voor reden dan ook, de positie van een noot handmatig wilt verschuiven naar links of naar rechts zet deze dan eerst in de bewerkingsmodus zoals hierboven beschreven en gebruik de pijltjestoetsen.
Als alternatief kun je in de weergave Instellingenoverzicht "Horizontale verschuiving" gebruiken. Je hoeft dan niet over te schakelen naar de bewerkingsmodus.
Opgemerkt dient te worden dat de stok in de bewerkingsmodus niet horizontaal verplaatst kan worden. U kunt wel de lengte aanpassen. Om de horizontale positie aan te passen moet je de weergave Instellingenoverzicht gebruiken.
Een palet is een plaats die een groep gerelateerde muzieksymbolen bevat. Een collectie van paletten wordt een werkruimte genoemd en deze bevindt zich standaard aan de linkerzijde van het scherm. Het kan worden losgekoppeld, groter/kleiner worden gemaakt en worden versleept naar iedere gewenste locatie. Het kan ook aan de rechterzijde van het scherm worden geplaatst waarbij de gehele lengte kan worden gebruikt of de halve lengte waarmee het de ruimte kan delen met het Instellingenoverzicht.
MuseScore heeft twee vooraf ingestelde werkruimtes: Basis (de standaard met minder paletten en minder opties in ieder palet) en Geavanceerd (zie → hieronder). Je kunt ook je eigen werkruimte maken.
Je kunt het palet weergeven/verbergen door te kiezen: Weergave → Paletten of je gebruikt de sneltoets F9 (Mac: fn+F9).
Klik op de titel van een palet om de inhoud zichtbaar te maken. De symbolen kunnen vanuit het palet worden toegevoegd aan de partituur door:
Bijvoorbeeld: je kunt snel een tenuto (—) toevoegen aan een groep noten:
Om andere muziek symbolen toe te voegen aan een palet, zie Eigen palet.
Werkruimtes zijn een set van paletten.
MuseScore bevat twee vooraf ingestelde werkruimtes - Geavanceerd en Basis (de laatste is een uitgeklede versie van de eerst genoemde met minder paletten en minder symbolen). Kies een van beide met de keuze-lijst aan de onderkant van het scherm onder de paletten zelf.
Je kunt een eigen werkruimte maken door eerst de gewenste werkruimte te selecteren waarop je eigen werkruimte moet worden gebaseerd en dan te klikken op + knop en de naam voor de nieuwe werkruimte in te voeren. Als basis voor de nieuwe werkruimte wordt de werkruimte die was geladen bij het klikken op de +. Hierna kunt u de paletten en symbolen in deze werkruimte zelf aanpassen.
In een eigen werkruimte kun je, door met rechts te klikken op de naam van een palet, het volgende doen:
*.mpal
)*.mpal
)De uitgebreide Geavanceerde werkruimte bevat de volgende paletten:
Symbolen die je niet kunt vinden in de paletten van de geavanceerde werkruimte, kunt u wellicht vinden in het Hoofdpalet door op Z te drukken (op het toetsenbord) of door Shift+F9 te drukken.
Voor de meeste elementen zijn er geavanceerde opties beschikbaar die benaderd kunnen worden door er met rechts op te klikken (ook wel bekend als secondaire klik) en er zijn ook eigenschappen die zichtbaar worden gemaakt in het Instellingenoverzicht venster en die daar ook in gewijzigd kunnen worden.
Het Instellingenoverzicht venster wordt standaard aan de rechterzijde van het scherm weergegeven. Om het Instellingenoverzicht venster wel of niet weer te geven ga je naar het Weergave menu en plaats of verwijder je het vinkje bij Instellingenoverzicht of gebruik je de snelkoppeling F8 (Mac: fn+F8).
Zodra een element geselecteerd is worden de eigenschappen zichtbaar in het Instellingenoverzicht venster en kunnen deze worden aangepast. Zo goed als alle elementen op de pagina kunnen op deze manier worden geselecteerd en bewerkt - noten, tekst, maatstrepen, articulaties, etc. Een groep van elementen kan worden geselecteerd en gelijktijdig worden aangepast. Indien de geselecteerde objecten verschillende types zijn dan worden alleen de gemeenschappelijke eigenschappen van deze objecten weergegeven die kunnen worden aangepast.
Er zijn verschillende optie beschikbaar in de diverse categorieën van het Instellingenoverzicht venster.
Element heeft de volgende mogelijkheden: Zichtbaar, Kleur en Horizontale/Verticale correctie instelling.
Zichtbaar is een algemeen gebruikte eigenschap die je instaat stelt om de meeste element te onzichtbaar te maken. Indien Zichtbaar niet is aangevinkt, dan wordt het element in grijs weergegeven in MuseScore om aan te geven dat deze onzichtbaar zijn en niet worden afgedrukt of worden weergegeven in een geëxporteerd PDF of afbeelding. (Opmerking: met Weergave → Laat onzichtbare objecten zien
, is het mogelijk om onzichtbare elementen volledig onzichtbaar te maken, zowel op het scherm als bij het afdrukken.) Je kunt ook de zichtbaarheid van de geselecteerde elementen wisselen (wisselen tussen zichtbaar en onzichtbaar) met de toetsenbord snelkoppeling V.
Kleur laat je de kleur kiezen voor het element. Het element blijft deze kleur behouden bij het afdrukken en exporteren.
Horizontale correctie instelling en Verticale correctie instelling laten je de exacte plaats van een element bewerken door het invoeren van exacte waarden voor de correctie vanaf de standaard positie in een X/Y coördinaten vlak.
Andere categorieën worden alleen weergegeven in specifieke gevallen, zoals Maatstreep, dat alleen aanwezig is indien een maatstreep is geselecteerd.
Sommige elementen kunnen een relatie hebben met andere elementen. Een voorbeeld hiervan is een geselecteerde noot die een punt en waardestreep heeft, zoals de geselecteerde E in deze afbeelding:
Diverse verschillende categorieën met opties gerelateerd aan de noot worden zichtbaar in het Instellingenoverzicht venster, inclusief Akkoord, Noot en Segment. Merk op dat je ook toegang hebt tot andere opties voor gerelateerde elementen onderaan in het venster, inclusief Stok en in dit voorbeeld Waardestreep en Punt.
Indien je een maat selecteert, dan laat het Instellingenoverzicht venster alleen die opties zien die algemeen zijn voor iedere noot in die maat: Zichtbaar en Kleur. Om de eigenschappen van de maat zelf te bewerken klik je met rechts op een leeg gedeelte van de maat en selecteer je "Maat-eigenschappen" zoals hieronder zichtbaar is.
Wanneer er verschillende elementen zijn geselecteerd en er zijn verschillende waarden voor een bepaalde eigenschap, dan worden deze in het blauw weergegeven. Als je deze eigenschap aanpast, dan wordt dit aangepast voor alle geselecteerde elementen.
Om de eigenschappen van een maat aan te passen klik je met rechts op een leeg gedeelte van de maat en kies je "Maat-eigenschappen".
Vanuit het maat-eigenschappen venster kun je naar de vorige of volgende verplaatsen via de knoppen onderaan het venster: NOT FOUND: Previous:Next Buttons.png (merk op dat terwijl het venster wel wijzigt, de zichtbaar geselecteerde maat in de partituur niet wijzigt. Let hier goed op). Voor meer details, zie Maat-eigenschappen.
Notenbalk-eigenschappen zijn ook toegankelijk door met rechts te klikken op een maat of door met rechts te klikken op de naam van een instrument.
Notenbalk-eigenschappen bevat zowel een Notenbalk-eigenschappen sectie als een Partij-eigenschappen sectie:
Notenbalk opties omvatten kleur, aantal lijnen, afstand tussen de lijnen, verberg opties, notenbalk schaal en zo verder.
Partij opties omvatten instrumentnaam, partijnaam (gebruikt bij het partijen maken), speel transpositie en toonhoogte bereik.
Zie Tekst-eigenschappen.
Bijlage | Grootte |
---|---|
Note inspector.jpg | 67.14 KB |
Staffproperties.jpg | 91.41 KB |
Buttonstaffproperties.jpg | 1.03 KB |
Staffproperties2ndaccess.jpg | 22.51 KB |
View_en.png | 25.03 KB |
Note inspector.png | 133.85 KB |
Measure Properties 1.png | 53.21 KB |
notes.png | 2.65 KB |
inspector_select.png | 3.25 KB |
Barline inspector.png | 10.85 KB |
Measure Properties 2.png | 60.54 KB |
inspector-top-bar.jpg | 3.08 KB |
Previous_Next_Buttons.png | 7.36 KB |
Staff_Properties_en.png | 30.14 KB |
clef_inspector.png | 2.09 KB |
Om een lege maat achteraan de partituur toe te voegen druk je op Ctrl+B (Mac: ⌘+B)
of kies: Voeg toe → Maten → Voeg één maat toe.
Om meerdere lege maten achteraan de partituur toe te voegen druk je op Alt+Shift+B (Mac: Option+Shift+B) of kies: Voeg toe → Maten → Voeg maten toe....
Om een lege maat in te voegen in de partituur selecteer je een maat en druk: Ins of kies Voeg toe → Maten → Voeg één maat in.
Om meerdere lege maten in te voegen druk je op Ctrl+Ins of kies: Voeg toe → Maten → Voeg maten in....
Selecteer een maat en druk op Ctrl+Del (Mac: Fn+⌘+Del).
Om de maat-eigenschappen te wijzigen: rechtsklik op een lege plek in de maat en kies: Maat-eigenschappen...:
In de onderstaande figuur heeft de opmaat een nominale duur van 4/4 maar een werkelijke duur van 1/4. Voor de middelste maten zijn nominale duur en werkelijke duur gelijk (4/4). De complementaire maat achteraan heeft een nominale duur van 4/4 maar een werkelijke duur van 3/4:
Meermaatsrusten worden automatisch afgebroken op belangrijke plaatsen, zoals herhalingstekens, maatsoort veranderingen, dubbele maatstrepen, onregelmatige maten, enz.
De standaard voor partituren is uit, voor partijen is aan.
MuseScore nummert automatisch de eerste maat van elk systeem (behalve maat nummer 1), maar aanpassingen zijn mogelijk.
Kies: Stijl → Algemeen...Koptekst, voettekst, nummers
Markeer het selectievakje "Maatnummers" om de automatische nummering aan te zetten
Markeer “Laat eerste zien” als u wilt dat het eerste maat nummer ook zichtbaar is.
Markeer “Alle notenbalken” als je iedere notenbalk wilt nummeren. Anders wordt alleen de eerste notenbalk van elk systeem genummerd.
Kies "Elk systeem" als je alle systemen wilt nummeren of "Interval".
In het laatste geval: specifieer de lengte van het interval.
Bijvoorbeeld:
1: alle maten worden genummerd
5: nummering om de vijf maten.
Met deze nieuwe optie kun je maten splitsen en samenvoegen. Eventuele waardestrepen en de maateigenschappen worden automatisch aangepast.
Samenvoegen
Opmerking: Alle notenbalken van het systeem worden samengevoegd op dezelfde plaats.
Splitsen
Opmerking: Alle notenbalken van het systeem worden gesplitst op dezelfde plaats.
Met stemmen kunnen er meerdere noten in één notenbalk staan die op hetzelfde moment beginnen maar een verschillende duur hebben. In andere muzieknotatie software worden stemmen ook wel "lagen" genoemd.
In een meerstemmige maat heeft stem 1 gewoonlijk de stokken naar boven (bovenstem) en stem 2 de stokken naar beneden (onderstem).
Start met het invoeren van de bovenstem (de noten met de stokken omhoog in het beeld hierboven). Tijdens het invoeren kunnen sommige noten de stokken naar beneden hebben, deze worden automatisch omgedraaid zodra de tweede stem wordt toegevoegd.
Als je een toetsenbord (computer of MIDI) om de noten in te voeren, dan gebruik je de ← toets om de cursor terug te plaatsen aan het begin van de notenbalk (of maat). Als je gebruikt maakt van de muis om de noten in te voeren dan is dit niet nodig.
Klik op de "Stem 2" knop (aan de rechterzijde in de werkbalk).
Voer alle noten in voor de onderstem (de noten met de stokken naar beneden). Zodra je klaar bent dan ziet kan het er als volgt uitzien:
Merk op dat Noteninvoermodus aan moet staan om een andere stem te selecteren.
Alleen de rusten van de stemmen 2, 3 en 4 kunnen worden verwijderd, die van de hoofd stem (1 - blauw) kunnen worden verborgen.
Om een rust te verbergen selecteer je de rust en toets je de V of verwijder je het vinkje bij "Zichtbaar" bij de Instellingenoverzicht, deze kan worden aangezet vanuit het Weergave menu of met de snelkoppeling F8 (Mac: fn+F8). Als je Laat onzichtbare objecten zien in het Weergave menu aan hebt staan, dan is de rust nog steeds in het grijs zichtbaar op het scherm. De verborgen rust is niet zichtbaar bij het afdrukken of exporteren als PDF, PNG, SVG, etc.
Let op: De selectie kan noten bevatten van meerdere stemmen, maar slechts twee worden er gelijktijdig aangepast.
Kopiëren en plakken is een nuttig hulpmiddel voor het herhalen van een deel van de muziek of voor het verschuiven van een passage met één tel of één maat.
Alvorens te selecteren, te kopiëren en te plakken, druk op Esc om er zeker van te zijn dat je niet in de noteninvoermodus bent.
Je kunt het filter gebruiken (alvorens te kopiëren) om exact te bepalen welke elementen moeten worden gekopieerd.
Deze verschijnt standaard onder de paletten, maar kan verplaatst en veranderd worden.
Sleep je het selectiefilter in het venster van de Paletten of in het venster Instellingenoverzicht, dan neemt deze het volledige deelvenster in beslag. Onderaan kun je schakelen naar het oorspronkelijke venster.
of
De-selecteer de elementen die u NIET wilt kopiëren, bijvoorbeeld Articulaties en Legatobogen.
Kopieer en plak zoals gebruikelijk.
(In dit voorbeeld zijn de maten 4 en 5 op deze manier gekopieerd en geplakt in maat 12 (en 13))
Je ziet dat de Legatoboog niet is gekopieerd.
Als je noten wilt wijzigen zonder ritmewijziging dan kun je Transponeren en de Herbepaal toonhoogte-modus combineren met kopiëren en plakken.
Er zijn meerdere manieren om een object te selecteren:
Alle geselecteerde elementen verschijnen in een blauwe rechthoek.
Opmerking 1: Sommige elementen kunnen als bereik geselecteerd worden: noten, rusten, articulaties, enz
Opmerking 2: Zie: Kopiëren en plakken: Selectiefilter om slechts enkele elementen uit een bereik te selecteren.
Opmerking 1 (hierboven) geldt hier ook.
Meerdere opties zijn mogelijk
Onder "Meer…" vindt u het volgende:
Bijvoorbeeld: Selecteer een Mol (Voorteken)
Je kunt volgende opties aanklikken en combineren:
U kunt volgende acties aanklikken (niet combineerbaar)
De bladmuziek kan in verschillende modi worden getoond:
De hierna volgende opties (behalve Pagina/Doorlopende weergave) bevinden zich in het menu “Weergave”
In de mode "Pagina weergave" zie je de opmaak, zoals die is ingesteld voor de printer, voor afbeeldingsbestanden of voor PDF-documenten.
In de mode "Doorlopende weergave" wordt de partituur weergegeven als een ononderbroken geheel.
Opmerking: Als je schakelt tussen beide weergaven wordt de partituur opnieuw opgemaakt. Het kan gebeuren dat je enkele handmatige aanpassingen moet doen.
Hier kun je schakelen:
In de weergave "Pagina weergave" wordt de partituur weergegeven als een of meer pagina's van een bepaalde grootte en met marges.
Je kunt alle lijnen en pagina-einden zien, zowel de handmatig toegevoegde als de door de software automatisch berekende.
(Handmatige pagina-einden kunnen bijvoorbeeld nuttig zijn om een goede pagina verdeling te krijgen in orkestrale delen)
In de weergave " Doorlopende weergave" wordt de partituur getoond als een ononderbroken systeem.
Als het beginpunt van de partituur niet zichtbaar is worden vervangende tekens weergegeven voor maatnummers, instrumentnamen, muzieksleutels, maatsoort en toonsoort (in een blauwe band, links).
Alvorens een pagina af te drukken of voordat je een partituur online opslaat, schakel naar de weergave "Pagina weergave" om regelafbrekingen en pagina-einden te controleren.
Opmerking: Omdat de opmaak van de weergave "Doorlopende weergave" eenvoudiger is, zal MuseScore sneller werken dan in de weergave "Pagina weergave".
Zowel in de weergave "Pagina weergave" als in de weergave "Doorlopende weergave" kun je hiermee de schaal instellen. Dit heeft geen invloed op het formaat van de afdruk.
In de keuzelijst kun je een bepaald percentage selecteren of kiezen uit:
* Paginabreedte
* Hele pagina
* Twee pagina’s
Deze zijn gerelateerd aan de breedte van het venster.
Je kunt ook gebruik maken van de opties Bekijk dichterbij en Bekijk verderaf in het "Weergave" menu.
Tenslotte, hou de Ctrl (Mac: Cmd)-toets ingedrukt en scroll omhoog of omlaag om dichterbij of verderaf te bekijken.
Als je meerdere partituren geopend hebt, kunt je deze naast elkaar
of boven elkaar weergeven.
Je kunt de scheidingslijn verplaatsen door deze te verslepen.
In deze modus wordt het scherm volledig gevuld, zodat er meer inhoud zichtbaar is.
Als je een lange partituur hebt en je wilt zien waar je je bevindt of als je wilt springen naar een bepaalde pagina, gebruik dan de Navigator, onderaan de partituur.
Het blauwe venstert vertegenwoordigt het gebied van de partituur dat zichtbaar is in het hoofdvenster.
Je kunt dit gebied verschuiven:
• Met de schuifbalk (of scrollwiel van de muis)
• Door te slepen
• Door het blauwe venster in de Navigator te verslepen
• Door op de plaats van bestemming te klikken in de Navigator
Om de Navigator In- of uit te schakelen, ga naar het menu Weergave en kies Navigator of gebruik de sneltoets F12 (Mac: fn+F12).
MuseScore onthoudt een onbegrensd aantal acties
De standaard sneltoetsen zijn:
Of gebruik de knoppen in de werkbalk:
De functies "Sla op", "Sla op als…", "Sla een kopie op..." en "Sla selectie op…" genereren MuseScore-eigen bestandstypes (.mscz en .mscx) . (zie verder)
De functies "Exporteer…" en "Partijen exporteren..." genereren NIET MuseScore-eigen bestandstypes (MusicXML, MIDI, meerdere beeld- en audioformaten). (zie verder)
Met "Druk af..." wordt afgedrukt vanuit MuseScore.
Beschikbaar zijn: 'Sla op', 'Sla op als…', 'Sla een kopie op...', 'Sla selectie op…' en 'Sla online op...'; 'Exporteer...', 'Partijen exporteren' en 'Druk af...'
Merk op dat het Ongecomprimeerd MuseScore-bestand (*.mscx) beschikbaar is in beide lijsten.
Afhankelijk van de printer krijg je toegang tot verschillende afdruk-opties.
Meestal zijn de volgende opties beschikbaar:
Afdrukbereik:
• Alles
• De selectie
• De huidige pagina
• Pagina’s van tot…
Aantal exemplaren:
• Aantal
• Gesorteerd of niet
Ga naar musescore.com/sheetmusic om meer partituren van MuseScore te bekijken.
Je kunt de partituren online opslaan en delen op de website MuseScore.com.
Je kunt de partituur "privé" opslaan voor persoonlijke toegang vanuit iedere computer of publiekelijk delen.
MuseScore.com maakt het bekijken en afspelen mogelijk van partituren in de web browser.
Een extra functie getiteld VideoScores
maakt synchronisatie mogelijk tussen de partituren en een YouTube-video.
Voor gebruik buiten de webbrowser, kunt je de partituren downloaden in diverse formaten (zoals PDF, MIDI, MP3, MusicXML, en het originele MuseScore bestand).
Je kunt een partituur direct online opslaan middels Bestand → Sla online op....
Opmerking: Indien je nog geen MuseScore gebruiker hebt, dan kun je deze eerste aanmaken door te klikken op de Maak account aan link. Dit opent je browser en laad de pagina https://musescore.com/user/register.
Voer nu je email adres of MuseScore gebruikersnaam en wachtwoord in. Na het succesvol aanmelden kun je de informatie over de partituur invoeren.
Indien je de partituur al eerder online hebt opgeslagen, dan wordt deze automatisch vervangen. Verwijder het vinkje Bestaande partituur bijwerken om de partituur als een nieuwe partituur op te slaan.
Je kunt een partituur ook direct op MuseScore.com opslaan.
Opmerking: Indien je de upload limiet van vijf partituren bereikt, dan kun je nog steeds uploaden Deel een partituur direct vanuit MuseScore maar alleen de laatste vijf zijn zichtbaar. Als je meer wilt opslaan, upgrade dan eerst naar een Pro Account.
Als je een aanpassing wilt doen in één van je partituren op MuseScore.com of het MuseScore bestand wilt bewerken op je computer, volg dan deze stappen:
Met de knop Werkelijke toonhoogte kun je schakelen tussen:
---> Noten verschijnen op de notenbalk zoals ze werkelijk klinken.
---> Noten verschijnen zoals transponerende instrumenten ze nodig hebben.
Dit kan de voortekens en/of de sleutel wijzigen.
Opmerking: Als je transponerende instrumenten in de partituur hebt opgenomen, zorg er dan voor dat je de "Werkelijke toonhoogte"-mode verlaat voor het af drukken anders kunnen de muzikanten de juiste sleutel niet spelen.
In het hoofdstuk "Basisfuncties" leerde je noten in te voeren en te werken met de paletten.
Het hoofdstuk "Notaties" beschrijft de verschillende types van notatie in detail, inclusief meer gevorderde toepassingen.
Zie ook "Geavanceerde onderwerpen"
Maatsoorten zijn beschikbaar in het palet maatsoorten. Je kunt ze hiervandaan slepen en op de partituur zetten (zie Paletten voor meer informatie over hoe te werken met paletten in MuseScore).
Om een maatsoort toe te voegen gebruik je één van de volgende methodes:
De maatsoort zal hierbij een het begin van de maat worden geplaatst.
Om een maatsoort te vervangen gebruik je één van de volgende methodes:
Om een maatsoort te verwijderen in de partituur selecteer je deze en druk je op Del.
Als er een maatsoort nodig is die niet in het werkruimte palet voorkomt, dan kan deze worden aangemaakt in de Maatsoort sectie van het Hoofdpalet: Druk op (Shift+T) om deze te openen.
Om een nieuwe maatsoort te maken selecteer je een bestaande in het hoofdpalet en verander je de verschillende parameters (teller, noemer, waardestrepen) in het Maak maatsoort aan paneel. Om de nieuw aangemaakt maatsoort aan de lijst toe te voegen druk je op de Voeg toe knop. Zodra deze is toegevoegd kun je het slepen naar de gewenste locatie in de partituur. Om een maatsoort te verwijderen uit het hoofdpalet, klik je er met rechts op en kies je ""Wis".
U kunt een maatsoort vanuit het hoofdpalet toevoegen aan een eigen werkruimte door het naar het Palet in de werkruimte te slepen.
Om een aanpassing te maken aan hoe de waardestrepen de noten verbinden in een deel of de gehele partituur klik je met rechts op de relevante maatsoort (in de partituur) en kies "Maatsoort-eigenschappen":
Hier kun je onafhankelijk de waardestreep patronen voor 1/8, 1/16 en 1/32 noten in het "Nootgroepen" paneel aanpassen.
Om een waardestreep te onderbreken, klik je op de noot die na de onderbreking komt. Om de waardestreep te herstellen klik je op dezelfde plaats. Opmerking: deze methode werkt alleen indien alle secundaire (of sub) waardestrepen aanwezig zijn op de gewenste locatie - indien dit niet het geval is gebruik dan de iconen (zie hieronder). De Herstel knop maakt alle wijzigingen ongedaan die in de sessie zijn gedaan.
Je kunt ook wijzigingen maken in het waardestreep patroon door een van de iconen (linksonder in het venster) naar een noot te slepen in het "Nootgroepen" paneel:
In de meeste gevallen hoeft alleen het eerste van het bovenste nummer te worden aangepast. De overige bovenste nummers zijn voor samengestelde maatsoorten, deze bevatten verschillende nummers bovenaan gescheiden door een plus teken.
Er zijn situatie waarbij de werkelijke duur van een maat anders is dan die gespecificeerd door de maatsoort. Opmaten en Cadenza zijn daar een goed voorbeeld van. Om de werkelijk duur van een maat te wijzigen zonder de maatsoort te veranderen, zie Maatbewerkingen: Eigenschappen, Maatduur.
De maatsoort kan verschillend zijn voor verschillende notenbalken. Hier een voorbeeld uit Bach's 26. Goldberg Variation:
MuseScore gebruikt het concept van een algemene (globale) maatsoort en een werkelijk (lokale) maatsoort. Sleep een object uit het palet en plaats het op een notenbalk om de algemene maatsoort te wijzigen. De algemene maatsoort wordt gebruikt om te tellen (zoals te zien is in de status lijn) en is de referentie voor tempo markeringen. De algemene maatsoort is gelijk voor alle notenbalken en is normaal gesproken gelijk aan de werkelijke maatsoort.
De werkelijke maatsoort kan worden ingesteld in het maatsoort-eigenschappen dialoog en kan afwijken van de algemene maatsoort in iedere notenbalk (linkerhand 18/16 in het voorbeeld).
De tekst voor de maatsoort kan onafhankelijk van de werkelijke waarde worden ingesteld.
Een lokale maatsoort kan worden ingesteld door de maatsoort te plaatsen terwijl de Ctrl toets ingedrukt wordt gehouden. De lokale maatsoort is slechts voor één notenbalk geldig. De algemene maatsoort wordt overgenomen in alle notenbalken.
Meermaatsrusten worden onderbroken wanneer een wijziging in de maatsoort plaatsvindt.
Een sectie-einde voorkomt dat een extra maatsoort symbool wordt getoond aan het einde van de maat.
Maatstrepen kunnen worden toegevoegd door een maatstreep-symbool uit het palet "Maatstrepen" te slepen naar een (reeds aanwezige) maatstreep op de notenbalk.
Om een maatstreep volledig te verbergen: selecteer deze en druk V of verwijder het vinkje Zichtbaar in het venster “Instellingenoverzicht” (F8 (Mac: fn+F8)).
Om de maatstrepen te verlengen over meerdere notenbalken: dubbelklik op een maatstreep (zie Bewerkingsmodus).
Sleep vervolgens de handgreep naar de volgende notenbalk.
De partituur wordt in zijn geheel bijgewerkt nadat je de Bewerkingsmodus hebt verlaten (klik ergens op de achtergrond).
Muzieksleutels kunnen worden toegevoegd of gewijzigd door een muzieksleutel-symbool uit het palet Muzieksleutels te slepen naar een maat of bovenop een andere sleutel.
Gebruik F9 (Mac: ⌥+⌘+K) om het venster paletten te tonen of te verbergen.
Opmerking: Sommige muzieksleutels zijn alleen beschikbaar vanuit het hoofdpalet.
Sleep een muzieksleutel uit het palet naar een leeg gedeelte van een maat. Dit creëert een muzieksleutel aan het begin van de maat.
Sleep een muzieksleutel bovenop een bepaalde noot om een muzieksleutel te creëren ergens in het midden van een maat. Als dat niet de eerste sleutel van de notenbalk is wordt deze kleiner weergegeven.
Als voorbeeld een piano-partituur:
De bovenste notenbalk begint met een sol-sleutel maar schakelt onmiddellijk over naar een fa-sleutel. Na één noot en één rust herneemt de sol-sleutel.
Opmerkingen:
Selecteer een sleutel en druk op Del.
Opmerkingen:
Toonsoorten zijn beschikbaar in het Toonsoorten palet in de Basis en Geavanceerde werkruimte. Je kunt een eigen toonsoort maken met het Toonsoorten hoofdpalet (druk op Shift+K om deze op te roepen), hierin kun je gebruik maken van een breed scala aan niet-standaard symbolen.
Een nieuwe toonsoort toevoegen aan alle notenbalken
Een nieuwe toonsoort toevoegen aan één notenbalk
Indien je de toonsoort alleen voor één notenbalk wilt aanpassen en de andere niet wilt veranderen:
Vervang de toonsoort voor alle notenbalken
Vervang de toonsoort voor één notenbalk
Indien je de toonsoort alleen in één notenbalk wilt vervangen en de andere niet wilt veranderen:
Standaard laat MuseScore alleen herstellingstekens zien bij het wijzigen naar een toonsoort zonder voortekens (C Maj/A min). In alle andere gevallen laat het alleen de nieuwe toonsoort zien:
In de weergave “Instellingenoverzicht” (F8) kun je de optie "Laat herinneringstoonsoort zien" vinden waarmee je bepaalt of de herinneringsvoortekens getoond worden of niet.
Deze optie geldt alleen voor het geselecteerde voorteken.
Wilt u de herinneringsvoortekens voor hele partituur tonen (of juist niet) ga dan naar:
Stijl → Algemeen... → Pagina
Pas de optie "Maak toonsoort herinneringen aan" aan
Je kunt kiezen of je de herstellingstekens wilt tonen bij het wijziging van de voortekens.
Kies: Stijl → Algemeen ... → Voortekens en je ziet volgende opties:
Je kunt kiezen tussen OKen Toepassen.
Indien van toepassing kun je ook kiezen voor Pas toe op alle partijen.
De optie 'Vóór de toonsoort bij wijziging naar minder kruisen of mollen' heeft het volgende resultaat:
De derde optie 'Ná de toonsoort bij wijziging naar minder kruisen of mollen. Ervóór bij wisseling tussen kruisen en mollen' heeft het volgende resultaat:
Meermaatsrusten worden onderbroken bij het wijzigen van de toonaard.
Zie Meermaatsrusten
Een herinneringsvoorteken wordt niet geplaatst voor een Sectie-einde.
Zie: Afbrekingen en afstandhouders: Sectie-einde
Druk Shift+K of Shift+F9 of kies: Weergave → Hoofdpalet... → Toonsoorten om het Hoofdpalet te tonen.
Je kunt gebruik maken van al deze voortekens (bijvoorbeeld Mol met pijl omhoog)
Je kunt zelfs halve kruisen en halve mollen gebruiken.
De zelf ontworpen toonsoort verschijnt niet in de standaard paletten. Deze moet je dus slepen vanuit het Hoofdpalet.
Opmerking: de geluidsweergave van een aangepaste toonsoort wordt niet ondersteund.
Ademhalingen kunnen worden toegevoegd door een ademhaling-symbool uit het palet "Ademhalingen" te slepen naar een noot. Het teken wordt achter de noot geplaatst.
Ademhalingen in de partituur:
Cesuren werken op dezelfde manier.
Antimetrische figuren worden gebruikt om een afwijkend ritme van de gangbare onderverdeling in de huidige maatsoort te maken. Als voorbeeld, een achtste triool in een 4-4 maatsoort verdeelt de kwartnoot in drie tellen in plaats van twee.
Om een triool te maken begin je met het selecteren van een noot in de partituur die de gehele waarde van de triool heeft. Als voorbeeld, een triool van achtste noten heeft de "gehele duur" van één kwartnoot.
Vanuit het hoofd menu, kies Noten → Antimetrische figuren → Triool. Dit maakt een triool door de gehele noot te verdelen in drie gelijke delen.
Deze kunnen nu verder worden aangepast.
Het invoeren van een antimetrisch figuur in noteninvoermodus gaat iets anders dan de methode zoals hierboven is uitgelegd. Je selecteert eerst de lengte en voert daarna de toonhoogte in. Hieronder staat de stap-voor-stap instructie om een triool van achtste noten te maken.
Om de weergave eigenschappen van een antimetrisch figuur aan te passen selecteer je het nummer van het antimetrische figuur of de haak en gebruik je het Instellingenoverzicht (F8).
Als zowel het nummer als de haak niet zichtbaar zijn, selecteer dan een noot in het antimetrisch figuur en gebruik de Antimetrisch figuur knop onderaan het Instellingenoverzicht om het bovenstaande dialoog te krijgen.
Voor de 'Richting', kies 'Auto' om de haak aan dezelfde kant van de noot te plaatsen als de stok of waardestreep. Kies 'Omhoog' of 'Omlaag' om expliciet aan te geven of de haak boven of onder de noot moet komen te staan onafhankelijk van de positie van de stok of waardestreep.
Voor het 'Nummersoort', kies 'Getal' om een getal weer te geven, 'Verhouding' om de ratio aan te geven of 'Niets' om geen nummer weer te geven.
Voor de 'Haaktype', kies 'Automatisch' om de haak te verbergen bij noten met een waardestreep en om de haak weer te geven als het antimetrische figuur losse noten of rusten bevat. Kies 'Haak' of 'Niets' om expliciet aan te geven om de haak weer te geven of niet.
Als je de haak of het nummer verplaatst, dan kun je zien dat de verticale en horizontale vaste afstand worden bijgewerkt (standaard afstand is 0sp voor beide)
Je kunt de standaard instellingen terug zetten met de pijl terug knop aan de rechterkant.
Ga naar Stijl → Algemeen... en selecteer Antimetrische figuren. Hiermee kunnen de eigenschappen van de antimetrische figuren worden aangepast.
Er zijn twee aanpassingen mogelijk: Verticaal en Horizontaal
Arpeggios kunnen worden toegevoegd door een arpeggio-symbool uit het palet "Arpeggios en Glissandos" te slepen naar een noot of een akkoord in de partituur.
Om de lengte van de arpeggio aan te passen: dubbelklik op de arpeggio en sleep de grepen omhoog of omlaag.
Glissandos kunnen worden toegevoegd door een glissando-symbool uit het palet " Arpeggios en Glissandos" te slepen naar de eerste van twee opeenvolgende noten op dezelfde notenbalk.
Om de tekst (en nog een paar eigenschappen) van de glissando aan te passen: open het deelvenster “Instellingenoverzicht” (F8) of rechtsklik en kies "Glissando eigenschappen"
Als er niet genoeg plaats is tussen twee noten, plaatst MuseScore geen tekst.
A comprehensive set of symbols can be found in the Articulations and Ornaments palette in the Advanced workspace:
There is also an abbreviated version in the Basic workspace.
Articulations are the symbols added to the score to show how a note or chord is to be played. The principal symbols in this group are:
Specialist articulations are also included for bowed and plucked strings, wind instruments etc.
Ornaments include:
Note: Appoggiaturas and acciaccaturas can be found in the Grace Notes palette.
Use either of the following methods:
To apply an accidental to an existing ornament, such as a trill:
A fermata can be applied directly to a barline by selecting the barline and double-clicking the fermata from a palette. This does not affect playback though.
Keyboard shortcuts can be customized in MuseScore's Preferences.
Immediately after adding an articulation or ornament from a palette, the symbol is automatically selected: It can then be moved up or down from the keyboard as follows:
To enable adjustments in all directions from the keyboard:
You can also change the horizontal and vertical offset values in the Inspector. To position more than one symbol at a time, select the desired symbols and adjust the offset values in the Inspector.
Note: The symbol can also be repositioned by clicking and dragging, but for more precise control, use the methods above.
Most properties of articulations/ornaments can be edited from the Inspector. Other properties (i.e. direction and anchor position) can also be accessed by right-clicking on the symbol and selecting Articulation Properties….
You can also make global adjustments to all existing and subsequently-applied articulations by selecting Style… → General… → Articulations, Ornaments.
Toonbuigingen kunnen aangemaakt worden via het Bend/Toonbuigingssymbool , te vinden in het palet Articulaties & versieringen in de Geavanceerde werkruimte.
Om een of meerdere toonbuigingen aan je partituur toe te voegen kan je de volgende methodes gebruiken:
Om een toonbuiging te bewerken kan je:
een Toonbuiging selecteren in je partituur en vervolgens in het Instellingenoverzicht op de knop "Eigenschappen" klikken.
Aan de linkerzijde van het Bend/Toonbuigingseigenschappen__venster kan je een aantal voorgedefinieerde types kiezen. Aan de rechterzijde zie je een grafische voorstelling van de huidige toonbuiging, bestaande uit een grijze lijn vormgegeven door middel van vierkante blauwe __controlepunten (zie afbeelding hierboven). De helling van de lijn geeft het verloop van de toonbuiging aan.
De verticale as van de grafiek geeft aan hoeveel de toonhoogte zal gebogen worden: 1 eenheid (lichtgrijze lijn) komt overeen met een kwarttoon: 2 eenheden met een halve toon, 4 eenheiden met een volledige toon, enz… De horizontale as is gerelateerd met de visuele lengte van de buiging: elk grijs lijnsegment (tussen twee blauwe controlepunten) maakt de lijn op de partituur 1sp (notenbalkafstand) langer.
Je past de toonbuiging aan door controlepunten toe te voegen of te verwijderen op de grafiek:
Voor elk toegevoegd controlepunt wordt de toonbuigingslijn 1sp langer; elk verwijderd controlepunt maakt de lijn 1sp korter. Het begin en eind controlepunt kunnen enkel op en neer verplaatsen.
De hoogte van een toonbuigingssymbool is automatisch aangepast zodat deze net boven de notenbalk staat. Je kan de hoogte verminderen, indien gewenst, met volgende methode:
De positie van een toonbuiginssymbool kan op een van de volgende manieren aangepast worden:
Eenmaal je een eigen aangepaste toonbuiging hebt aangemaakt, kan je die als symbool aan een palet toevoegen voor toekomstig hergebruik door het naar het palet te slepen terwijl je Ctrl+Shift (Mac: Cmd+Shift) ingedrukt houdt.
Zie Eigen Werkruimte.
Haarspelden zijn Lijn-objecten .
Haarspelden kunnen worden toegevoegd door een haarspeld-symbool uit het palet "Lijnen" te slepen naar een notenkop. Standaard wordt de lijn getrokken tot het einde van de maat en de haarspeld is niet geselecteerd.
Je kunt ook de sneltoetsen gebruiken:
< genereert een crescendo
> genereert een diminuendo
In dit geval wordt de lijn getrokken tot aan de eerstvolgende noot, maar de haarspeld is geselecteerd zodat je direct met de aanpassing kunt beginnen (zie verder).
Of anders: selecteer een beginpunt (notenkop), hou de Shift-toets ingedrukt en klik op het eindpunt. Dubbelklik vervolgens op het haarspeld-symbool uit het palet.
Dubbelklik op de haarspeld om deze in de Bewerkingsmodus te zetten.
Gebruik de handgrepen links en rechts om de lengte aan te passen.
Shift+→ of Shift+← verplaatsen de ankers, hetgeen het afspelen zal beïnvloeden. Bovendien is het met deze methode mogelijk om de haarspeld uit te breiden over de regelafbrekingen heen.
Gebruik de handgreep op de schuine zijde om de hoek aan te passen
→ of ← en Ctrl+→ of Ctrl+← (Mac: Cmd+→ of Cmd+←) verplaatsen het geselecteerde punt zonder het anker te verplaatsen.
Deze methode is enkel geschikt voor kleine visuele aanpassingen. Het herstelcommando: Ctrl+R (Mac: Cmd+R) zal deze kleine aanpassingen ongedaan maken, maar het anker blijft ongewijzigd.
Om de haarspeld te verlengen of te verkorten, gebruik Shift+→ of Shift+← waarmee je tevens het anker verplaatst (zie hierboven).
Het afspelen van crescendo's en diminuendo's heeft alleen effect van één noot naar de volgende. Het is momenteel niet mogelijk de dynamiek te wijzigen tijdens het verloop van één noot.
Haarspelden beïnvloeden het afspelen alleen als er Dynamische tekens worden gebruikt vóór en nà de haarspeld.
Haken kunnen worden toegevoegd door een haak-symbool uit het palet "Haken" te slepen naar een lege plaats in de eerste maat van een systeem.
Je kunt het haak-type wijzigen door een nieuwe haak boven op een bestaande haak te slepen.
Dubbelklik op de haak om deze in de bewerkingsmodus te zetten. Je kunt de haak nu spreiden over een willekeurig aantal notenbalken van het systeem.
Als je een haak meer naar links of naar rechts wilt verplaatsen: Dubbelklik an op de haak om deze in de Bewerkingsmodus te zetten en druk Shift+← of Shift+→.
Om een haak te verwijderen selecteer je de haak en druk dan op Del
Een Legatoboog is een gebogen lijn tussen twee of meer noten die aangeeft dat deze moeten gespeeld worden zonder onderbreking. Als het de bedoeling is om twee noten van dezelfde toonhoogte te verbinden, zie: Overbindingen
Indien nodig, verlaat de Noteninvoermodus
en selecteer de eerste noot:
S genereert een legatoboog:
Shift+→ verplaatst het einde van de boog naar de volgende noot:
X wisselt de boogrichting:
Esc beëindigt de Bewerkingsmodus:
Noteninvoermodus
en selecteer de eerste noot:Noteninvoermodus
bent. Voer de eerste noot in van de sectie waarover een Legatoboog moet worden geplaatst.De handgrepen, zoals weergegeven in de stappen 2 t/m 4 van methode 1, kunnen aangepast worden met de muis. Met de twee buitenste kun je het begin en het einde van de boog aanpassen. Met de twee binnenste kun je de omtrek van de boog aanpassen
Een legatoboog kan meerdere systemen en pagina's overspannen. Het startpunt en het eindpunt zijn verankerd aan een noot, een akkoord of een rust. Wanneer de noten worden herschikt door een verandering in opmaak, omvang of stijl, zal de boog mee bewegen en het formaat past zich aan.
In dit voorbeeld wordt de legatoboog overspannen van de bas naar de G-sleutel.
Selecteer de eerste noot van de legatoboog (met de muis). Hou de Ctrl-toets ingedrukt (⌘ on a Mac) selecteer (met de muis) de laatste noot van de boog en druk: S om een legatoboog toe te voegen.
Gestippelde legatobogen komen in de muziek voor waar het gebruik varieert tussen coupletten. Gestippelde bogen worden soms ook gebruikt als suggestie van een arrangeur (in tegenstelling tot de markeringen van de componist). Om een bestaande legatoboog in een gestippelde of gestreepte boog te veranderen moet je hem selecteren en dan bij de instellingenoverzicht (F8) kan het 'Lijntype' worden gewijzigd van 'Doorgetrokken' in 'Gestippeld' of 'Gestreept'.
X wisselt de richting van de geselecteerde boog.
Lijnen kunnen worden toegevoegd door een lijn-symbool uit het palet "Lijnen" te slepen naar de partituur of door eerst een notenbereik te selecteren en daarna te dubbelklikken op het lijn-symbool.
Net zoals eerder hangt het aantal items dat getoond wordt af van de instellingen van de Nonexistant node nid: 39841.
Het Basis palet:
De volledige lijst, beschikbaar in de geavanceerde werkruimte:
Als je de lengte van een lijn wijzigt met de muis, zal de positie van het anker op de maat (of noot) niet veranderen.
Daarom wordt de volgende methode aanbevolen:
Als je je in de Noteninvoermodus
bevindt, druk dan Esc om deze te verlaten.
Dubbelklik op de lijn die je wilt wijzigen om naar de Bewerkinsmodus
te schakelen.
Verplaats de handgrepen met behulp van de volgende sneltoetsen:
Als je de lengte op zich wilt aanpassen zonder daarbij de noten of de maten waaraan de lijn verankerd is te wijzigen, sleep dan de handgrepen met de muis of gebruik:
Wanneer er in een hele maat geen noten staan, dan wordt een helemaatsrust gebruikt. Een helemaatsrust lijk op een hele noot rust, maar is gecentreerd in het midden van de maat en in plaats van dat deze gelijk is aan vier kwart tellen heeft deze de waarde van de hele maat lengte afhankelijk van de huidige maatsoort.
Om een helemaatsrust te maken selecteer je een maat en druk je op Del. Alle noten en rusten in deze maat worden vervangen door een hele maat rust.
Rusten over meerdere maten geven een lange lengte van stilte aan voor een instrument en worden vaak gebruikt in ensemble bladmuziek. Ze worden automatisch onderbroken op belangrijke plaatsen, zoals een dubbele maatstreep, repetitieteken, muzieksleutel of maatsoort wijzigingen, etc.
Het getal boven de meermaatsrust geeft aan hoe lang de rust duurt.
Als alternatief, druk op M op het toetsenbord om de meermaatsrust optie aan of uit te zetten.
De stijl optie combineert automatisch de lege maten in meermaatsrusten in de gehele partituur. Het is daarom aanbevolen om eerst alle noten in te voeren en dan de meermaatsrust optie aan te zetten.
Zie ook: Maat bewerkingen: Onderbreek meermaatsrust
Je wilt een meermaatsrust opsplitsen in twee meermaatsrusten.
De optie moet worden aangezet voordat de "Maak meermaatsrusten" optie in Stijl → Algemeen..., in de "Partituur" optie wordt aangezet.
Selecteer de eerste maat waar de volgende meermaatsrust moet beginnen, klik met rechts en kies Maateigenschappen → Onderbreek meermaatsrust
Opmerking: Meermaatsrusten worden onderbroken door een repetitieteken (niet bij gewone tekst), sectie einde, muzieksleutel of maatsoort wijziging, of dubbele maatstreep.
Octave (Ottava) lines are used to indicate that a section of music is to be played one or more octaves above or below written pitch: The line may be dotted or solid. Ottavas are available in the Lines palette of the Basic and Advanced workspaces.
8─────┐or 8va─────┐: Play one octave above written pitch
8─────┘or 8vb─────┘: Play one octave below written pitch
8va/8vb lines are particularly common in piano scores, though they are sometimes used in other instrumental music.1 15ma (2 octaves above) and 15mb (2 octaves below) are also occasionally used.
Use one of the following:
See also, Lines: Adjust vertical position.
See Lines: Change length.
Octaves can be customized just like any other line. See Lines: Custom lines and line properties.
Gerou/Lusk. Essential Dictionary of Music Notation (Internet Archive). ↩︎
Een overbinding is een gebogen lijn tussen twee noten met dezelfde toonhoogte. Indien je een gebogen lijn wilt die over meerdere tonen moet, zie dan Legatoboog.
Selecteer de eerste noot:
+ maakt een overbinding:
(+ of de overbinding knop, , te vinden rechts bovenaan naast de noten in de noot invoer werkbalk)
Om overbinding te maken tijdens het noten invoeren, druk op de + of de overbinding knop , na de eerste noot van de boog.
X wisselt de positie van een overbinding, van boven de noot naar onder de noot en visa versa.
Om een overbinding toe te voegen tussen twee akkoorden, selecteer de stok van het eerste akkoord of Shift + klik op het eerste akkoord en druk dan op + of de overbinding knop . Noteninvoermodus mag hierbij niet aanstaan.
Indien akkoorden moeten worden gebonden die unisono noten bevatten dan is de beste manier:
Korte voorslagen (Acciaccatura) worden weergegeven als kleine nootjes met een streep door de stok. Lange voorslagen (Appoggiatura) hebben geen streep door de stok. Beiden worden voor de noot (met normaal formaat) geplaatst.
Siernoten kunnen worden toegevoegd door een siernoot-symbool uit het palet Siernoten te slepen naar een noot (met normaal formaat).
U kunt ook een notenkop selecteren en vervolgens dubbelklikken op het siernoot-symbool.
Om meerdere siernoten toe te voegen: sleep achtereenvolgend de siernoten naar de notenkop.
Om een akkoord van siernoten in te voegen: plaats de eerste siernoot; hou de Shift-toets
ingedrukt + type de letterbenaming van de noten (C, D, E etc...)
Om de duur van een siernoot te wijzigen: selecteer deze (door er op te klikken) en klik daarna op een van de symbolen op de werkbalk: of gebruik de sneltoetsen 1 t/m 9 (zie Noteninvoer).
Het kan zijn dat ja na een noot (zoals een triller) de siernoot handmatig moet bijstellen met Ctrl + pijltjes.
Tremolo is het snel herhalen van één noot of het snel wisselen tussen twee of meer noten. Het wordt aangegeven met schuine strepen door de stokken van de noten. Als de tremolo tussen twee of meer noten is, dan worden de strepen tussen hen geplaatst. Tremolo symbolen worden ook gebruikt voor het noteren van een roffel op de trom.
Het tremolo palet bevat aparte symbolen voor de tremolo's voor één noot (hieronder te zien met de stokken) en voor twee of meer noten (hieronder te zien zonder de stokken).
Om een tremolo toe te voegen aan een enkele noot selecteer je de noot en dubbelklik daarna op het gewenste symbool in het tremolo palet.
In een tremolo die bestaat uit twee noten heeft iedere noot de waarde van de hele tremolo. Om een tremolo met de duur van een halve noot te maken, voor eerst twee normale kwart noten in en na het toevoegen van de tremolo aan de eerste noot, wordt de noot waarde automatisch gewijzigd in halve noten.
Voortekens kunnen worden toegevoegd / gewijzigd door een voortekensymbool uit het Palet Voortekens te slepen naar een noot in de partituur.
Als je alleen de toonhoogte van één noot wilt aanpassen: selecteer de noot en druk:
Om de bestaande voortekenens te veranderen in een waarschuwend voorteken (tussen haakjes) sleep je de haakjes van het Palet Voortekens naar het bestaande voorteken (niet de notenkop). Om de haakjes verwijderen selecteer je het voorteken en drukt je op Del.
Als je later de toonhoogte van de noot met de cursortoetsen wijzigt, worden de handmatige instellingen aan de voortekens verwijderd.
De menufunctie Noten → Herbepaal toonhoogtes probeert de juiste voortekens te raden voor de hele partituur.
Waardestrepen worden automatisch geplaatst, maar kunnen handmatig worden aangepast.
Waardestrepen kunnen worden toegevoegd door een waardestreep-symbool uit het palet "Waardestreep-eigenschappen" te slepen naar een noot.
Je kunt ook eerst de noot selecteren en daarna dubbelklikken op het gewenste waardestreep-symbool.
start de waardestreep bij deze noot.
beëindig de waardestreep niet bij deze noot.
geef deze noot geen waardestreep.
start een tweede waardestreep bij deze noot.
start een derde waardestreep bij deze noot.
(terug naar) automatisch (= de standaard): MuseScore bepaalt de waardestreepeigenschap aan de hand van de maatsoort.
start een gevederde waardestreep (trager) bij deze noot.
start een gevederde waardestreep (sneller) bij deze noot.
Om de hoek van de waardestreep te bepalen of om de afstand van de waardestreep naar de noot (dat wil zeggen de lengte van de stok) te wijzigen, dubbelklik je op de waardestreep om het in de Bewerkingsmodus te komen. De rechter handgreep is geselecteerd.
Pijl omhoog/omlaag zal nu de hoek aanpassen.
Door het selecteren van de linker handgreep en het gebruik van de op/neer pijltjestoetsen zal de stok verlengen/ verkorten.
Als je klaar bent: druk Esc om de bewerkingsmodus te verlaten.
Om een waardestreep boven of onder de noten te plaatsen kun je deze knop gebruiken in de tweede werkbalk: of gebruik de sneltoets “X”.
Het begin en einde van eenvoudige herhalingen kan worden ingesteld door gebruik te maken van de juiste maatstrepen. Voor instructies voor eerste en tweede einden maten, zie Volta
Zorg dat de optie "Laat herhalingen horen" aanstaat om ze te horen tijdens het afspelen. Je kunt dit uitschakelen door de knop te de-selecteren.
In de laatste maat van een herhaling kun je middels eigenschappen "aantal herhalingen" instellen hoe vaak de herhaling moet worden gespeeld.
Tekst en symbolen met betrekking tot herhalingen kunnen worden gevonden in het 'Herhalingen & Sprongen' palet.
Het Herhalingen & sprongen palet bevat de symbolen voor maatherhaling, segno en coda. Het bevat ook 'D.S.', 'D.C.' en Fine tekst:
Om een object toe te voegen uit het herhalingen palet, sleep het op (niet boven) de gewenste maat (zodat de maat van kleur wijzigt) en laat het los. Het object komt dan boven deze maat in de partituur te staan.
Sprongen bestaan over het algemeen uit drie delen:
Labels zijn namen die worden toegewezen een maten. Twee labels ("start", "end") geven het begin en einde van de partituur aan en hoeven niet expliciet te worden toegevoegd.
Voorbeelden:
Bij de sprong instructie Da Capo zal het bij het afspelen worden gesprongen naar het begin van de partituur en wordt deze in zijn geheel herhaald (tot aan het impliciete end label).
Bij de sprong instructie Da Capo al Fine zal bij het afspelen worden gesprongen naar het begin van de partituur en wordt deze afgespeeld tot aan het Fine/Einde label.
Dal Segno al Fine (of D.S. al Fine) springt naar het Segno label en speelt tot aan het Fine/Einde label.
Dal Segno al Coda springt naar het Segno label en speelt tot aan het eerste To Coda label. Het afspelen gaat dan verder bij het eerstvolgende Coda label. De eigenschappen van de sprong kan worden ingesteld door met rechts te klikken op het D.S. al Coda label.
Volta haken, of eerste en tweede einden haken, worden gebruikt om verschillende einden aan te geven voor een herhaling.
Om een volta haak in de partituur te plaatsen, sleep je deze vanuit het Lijnen palet en plaats hem op de gewenste plaats.
Om het symbool over meerdere maten te plaatsen moet deze naar de eerste maat worden gesleept zoals hierboven, vervolgens dubbelklikken om in de bewerkingsmodus te komen en druk dan op Shift+→ om het einde één of meerdere maten naar rechts te verplaatsen. Je kunt het einde ook een maat terug verplaatsen met Shift+←.
Deze commando's verplaatsen de "logische" start of eind van een volta haak, welke zorgt voor het correct afspelen in MuseScore en helpt met de opmaak over meerdere systemen. Het verplaatsen van de handgrepen met de muis of met de linkse en rechtse pijltjes toetsen zonder Shift stelt je instaat de positionering aan te passen maar verandert niet hoe de herhaling wordt afgespeeld en kan zorgen voor afspeel of spreidingsproblemen.
Als je de handgrepen verplaatst, dan wordt er een gestreepte lijn zichtbaar in de partituur van de handgreep naar de logische positie:
Je kunt de tekst en andere eigenschappen van de volta haak aanpassing in het lijn-eigenschappen dialoog. Klik met rechts op een volta haak en kies Lijn-eigenschappen.... Het figuur hieronder laat de volta tekst zien als "1.-5."
Je kunt ook met rechts klikken op de volta en het volta-eigenschappen dialoog weergeven. Van hieruit kun je zowel de tekst (zoals hierboven in het lijn-eigenschappen dialoog) en de herhalingslijst aanpassen. Als je één volta wilt laten spelen voor sommige herhalingen en een andere volta voor andere herhalingen, voer dan de herhalingen in gescheiden door een komma. In het onderstaande voorbeeld wordt deze volta gespeeld bij herhaling 1, 2, 4, 5 en 7. Een andere volta bevat het andere einde, zoals 3, 6 en mogelijk hogere nummers zoals 8, 9, etc.
Soms moet een herhaling meer dan twee keer worden afgespeeld. In het bovenstaande figuur geeft de volta aan dat het vijf keer gespeeld moet worden voordat het verder gaat. Als je het aantal keer dat MuseScore een herhaling afspeelt wilt veranderen, ga dan naar de maat waarin de herhalingsmaatstreep staat en wijzig het 'aantal herhalingen' (zie Maatbewerkingen: Overige eigenschappen)
Met transponeren verhoog of verlaag je een selectie van noten in de notenbalk. MuseScore ondersteund verschillende vormen van transponeren.
(Zie onder voor details)
Chromatisch transponeren verplaatst noten naar boven of beneden in stappen van een halve toon. Vanuit het hoofd menu, kies Noten → Transponeer, selecteer de toonsoort om te transponeren - dichtstbijzijnde, omhoog of omlaag.
Standaard wordt hierbij ook de toonsoort veranderd. Indien je dit niet wilt, kun je dit ook uitzetten door "transponeer toonsoorten" uit te zetten.
Chromatisch transponeren verplaatst noten naar boven of beneden in stappen van een halve toon. Vanuit het hoofd menu, kies Noten → Transponeer, selecteer "Op Interval" en kies de gewenste interval uit de lijst en of je omhoog of omlaag wilt transponeren.
Standaard wordt hierbij ook de toonsoort veranderd. Indien je dit niet wilt, kun je dit ook uitzetten door "transponeer toonsoorten" uit te zetten.
Je kunt een selectie van noten ook transponeren met de pijltjes toetsen(↑ of ↓), hierbij blijft de toonsoort gelijk.
Diatonisch transponeren verplaatst de noten naar boven of naar beneden in de huidige toonladder en toonsoort. Je kunt een enkele noot verplaatsen door deze naar boven of beneden te slepen. Je kunt een selectie van noten verplaatsen met Ctrl + klik en slepen.
Sommige instrumenten, zoals een Bes trompet of alt sax, zijn transponerende instrumenten. Deze instrumenten klinken lager of hoger dan de geschreven toonhoogte. MuseScore heeft een ingebouwde optie voor transponerende instrumenten.
De Werkelijke toonhoogte knop en Noten → Werkelijke toonhoogte uit het hoofd menu laat je wisselen tussen de werkelijke toonhoogte en de transponerende toonhoogte. Werkelijke toonhoogte helpt componisten en arrangeurs bij het schrijven van muziek omdat ieder instrument in dezelfde toonsoort staat en de noten in de notenbalk klinken zoals ze in werkelijkheid zijn. Wanneer werkelijke toonhoogte is uitgeschakeld, dan klinken de noten van sommige instrumenten niet hetzelfde als de noot geschreven in de notenbalk maar zijn ze geschikt om op het instrument gespeeld te worden. Denk er aan dat, indien je werkelijke toonhoogte gebruikt, je dit uitgeschakeld voordat je de partijen afdrukt.
Instrument transpositie is reeds ingesteld in MuseScore. Echter, als je een zeldzaam instrument of een transpositie nodig hebt die niet in MuseScore zit, moet je mogelijk de instrument transpositie handmatig aanpassen. Klik met rechts op een leeg gedeelte van de notenbalk van het instrument en kies Notenbalk-eigenschappen.... Onderaan in het Notenbalk-eigenschappen scherm kun je de interval van de transpositie, octaaf verschuivingen en of de interval "Omhoog" (klinkt hoger dan geschreven) of "Omlaag" (klinkt lager dan geschreven) is.
Drumnotatie en percussie-notatie omvat gestemde en ongestemde notaties.
Als u niet vertrouwd bent met het aanpassen van meerdere stemmen in een notenbalk, zie: Stemmen voor een overzicht.
Het is raadzaam eerst ervaring op te doen met Noten invoer alvorens u aan percussie-notatie begint.
De eenvoudigste manier om drumnotatie toe te voegen aan uw notenbalk is via het MIDI toetsenbord. Sommige MIDI toetsenborden hebben slagwerk markeringen boven/onder elke toets. Als u op de toets voor HiHat drukt, zal MuseScore de juiste notatie aan de partituur toevoegen. MuseScore zorgt automatisch voor de stokrichting en het type van notenkop.
Om noten in te voeren op een percussie notenbalk met het computer toetsenbord klik je eerst op de notenbalk en druk je dan op N om de noteninvoermodus
te activeren. Standaard zijn er zeven drum geluiden gekoppeld aan de toetsenbord snelkoppelingen (A-G), net zoals bij de reguliere noot invoer. Je kunt deze zeven snelkoppeling aan andere drum geluiden toewijzen via de Bewerk drumset knop in het drum invoer palet (zie →hieronder).
Als je een nieuwe drum noot wilt invoeren/toevoegen op dezelfde positie van een bestaande noot—bijvoorbeeld als je de snare en hi-hat geluiden gelijktijdig wilt laten horen—dan moet je bij het invoeren van de nieuwe noot via het computer toetsenbord de Shift toets indrukken zodat je de bestaande noot niet overschrijft. Dit is dezelfde methode als die wordt gebruikt voor het invoeren van akkoord voor gestemde instrumenten in MuseScore (zie Noteninvoer).
Noot invoer voor ongestemd percussie werkt anders dan voor andere instrumenten, hier zijn de speciale stappen:
noteninvoermodus
te activerenHet is mogelijk dat je de geluiden wilt aanpassen die gekoppeld zijn aan de toonhoogte in de notenbalk. Dit kun je doen door, terwijl je in noteninvoermodus bent van een percussie notenbalk, te klikken op de Bewerk drumset knop aan de linkerkant. Je kunt ook de toetsenbord snelkoppeling voor specifieke noten aanpassen die je mogelijk gebruikt in de partituur.
Drumsets worden opgeslagen als .drm bestanden.
Om een roffel te maken gebruik je de Tremolo.
Muziek voor snaarinstrumenten met fretten wordt vaak genoteerd in tablatuur (Tab) notatie. Hierbij worden een visuele representatie weergegeven van de snaren en fret nummers die moeten worden gebruikt bij het spelen.
Tablatuur kan ook worden gecombineerd met de gewone notatie:
Wanneer een tablatuur notenbalk wordt aangemaakt dan wordt deze ingesteld op de meest gebruikelijke stemming voor het instrument dat gekozen is - als voorbeeld, bij een gitaar is de standaard stemming E2, A2, D3, G3, B3, E4. Om de stemming van een instrument (of andere tablatuur eigenschappen) aan te passen gebruik je het Notenbalk-eigenschappen dialoog (zie Wijzig instrument snaargegevens).
Kies Bestand → Nieuw of gebruik de sneltoets Ctrl + N (Mac: Cmd+N) om de Nieuwe partituur wizard te openen. In de Kies instrumenten stap, selecteer een (of meerdere) van de tablatuur opties uit de getokkelde snaarinstrumenten lijst in de linker kolom en kies Voeg toe.
Indien het gewenste instrument niet voorkomt in de "Algemene instrumenten" lijst dan kan het zijn dat deze zich bevindt in de "Alle instrumenten" lijst - gebruik het selectie optie boven de instrumenten lijst om de categorie van instrumenten die worden weergegeven te wijzigen. Als alternatief kun je ook de zoek optie gebruiken die onderaan de instrumenten lijst staat.
Als de gewenste instrument/tablatuur combinatie niet beschikbaar is in de lijst dan kun je het volgende doen:
Hiermee kun je een tablatuur maken voor ieder chromatisch instrument met fretten.
Opmerking: Voor het maken van een gecombineerde notenbalk/tablatuur, zie Combineer een standaard notenbalk met een tablatuur notenbalk.
Het is ook mogelijk om een standaard type notenbalk om te zetten naar een tablatuur variant en visa versa:
De geselecteerde notenbalk wordt nu omgezet in een tablatuur notenbalk. Selecteer "Standaard" in stap 7 om een tablatuur notenbalk om te zetten in een standaard notenbalk.
Hiermee is het mogelijk om de partij in een standaard notenbalk in te voeren en dan om te zetten in een tablatuur en visa versa.
Tablatuur 'noten' (of fret markeringen) refereren niet naar toonhoogten maar naar snaren en fret posities. Het is noodzakelijk dat je tablatuur 'weet' welke snaarstemming je gebruikt anders zijn de toonhoogten die gemaakt worden van de fret markeringen (bijvoorbeeld in gekoppelde notenbalken bij het afspelen of bij het maken van audio bestanden) niet juist.
De getokkelde snaarinstrument die beschikbaar zijn in de instrumtenlijst (druk op I om deze te zien) zijn ingesteld op de 'standaard' snaarstemming gegevens. Je kunt de stemming bekijken door met rechts te klikken op een notenbalk in de partituur en te kiezen voor Notenbalk-eigenschappen en vervolgens te drukken op de Wijzig snaargegevens... knop.
In sommige gevallen is het nodig om deze informatie aan te passen - als voorbeeld wanneer je werkt met een niet-standaard stemming (scordatura). En indien een specifiek instrument niet in de instrumentenlijst beschikbaar is en er een gelijksoortig instrument is gekozen bij het maken van de partituur.
Het is belangrijk om de stemming van de notenbalk te controleren voor het invoeren van de noten.
Om de snaar stemming te zien / wijzigingen:
Het volgende is alleen van toepassing voor getokkelde snaarinstrumenten notenbalk (standaard of tablatuur):
Selecteer Notenbalk-eigenschappen...
Druk op de Wijzig snaargegevens... knop onderaan het dialoog venster (deze knop is alleen beschikbaar indien het instrument is ingesteld als een snaar instrument). Het "Snaargegevens" dialoog wordt geopend, controleer de huidige snaar informatie en maak aanpassingen waar nodig met de Nieuwe snaar..., Bewerk snaar..., Verwijder snaar knoppen
Opmerking: De selectie vakjes in de Open kolom worden gebruikt om individuele snaren altijd als open (zonder fret), zoals bij de luit, te markeren.
Als de stemming wordt aangepast wanneer de tablatuur voor het instrument reeds een aantal noten bevat, dan worden de fret markeringen, waar mogelijk, aangepast zodat dezelfde noten met de nieuwe stemming worden gehoord.
Het aantal frets (zowel fysieke frets als 'virtuele' posities) bepaald het hoogste fret nummer dan een snaar kan krijgen.
Iedere wijziging die je aanbrengt in de snaarstemming is alleen van toepassing voor dat instrument en voor die partituur en zal de standaard/ingebouwde instellingen niet veranderen.
Controleer of het "Aantal frets" juist is en pas deze aan indien niet juist
Met het dialoog venster dat wordt geopend met de Bewerk snaar... functie kun je een nieuwe noot toe kennen aan de snaar.
De standaard eigenschappen van een tablatuur zijn geschikt voor een gitaar in de standaard stemming (E2, A2, D3, G3, B3, E4). Voor andere instrumenten en/of genres kan het nodig zijn deze eigenschappen aan te passen.
De instellingen van een tablatuur, net zoals voor de overige type van notenbalken, kunnen worden gewijzigd in de Notenbalk-eigenschappen dialoog.
Voor sommige instrumenten is het gebruikelijk om zowel de standaard notenbalk als een tablatuur (TAB) notenbalk te gebruiken. De standaard notenbalk laat de conventionele notatie zien terwijl de tablatuur notenbalk de snaar en fret nummers laat zien.
Er zijn twee manieren om dit te doen:
In MuseScore is het mogelijk om notenbalken te "koppelen" zodat wijzigingen in de één ook worden toegepast in de gekoppelde. Indien de standaard notenbalk is gekoppeld aan een tablatuur dan kunnen beide gebruikt worden om de noten in te voeren.
Zodra de nieuwe gekoppelde notenbalk is gemaakt kun je de eigenschappen (bv. wijzig in tablatuur) en/of andere eigenschappen wijzigen zoals hierboven beschreven.
Als akkoorden worden ingevoerd in de normale notenbalk (of worden gekopieerd vanuit een andere notenbalk met Ctrl+C / Ctrl+V), dan probeert MuseScore in de tablatuur de noten zo goed mogelijk te verdelen over de snaren en daarbij conflicterende frets (meerdere noten op dezelfde snaar) te voorkomen. Als dat niet mogelijk is dan worden conflicterende noten in de tablatuur met een rode achtergrond weergegeven en moeten deze met de hand worden aangepast (zie hieronder Noten Bewerken).
Indien je een standaard notenbalk wilt gebruiken zonder dat de noten automatisch worden overgenomen, doe dan het volgende:
Een andere optie is om een niet-gekoppelde tablatuur notenbalk toe te voegen als een apart instrument:
Je kunt nu noten invoeren in beide notenbalk zonder dat deze invloed hebben op elkaar. Je kunt hierbij ook gebruik maken van de kopieer en plak optie om de muziek van de ene notenbalk in de andere over te nemen.
Toetsenbord:
Muis:
MuseScore weigert om een tweede noot in te voeren op een snaar die al een noot bevat, om deze reden is het meestal beter om bij het schrijven van akkoorden te beginnen bij de hoogste snaar en dan verder te gaan met de lagere.
Selecteer de nootwaarde/lengte die moet worden ingevoerd
Indien je in e TAB invoer mode bent, dan worden de standaard snelkoppelingen voor het invoeren van de nootwaarden (0 tot en met 9) gebruikt voor het invoeren van de fret cijfers. Om de waarde te selecteren voor de volgende in te voeren noot kunnen de volgende vier methoden worden gebruikt:
Zolang je NIET in de invoermodus bent, zijn er drie toets combinaties mogelijk om een fret markering te wijzigen:
Noteninvoermodus
Type: | Je krijgt: |
---|---|
↑ | Selecteer de hogere snaar als de huidige. |
↓ | Selecteer de lagere snaar als de huidige. |
Shift+1 tot en met Shift+9 | Selecteer de lengte |
NumPad 1 tot en met NumPad 9 | Selecteer de lengte |
Q | Verlaag de huidige invoer lengte. |
W | Verhoog de huidige invoer lengte. |
0 tot en met 9 | Voer een fret cijfer / letter in. |
A tot en met K | Voer een fret cijfer / letter in (exclusief I). |
Shift+↑ | Verhoog de huidige fret markering. |
Shift+↓ | Verlaag de huidige fret markering. |
Normale mode
Type: | Je krijgt: |
---|---|
Shift+↑ | Verhoog de toon van de gekozen noot (MuseScore kiest hierbij de snaar). |
↑ | Verhoog de toon zonder de snaar te veranderen. |
Shift+↓ | Verlaag de toon van de gekozen noot (MuseScore kiest hierbij de snaar). |
↓ | Verlaag de toon zonder de snaar te veranderen. |
Ctrl+↑ | Verplaatst de noot naar de bovenliggende snaar, toonhoogte blijft gelijk. |
Ctrl+↓ | Verplaatst de noot naar de onderliggende snaar, toonhoogte blijft gelijk. |
Shift+X | Zet de ghost nootkop aan of uit. |
MuseScore heeft ingebouwde "Geluid en afspeel" mogelijkheden. Dit hoofdstuk beschrijft de afspeel functies en de manier waarop het geluid van het instrument kan worden uitgebreid naast het ingebouwde piano geluid.
MuseScore heeft een geïntegreerd mengpaneel en synthesizer om de partituur af te spelen.
Door het drukken op de Afspeel knop, kom je in de Afspeel mode. In de Afspeel mode zijn de volgende commando's beschikbaar:
Druk nogmaals op de afspeel knop om te stoppen en om de Afspeel mode te verlaten.
MuseScore start met afspelen vanaf de plaats waar het als laatste gebleven is. Indien je echter een noot selecteert dan speelt MuseScore vanaf die plaats. In de werkbalk is ook een terugspoel knop om snel terug te gaan naar het begin van de partituur voor het afspelen.
Activeer de Laat herhalingen horen-knop om herhalingen tijdens het afspelen af te spelen.
Het Afspeelpaneel geeft meer controle over het afspelen inclusief het aanpassen van het tempo, start-eind positie en algehele volume voor de huidige sessie (deze aanpassing worden niet in de partituur opgeslagen). Vanuit het hoofd menu kies je Weergave → Afspeelpaneel om het te openen.
Opmerking: Je kunt het standaard volume instellen via de Synthesizer (Weergave → Synthesizer).
Je kunt het aftellen voordat het afspelen begint aan- of uitzetten. Het aftellen speelt een hele maat (volgens de huidige maatsoort op de afspeel positie); indien het start punt in het midden van een maat is of als het om een 'verkorte' maat (opmaat) gaat, dan worden er zoveel tellen gespeeld als nodig om die maat op te vullen.
Het dirigent icoon in het afspeelpaneel schakelt het aftellen in of uit.
Je kunt een begeleidende metronoom tijdens het afspelen aan- of uitzetten met het metronoom icoon in het afspeelpaneel.
Je kunt het afspelen van een passage herhalen. Gebruik de drie knoppen onderaan het afspeelpaneel om eerst de start en eind positie in te stellen en daarna kan de lus worden afgespeeld. De lus kan ook aan/uit worden gezet middels een knop in de hoofd werkbalk van MuseScore.
Bij de lus start en eind positie is een blauwe vlag wijzend naar rechts respectievelijk links zichtbaar.
De Mixer stelt je instaat de instrument geluiden aan te passen, het volume, het panorama, de reverb. (galm) en de chorus voor iedere notenbalk in te stellen. Kies vanuit het hoofd menu Weergave → Mixer of druk op F10 (Mac: fn+F10) om de mixer zichtbaar te maken.
Gebruik de Demp optie om snel een aantal partijen stil te maken. Als alternatief kun je ook de Solo optie gebruiken om alle partijen stil te laten zijn behalve die als "Solo" is aangemerkt.
Om een knop met de klok mee te draaien, klik en sleep naar boven. Om een knop tegen de klok in te draaien, klik en sleep naar beneden.
De lijst met geluiden bestaat uit alle instrumenten die door je huidige SoundFont worden ondersteund. Indien je meerdere SoundFonts hebt geladen in de Synthesizer dan worden de geluiden van alle SoundFonts in de lijst weergegeven—de beschikbare geluiden worden in volgorde van de geladen SoundFonts weergegeven. Eerst de geluiden van het eerste SoundFont, daarna die van de tweede, etc.
Je kunt een notenbalk aanpassen in een ander instrument. De volgende methode wijzigt in één keer het instrument geluid, de notenbalknaam en de notenbalk transpositie.
Niet te verwarren met Instrument wijzigen in notenbalk.
Sommige instrument kunnen ook van geluid wijzigen in het midden van een partituur. Als voorbeeld, strijkers kunnen pizzicato of tremolo spelen, terwijl een trompet kan veranderen in gedempte trompet.
De volgende instructie stelt het gebruik van pizzicato strijkers in als voorbeeld, maar hetzelfde principe geldt voor tremolo violen of een gedempte trompet.
Selecteer pizzicato in de lijst
Klik OK om terug te gaan naar de partituur
Iedere noot die volgt na de notenbalktekst die je hebt toegevoegd klinkt nu pizzicato. Om later terug te keren naar het normale strijkers geluid volg dezelfde instructie als hierboven echter type Arco in stap 3 en selecteer normaal in stap 6.
Instrumentwijziging tekst (beschikbaar als "Instrument" in het tekst palet) kan worden gebruikt om aan te geven dat het instrument dat wordt gespeeld wordt gewijzigd in een specifieke notenbalk en deze wijziging is ook hoorbaar tijdens het afspelen. Er is echter wel een beperking, de transpositie wordt hierbij niet veranderd.
Pas "Instrument" toe vanuit het tekst palet
Dubbelklik op de nieuw ingevoegde tekst om deze te bewerken
Merk op dat je ook de opmaak van de tekst kunt aanpassen
of pas de Tekst-eigenschappen aan door met rechts te klikken op de tekst na het verlaten van de bewerkingsmodus (de tekst moet zwart zijn en niet helder blauw) of pas een Tekst Stijl toe (dat dezelfde wijziging zal toepassen op alle tekst voor instrumentwijzigingen).
Klik met rechts op de tekst en kies "Wijzig instrument..."
Kies het instrument en klik OK
Een SoundFont is een speciaal bestand dat samples bevat van verschillende instrumenten die verschillende noten spelen, dit maakt het mogelijk voor MuseScore om ieder instrument geluid te spelen. Sommige SoundFonts zijn speciaal gemaakt voor klassieke muziek, andere voor jazz, pop, etc.
Er zijn veel SoundFonts beschikbaar op het internet. Zoek er naar één die de 128 geluiden van General MIDI (GM) omvat. Als je een SoundFont gebruikt dat niet voldoet aan de General MIDI standaard, dan horen anderen mogelijk niet de juiste instrumenten als je de partituur deelt of exporteer naar een MIDI bestand. MuseScore 0.9.6 tot 1.3 bevatte een relatief licht-gewicht, algemeen SoundFont genaamd TimGM6mb.sf2
, terwijl 2.0 met het veel betere FluidR3Mono_GM.sf3
komt.
De bestandsgrootte en geluid kwaliteit van de SoundFonts op het internet variëren. Grotere SoundFonts hebben vaak een betere geluidskwaliteit maar kunnen te groot zijn om op je computer te gebruiken. Als je merkt dat MuseScore traag wordt na het installeren van een groot SoundFont, of als je computer het niet kan bijhouden tijdens het afspelen, ga dan opzoek naar een kleiner SoundFont.
Zodra een SoundFont geïnstalleerd is dan kan het door MuseScore worden gebruikt voor het afspelen (en andere aspecten van het geluid) met de Synthesizer. Om de Synthesizer weer te geven ga je naar Weergave → Synthesizer.
Na het vinden en uitpakken van een SoundFont (zie →hieronder), dubbelklik er op om deze te openen. In de meeste gevallen zal het SoundFont type gekoppeld zijn aan MuseScore en dus zal MuseScore worden opgestart en een dialoog wordt zichtbaar waarin wordt gevraagd of je het SoundFont wilt installeren. Soms is er een andere applicatie dan MuseScore gekoppeld aan het SoundFont bestands type; in dit geval klik je met rechts op het bestand zodat je kunt kiezen dat je het bestand met MuseScore wilt openen. In beide gevallen, zodra het dialoog wordt getoond met de vraag of je het SoundFont wilt installeren, klik je op "Ja" om een kopie van het SoundFont op te slaan in de MuseScore SoundFont map. Deze map is specifiek voor iedere aangemelde gebruiker en kan worden gezien of gewijzigd in MuseScore Voorkeuren; de standaard map is:
Windows: %HOMEPATH%\Documents\MuseScore2\Soundfonts
Mac OS X and Linux: ~/Documents/MuseScore2/Soundfonts
In tegenstelling tot door de gebruiker toegevoegde SoundFonts, is het initiële standaard SoundFont dat wordt geïnstalleerd door MuseScore opgeslagen in een systeem map die alleen hiervoor is bedoeld. Deze map en het standaard SoundFont bestand is:
%ProgramFiles%\MuseScore 2\sound\FluidR3Mono_GM.sf3
Windows (64-bit): %ProgramFiles(x86)%\MuseScore 2\sound\FluidR3Mono_GM.sf3
Mac OS X: /Applications/MuseScore 2.app/Contents/Resources/sound/FluidR3Mono_GM.sf3
Linux (Ubuntu): usr/share/sounds/sf2/FluidR3Mono_GM.sf3
Om een SoundFont te de-installeren open je de map waarin het SoundFont is geplaatst en verwijder je deze.
De Synthesizer is MuseScore's centrale controle paneel voor het maken geluid.
Nadat een SoundFont geïnstalleerd is, moet het met de Synthesizer worden geladen zodat het door MuseScore kan worden gebruikt voor het afspelen. Om de Synthesizer weer te geven ga je naar Weergave → Synthesizer.
Hieronder een aantal populaire GM SoundFonts van verschillende omvang.
FluidR3Mono_GM.sf3
(13.8 MB).Naast SoundFont bestanden ondersteund MuseScore ook het SFZ formaat, dankzij de nieuwe synthesizer Zerberus. Hier zijn een aantal SFZ geluid banken:
Opmerking: Omdat SoundFont bestanden erg groot zijn worden ze vaak gecomprimeerd in verschillende formaten inclusief .zip, .sfArk en .tar.gz. Deze bestanden moeten worden uitgepakt voordat ze gebruikt kunnen worden.
ZIP is standaard compressie formaat dat wordt ondersteund door de meeste besturing systemen.
sfArk is een compressie formaat dat speciaal is bedoeld voor het comprimeren van SoundFont bestanden. Gebruik de speciale sfArk software om het uit te pakken.
.tar.gz is een populair compressie formaat voor Linux. Windows gebruikers kunnen hiervoor 7-Zip gebruiken; Mac gebruikers kunnen gebruik maken van The Unarchiver, of de in Mac OS X's ingebouwde Archiveer toepassing. Merk op dat wanneer je 7-Zip gebruikt, je het bestand twee keer moet uitpakken, één keer voor GZip en één keer voor TAR.
Indien de werkbalk afspeel knop grijs is, of niet zichtbaar, volg dan de instructies hieronder om het geluid weer werkend te krijgen:
Als je voor de eerste keer een SoundFont gaat instellen, maak dan gebruik van één van de bovenstaande aanbevolen SoundFonts.
Als het afspelen stottert, dan is je computer niet instaat om het gebruikte SoundFont om te gaan. Er zijn hiervoor twee oplossingen:
MuseScore kan een partituur afspelen met gebruikmaking van swingende achtste of zestiende noten.
De aanbevolen manier om MuseScore (en de mensen die jouw muziek gebruiken) te laten weten dat een swing ritme benodigd is, gaat met het gebruik van het Swing Systeem tekst element.
Dubbelklik Swing in het tekst palet
De Swing tekst kan worden aangepast zoals ieder ander tekst element door er op te dubbelklikken (zie Tekstbewerken) en het kan verborgen worden door gebruik te maken van de Instellingenoverzicht.
Als je een partituur hebt waarin zowel "swing" als "gewone" secties voorkomen en je wilt dit laten horen tijdens het afspelen dan doe je het volgende:
Swing-instellingen voor een individuele Swing tekst markering zijn beschikbaar via rechts-klik → Systeemtekst-eigenschappen → Swing-instellingen. Hiermee kun je instellen hoe "zwaar" de swing (de ratio van de downbeat ten opzichte van de upbeat) en of het de achtste of zestiende noot is die in swing moet.
Standaard is, bij afwezigheid van een Swing tekst element, het afspelen in swing uitgeschakeld. Om het swing ritme tijdens het afspelen aan te zetten zonder het tekst element toe te voegen kunnen de algemene (voor de gehele partituur) swing-instellingen worden aangepast via Stijl → Algemeen... → Partituur.
De Synthesizer is MuseScore's centrale controle paneel voor het maken geluid. Hiermee stel je onder meer in welke SoundFonts er wordt gebruikt bij het afspelen en stel je de equalizer in en de volume niveaus.
Om de Synthesizer zichtbaar te maken, ga naar Weergave → Synthesizer.
Er kan slechts één set van Synthesizer instellingen tegelijk actief zijn - bv. indien je meerdere partituren geopend hebt dan is het niet mogelijk wijzigingen aan te brengen in de Synthesizer in één partituur en daarbij de overige onaangepast te laten. Ook zullen de wijzigingen die zijn aangebracht in de Synthesizer alleen in de huidige sessie worden gebruikt. De volgende keer dat MuseScore wordt gestart worden de standaard instellingen weer gebruikt. Die standaard instellingen kunnen op ieder moment worden gewijzigd door op de Stel in als standaard knop te drukken in de Synthesizer waardoor de huidige instellingen de nieuwe standaard instelling wordt voor de volgende sessies.
Het is ook mogelijk om de instellingen op te slaan in een individuele partituur en deze later op te roepen met de Sla op in partituur and Laad van partituur knoppen. De opgeslagen instellingen worden niet automatisch geladen bij het openen van een partituur, het is noodzakelijk om de instellingen handmatig te laden.
Wijzigingen die worden gemaakt in de Synthesizer zijn niet hoorbaar in geëxporteerde audio bestanden tenzij de Synthesizer instellingen zijn opgeslagen in de partituur met de Sla op in partituur knop.
Een verdere uitleg van deze opties is te vinden bij het voorbeeld voor de Stemming (hieronder).
Een SoundFont is een speciaal bestand dat samples bevat die MuseScore kan gebruiken bji het afspelen. MuseScore komt met het SoundFont FluidR3Mono_GM.sf3
, andere SoundFonts kunnen worden gedownload van internet (zie ook Lijst met SoundFonts). Zodra een SoundFont geïnstalleerd is dan kan het door MuseScore worden gebruikt voor het afspelen (en andere aspecten van het geluid) met de Synthesizer.
Standaard wordt het SoundFont FluidR3Mono_GM.sf3
geladen in de Synthesizer:
Klik op de Voeg toe knop om een ander SoundFont uit de SoundFont map aan de lijst toe te voegen.
Opmerking: Indien er geen andere SoundFonts zijn geïnstalleerd, dan zijn er geen andere SoundFonts beschikbaar om te laden. Om een SoundFont te gebruiken voor het afspelen, moet het eerst zijn geïnstalleerd (dat is een éénmalige actie) en dan worden geladen in de Synthesizer (dit kan worden gedaan wanneer nodig of permanent worden ingesteld).
Een geladen SoundFont kan worden verwijderd uit de Synthesizer (maar niet worden gede-installeerd) door het te selecteren in de lijst en dan te klikken op Verwijder. Als er meerdere SoundFonts zijn geladen dan kan de volgorde worden aangepast met de Omhoog en Omlaag knoppen.
Indien je geen geluiden hebt aangepast in de Mixer, dan wordt het SoundFont dat bovenaan de lijst staat gebruikt voor het afspelen. Indien je echter de Mixer gebruikt om verschillende instrumenten met geluiden uit verschillende SoundFonts te laten spelen dan werkt dit alleen correct als je dezelfde SoundFonts hebt geladen in dezelfde volgorde in de Synthesizer. Het is daarom aan te raden dat, indien je meerdere SoundFonts gebruikt, je klikt op de Sla op in partituur knop in de Synthesizer, zodat je de volgende keer dat je de partituur opent je de lijst van geladen SoundFonts (en andere Synthesizer instellingen) kunt oproepen met de Laad van partituur knop.
Optioneel kun je de Stel in als standaard knop gebruiken om de standaard Synthesizer instellingen te wijzigen zodat je deze de volgende keer niet vanuit de partituur hoeft te laden. Anders zal de Synthesizer terug gaan naar de originele standaard instelling in de volgende sessie dat je met MuseScore werkt.
Aan de rechterkant in de Synthesizer bevinden zich twee schuifbalken. De één bepaalt het afspeel volume, de andere bepaalt het volume van de optioneel ingebouwde metronoom. Net als met de overige instellingen van de Synthesizer zijn alle wijzigingen die hier worden gemaakt tijdelijk tenzij ze worden opgeslagen in de partituur of worden ingesteld als de nieuwe standaard.
In de Master Effecten
tab van de Synthesizer is het mogelijk geavanceerde afspeel opties zoals vertraging en equalizer instellingen. Standaard is het effect genaamd "Zita1" ingeschakeld, dat probeert om het hoorbare geluid zo echt als mogelijk te laten klinken. Het kan worden uitgeschakeld door "Effect A" op "NoEffect" te zetten. Om dit effect permanent uit te zetten (en permanent alle andere Synthesizer instelling toe te passen) klik Stel in als standaard.
Voor instrumenten op werkelijke toonhoogte gebruikt MuseScore A4 = 440Hz toonhoogte als standaard. Dit kan worden aangepast door een nieuwe waarde in te voeren in de via de Stemming
tab van de Synthesizer.
Zoals met alle andere Synthesizer instellingen is de stemming van toepassing op het afspelen in MuseScore maar heeft het geen effect op de geëxporteerde audio bestanden (WAV, OGG, MP3, MIDI) tenzij de Sla op in partituur optie is gekozen.
Opmerking: Dit is van toepassing op alle partituren. Alleen voor de huidige sessie (de stemming wordt hersteld naar standaard bij het afsluiten van MuseScore). Is van toepassing op afspelen maar niet op geëxporteerde audio bestanden (WAV, OGG, MP3 en MIDI).
Opmerking: Dit is van toepassing op alle partituren. Voor de huidige sessie en volgende sessies (totdat je het weer aanpast). Is van toepassing op afspelen maar niet op geëxporteerde audio bestanden (WAV, OGG, MP3 en MIDI).
Opmerking: Dit is van toepassing op de huidige partituur in de huidige sessie en alle volgende sessies. Het is van toepassing op afspelen en op geëxporteerde audio bestanden (WAV, OGG, MP3 en MIDI).
Tempo aanduidingen kunnen worden toegevoegd aan een partituur in de vorm van Tempotekst. Het afspeel tempo kan tijdelijk (handmatig) worden aangepast in het Afspeelpaneel.
Tempo aanduidingen worden gebruikt om de snelheid van de muziek aan te geven aan de persoon die de partituur leest en worden ook gebruikt tijdens het afspelen. Het is mogelijk om meerdere tempo aanduidingen te hebben op verschillende plaatsen in de hele partituur.
Een tempo aanduiding toevoegen:
Bestaande tempo aanduidingen kunnen worden aangepast door te dubbelklikken op de tekst in de tekstbewerkingsmodus.
Het aantal tellen per minuut van een tempo aanduiding kan direct worden aangepast door de tekst te bewerken indien "Volg Tekst" is gekozen in Instellingenoverzicht en de tempotekst is uitgedrukt in de vorm van "noot duur = nummer", zoals in dit voorbeeld dat de informatie bevat "kwartnoot = 75":
Als een tempo aanduiding is aangepast en niet langer deze informatie bevat (bijvoorbeeld door alleen het woord "Andante" zonder nummer), klik dan één keer op de aanduiding om deze te selecteren. Verwijder het vinkje bij "Volg Tekst" in het Instellingenoverzicht en nu kan handmatig het aantal kwart noten per minuut dat hoort bij de tempo aanduiding worden ingesteld.
Opmerking: Het afspelen is mogelijk sneller of langzamer indien de tempo instelling in het afspeelpaneel op een andere waarde is ingesteld dan 100%.
Geleidelijke tempo wijzigingen zoals ritardando ("rit.") en accelerando ("accel.") kunnen worden toegevoegd als systeemtekst, maar hebben momenteel geen effect op het afspelen.
Weergeven afspeelpaneel: Weergave → Afspeelpaneel of F11 (Mac: fn+F11)
Wijzig het werkelijk tempo van de partituur door het percentage aan te passen met de Tempo schuifbalk
Deze instelling wordt niet opgeslagen in de partituur en zal proportioneel worden toegepast op alle tempo aanduidingen in de partituur. Indien je meerdere tempo aanduidingen hebt in de partituur, dan is het BPM (Beats per Minute/Tellen per Minuut) getal dat boven de schuifbalk staat afhankelijk van de plaats waar je bent in de partituur. Als voorbeeld, indien het tempo van het afspelen is ingesteld op 80 BPM en het Afspeelpaneel is ingesteld op 120% van het tempo, dan is het werkelijke tempo van het afspelen 96 BPM. Dit is zichtbaar door het nummer dat wordt weergegeven boven het percentage in het Afspeelpaneel.
Het afspeel volume voor het hele stuk kan worden aangepast in het afspeelpaneel of lokaal door gebruik van dynamische tekens in de partituur.
Vanuit het Dynamische tekens palet, sleep een dynamiek naar een noot in de partituur. Als alternatief kun je ook een noot selecteren in de partituur en dan dubbelklikken op de dynamiek in het palet.
Om een crescendo en decrescendo te maken, zie Haarspelden.
Klik op het dynamiek teken om hem te selecteren en pas het "Geluidssterkte" getal aan in het Instellingenoverzicht - hoger voor harder, lager voor zachter. Als het Instellingenoverzicht niet zichtbaar is, ga dan naar Weergave
-> Instellingenoverzicht
of druk op F8 (Mac: fn+F8).
Weergeven Afspeelpaneel: Weergave → Afspeelpaneel
Wijzig het Volume met de schuifbalk
Veel elementen in de partituur zijn gebaseerd op tekst. Tekst op zichzelf (zoals notenbalk-tekst, dynamische tekens, tempo, vingerzetting, liedtekst, etc.) of in combinatie met lijnen (zoals volta's, octaaf lijnen, gitaar barré lijnen etc.).
Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende groepen van tekst die MuseScore bevat en de opmaak mogelijkheden. Andere varianten van tekst worden behandeld in verschillende hoofdstukken:
Afhankelijk van het type tekst dat je wilt toevoegen zijn er één of meer van de volgende drie mogelijkheden beschikbaar:
Specifieke instructies voor ieder type tekst object is beschikbaar in de relevante pagina's van het handboek (zie Tekst). Voor algemene tekst, zie Notenbalk- en systeemtekst hieronder.
MuseScore heeft drie niveaus voor de tekst opmaak:
Tekststijlen: Deze zijn van invloed op de stijl voor een groep tekst elementen (bv. alle notenbalktekst, alle tempo's, alle liedtekst). Om de tekst stijl aan te passen ga je naar Stijl → Tekst… of klik je met rechts op de tekst en kies je Tekststijl….
Opmerking: Het aanpassen van een tekststijl heeft invloed op alle tekst objecten in de partituur die de stijl gebruiken. Voor de volledige details, zie Tekststijlen.
Tekst-eigenschappen: Dit heeft invloed op één specifiek tekst object in de partituur. Om de tekst-eigenschappen van het object aan te passen klik je er met rechts op en kies je Tekst-eigenschappen…. Voor de volledige details, zie Tekst-eigenschappen.
Tekst bewerken: Hiermee kunt u de stijl van individuele karakters binnen een tekst object aanpassen door gebruik te maken van de basis opmaak mogelijkheden zoals Vet, Cursief, lettertype, lettertype grootte, subscript en superscript. Om de inhoud van een tekst object aan te passen:
Voor volledige details, zie Tekst bewerken.
Voor algemene tekst: gebruik Notenbalktekst of Systeemtekst. Het verschil tussen deze twee soorten tekst is dat je de ene kunt toepassen op een enkele notenbalk, en de andere op het hele systeem. Dit is van belang bij "Partijen maken". Notenbalktekst zal alleen verschijnen in de partij van het specifieke instrument waaraan de tekst bevestigd is, terwijl systeemtekst verschijnt in alle partijen. Bovendien, als je ervoor kiest om lege notenbalken te verbergen, zal de tekst die behoort tot een lege notenbalk ook worden verborgen. Systeemtekst wordt niet verborgen door de functie "Verberg lege notenbalken".
Notenbalktekst is tekst voor algemeen gebruik op een bepaalde notenbalk en op een bepaalde plaats in de partituur. Om notenbalktekst toe te voegen bepaal je eerst de plaats door een noot of een rust te selecteren en gebruik je daarna de menu optie Voeg toe → Tekst → Notenbalktekst of gebruik je de sneltoets Ctrl+T (Mac: ⌘+T). Er verschijnt een klein tekstvak en je kunt onmiddellijk beginnen met het invoeren van de tekst. Je kunt het tekstvak verlaten (zelfs zonder tekst), door op Esc te drukken.
Notenbalktekst kan bijvoorbeeld gebruikt worden om aanduidingen toe te voegen zoals "Solo" of "Pizzicato" aan een notenbalk in de partituur. Afhankelijk van deze instructies, kan het MIDI afspelen op de plaats van de tekst op de notenbalk aangepast worden door rechts te klikken op de tekst en te kiezen voor: Notenbalktekst-eigenschappen…
. Zie: Hoe het geluid van een instrument wijzigen (bijvoorbeeld pizzicato, con sordino) halverwege de partituur.
Systeemtekst gebruik je wanneer je indicaties wilt toevoegen aan het hele systeem in plaats van alleen aan een notenbalk. Dit zorgt voor een verschil bij "Partijen maken" of indien je ervoor kiest om lege notenbalken te verbergen. Om systeemtekst toe te voegen bepaal je eerst de plaats door een noot of een rust te selecteren en kies je vervolgens in het menu voor Voeg toe → Tekst → Systeemtekst of gebruik de sneltoets Ctrl+Shift+T (Mac: ⌘+Shift+T). Er verschijnt een klein tekstvak en je kunt meteen beginnen met typen. Je kunt het tekstvak verlaten (zelfs zonder tekst) door op Esc te drukken.
Om in de tekst bewerkingsmodus te komen zijn en verschillende mogelijkheden:
Opmaak en invoer opties zijn beschikbaar in de tekstwerkbalk onderaan het venster.
In de tekstbewerkingsmodus zijn de volgende commando's beschikbaar:
In de tekstbewerkingsmodus zijn de volgende sneltoetsen beschikbaar om een aantal speciale karaketers in te voeren:
Ctrl+Shift+B: Mol
Ctrl+Shift+F: Forte
Ctrl+Shift+H: Herstellingsteken
Ctrl+Shift+M: Mezzo
Ctrl+Shift+N: Niente
Ctrl+Shift+R: Rinforzando
Ctrl+Shift+S: Sforzando
Ctrl+Shift+Z: Z
Je kunt Speciale karakters dialoog gebruiken om kwartnoten, breuken en vele andere speciale symbolen of karakters in de tekst in te voegen. Klik op het toetsenbord icoon in de tekstwerkbalk of druk op F2 (Mac: fn+F2) om het Speciale karakters dialoog te openen.
Dubbelklik op een item in het Speciale karakters dialoog om het toe te voegen aan de tekst op de positie van de cursor.
Merk op dat het niet mogelijk is om het Speciale karakters dialoog weer te geven als je niet in tekstbewerkingsmodus bent en dit moet niet verward worden met het menu item met dezelfde naam in de Mac OS X versie van MuseScore.
Ieder tekst element heeft een basis stijl. Als voorbeeld, Titel tekst is gecentreerd en gebruikt een groter lettertype; Componist tekst is kleiner en rechts uitgelijnd in het bovenste verticale kader. Om de tekststijl te bewerken, ga naar Stijl → Tekst..., of rechts-klik op de tekst en kies Tekststijl...
Wijzigingen in een tekst stijl hebben effect op alle tekst in de partituur die deze stijl gebruiken.
Je kunt dezelfde parameters aanpassen die beschikbaar zijn voor een tekststijl door met rechts te klikken op de tekst en te kiezen voor Tekst-eigenschappen...
In tegenstelling tot wijzigingen in een tekst stijl, worden wijzigingen in tekst eigenschappen alleen toegepast op de tekst waarop je met rechts hebt geklikt. De tekst stijl voor de rest van de partituur blijft hierbij ongewijzigd en andere tekst die dezelfde stijl gebruiken worden niet aangepast.
Tijdens het tekst bewerken kun je wijzigingen maken die afwijken van de basis stijl en die ook anders zijn dan de specifieke tekst-eigenschappen voor de tekst. Je kunt de wijzigingen gemaakt door het bewerk van de tekst (zoals lettertype grootte en cursief) met de tekst opnieuw instellen naar stijl optie.
De beschikbare opties zijn verdeeld in categorieën:
Het verschil tussen systeemtekst en notenbalktekst is belangrijk voor het partijen maken in een partituur voor ensembles. Systeemtekst wordt meegenomen in alle partijen. Notenbalktekst wordt alleen meegenomen in de partij waaraan deze is verankerd. Voor details, zie Tekst.
Dit wordt opgeslagen in de partituur, dit betekent dat het dus niet beschikbaar is in andere partituren.
Je kunt de opties toepassen op de partituur of partij die je ziet door de klikken op Toepassen en dan op OK.
Als je in één van de partijen van de partituur bezig bent, dan heb je ook de optie om de Pas toepassen op alle partijen knop voor het drukken op OK, dit zodat je de wijziging niet alle partijen individueel hoeft aan te passen.
Indien je aanpassingen hebt gemaakt aan een stuk tekst en je wilt dat deze wordt teruggezet naar de stijl zoals ingesteld voor deze tekst in de partituur, of indien de stijl hebt aangepast met een oudere versie van MuseScore en je wilt dat deze overeenkomt met de standaard tekst stijl in MuseScore 2, dan kun je de Tekst opnieuw instellen naar stijl optie gebruiken.
Selecteer de tekst de je wilt terugzetten naar de stijl en klik op Stel tekst opnieuw in naar instellen 'stijl' in de Instellingenoverzicht. Als je alle tekst voor een bepaalde stijl wilt terugzetten, klik dan met rechts op één van deze teksten en kies dan Selecteer → Alle soortgelijke elementen.
For general-purpose text, use Staff Text or System Text. The difference between these two types of text is whether you want it to apply to a single staff, or the whole system. This matters when extracting parts: staff text will only appear in a part that contains the specific instrument the text is attached to, while system text will appear in all parts. Additionally, if you choose to hide empty staves, any staff text belonging to an empty staff will also be hidden. System text is never hidden by the "hide empty staves" feature.
Staff text is general purpose text associated with a particular staff at a particular location in the score. To create staff text, choose a location by selecting a note or rest and then use the menu option Add → Text → Staff Text, or use the shortcut Ctrl+T (Mac: ⌘+T). A small text box appears and you can immediately start typing. You can exit the text box at any time (even without typing anything) by pressing Esc.
Staff text can, for example, be used to apply indications such as "Solo" or "Pizzicato" to one staff in a score. Depending on what the instructions of the staff text are, MIDI playback of that staff at the text location can be altered to match the instructions by right-clicking on the staff text and selecting Staff Text Properties…
. See Mid-staff sound change.
System text is used when you wish to apply text indications to a whole system rather than just to one staff line. This makes a difference when extracting parts, or if you choose to hide empty staves. To create system text, chose a location by selecting a note or rest and then use the menu option Add → Text → System Text, or use the shortcut Ctrl+Shift+T (Mac: ⌘+Shift+T). A small text box appears and you can immediately start typing. You can exit the text box at any time (even without typing anything) by pressing Esc.
Akkoordsymbolen kunnen worden ingevoerd door de eerste noot te selecteren en dan drukken op Ctrl+K (Mac: ⌘+K). Dit maakt een akkoorsymbool tekst object voor het gekozen akkoord/noot.
Akkoordsymbolen kunnen worden bewerkt worden net zoals normale tekst. Om een kruis toe te voegen, type #. Om een mol toe te voegen, type b. Om een dubbelkruis toe te voegen, x of ## en om een dubbele mol toe te voegen type bb. Deze karakters worden automatisch omgezet in kruizen en mollen zodra je klaar bent met de invoer. Maak geen gebruik van de werkelijk kruis- en moltekens, MuseScore zal dit niet juist begrijpen.
MuseScore begrijpt de meeste afkortingen die worden gebruikt in akkoordsymbolen:
Merk op dat voor de half-verminderde akkoorden je ook gebruik kunt maken van de afkortingen zoals my7b5 en ze worden dan op die manier weergegeven in plaats van gebruik te maken van de ø.
Je kunt ook de toevoegingen en veranderingen zoals b9 of #5, sus, alt, en no3 gebruiken. Je kunt de omkering en schuine streep akkoord weergeven met de notatie zoals C7/E. Je kunt ook haakjes en komma's gebruiken binnen het akkoordsymbool en je kunt het gehele akkoord tussen haakjes zetten.
De akkoordsymbolen maken gebruik van de Akkoordsymbool tekst stijl, dus je kunt het lettertype aanpassen met de mogelijkheden zoals beschreven in Tekststijl. Er zijn ook stijl instellingen te vinden in Stijl → Algemeen... → Akkoordsymbool, fretborddiagram. Deze opties worden beschreven in deze sectie.
MuseScore kent twee primaire stijlen van akkoordsymbolen: Normaal en Jazz. Je kunt deze selecteren met de keuzerondjes.
In de Normale stijl worden akkoord eenvoudig weergegeven, het lettertype wordt bepaald door de akkoordsymbool tekst stijl.
In de Jazz stijl wordt het MuseJazz lettertype gebruikt voor een handgeschreven uiterlijk en wordt ook gebruikt van superscript en andere opmaak technieken.
De Jazz stijl wordt standaard gekozen indien je gebruik maakt van een Jazz template.
De derde keuze is voor compatibiliteit met oudere partituren. Je kunt het ook gebruiken om je eigen akkoordsymbool beschrijvingsbestanden te gebruiken. Deze kunnen worden gemaakt door het kopiëren van één van de standaard bestanden en door het lezen van de documentatie in deze bestanden die de structuur beschrijft. Echter dit is alleen voor gevorderde gebruikers en er is geen garantie dat deze bestanden in de toekomst ondersteund blijven.
Standaard gebruikt MuseScore letters voor de namen van de akkoordsymbolen. Voor gebruikers in regio's waar andere noot benaming schema's worden gebruikt biedt MuseScore de volgende mogelijkheden:
Daarnaast zijn er opties beschikbaar om het hoofdletter gebruik aan te passen. Standaard zal MuseSocre automatisch alle noot namen zoals hierboven met hoofdletters schrijven, het maakt hierbij niet uit hoe deze zijn ingevoerd. Echter kun je ook gebruik maken van andere automatische opties:
Je kunt het automatische hoofletter gebruik ook in zijn geheel uitschakelen, in dat geval worden de nootnamen weergegeven zoals deze zijn ingevoerd.
Normaal gesproken wordt de tekst stijl gevolgd voor de positionering, dus kun je de tekst uitlijnen en horizontale/verticale verschuiving daar in bepalen indien gewenst. Er zijn echter ook positioneringsmogelijkheden in dit dialoog:
Vingerzetting kan worden toegevoegd een de noten door een vingerzetting karakter uit het vingerzetting palet naar een noot in de partituur te slepen. Indien eerst de noot is geselecteerd, dan kan het vingerzetting karakter worden toegevoegd door te dubbelklikken op het symbool. Vingerzetting is normale tekst, die kan worden bewerkt zoals iedere andere tekst.
Een aantal voorbeelden:
De laatste lettergreep van een woord kan worden verlengd met een onderliggende lijn Shift+_ om een melisme aan te geven:
Ingevoerd met: soul, Shift+___ To Esc.
Om de niet laatste lettergrepen te verlengen kunnen gewoon extra koppeltekens - worden ingevoerd. Er zal er slechts één zichtbaar zijn en de lettergreep zal rechts worden uitgelijnd op de eerste noot, gelijk aan hoe de laatste lettergreep wordt genoteerd bij een melisme, zie hierboven.
Twee lettergrepen onder één noot kunnen worden samengevoegd met een elisie karakter, ook bekend als "liedtekst boog" of "synalephe".
In de tekstwerkbalk, klik op het toetsenbord icoon of druk op F2 om het Speciale Karakters palet te openen. De synalephe wordt evenredig gecentreerd en daarbij worden de lettergrepen met twee spaties gescheiden bij het invoeren na de eerste lettergreep. Zie de "e͜ A" tekst in het voorbeeld hierboven:
Niet alle lettertype bevatten het synalephe karakter. Om er achter te komen welke lettertype op jouw computer de synalephe ondersteuning, kijk naar "lettertype lijst" (zoek naar een lettertype dat een boog laat zien tussen de "e" en "A" in plaats van een lege rechthoek). De uitlijning van het karakter varieert ook afhankelijk van het lettertype.
Liedtekst kan worden net zo worden bewerkt als normale tekst met uitzondering van een paar karakters: Als je een spatie, koppelteken of liggend streepje aan een enkele lettergreep wil toevoegen gebruik dan de volgende snelkoppeling:
De boven marge en lijnhoogte van alle liedtekst regels kan algemeen(globaal) worden aangepast vanuit het menu, Stijl → Algemeen... → Pagina.
Echter de horizontale (en verticale) correctie instelling van individuele liedtekst regels kan als laatste nog worden afgesteld door de met rechts te klikken op een woord in de gewenste regel en de beschikbare opties te gebruiken om alle woorden die je wilt aanpassen te selecteren. En dan de correctie instelling aan te passen in het Instellingenoverzicht.
Als voorbeeld, om de horizontale positie van de liedtekst in één notenbalk van een bepaald systeem te wijzigen: rechts-klik op een woord in die regel, kies Selecteer → Meer..., en selecteer de opties "Zelfde notenbalk" en "Zelfde systeem". Gebruik nu de "horizontale correctie instelling" in het Instellingenoverzicht om de positie van de lijn af te regelen.
Repetitietekens worden tegenwoordig vaak gebruikt in partituren. Ze stellen de muzikanten in staat op hetzelfde punt te beginnen zonder het aantal maten te tellen (repetitietekens kunnen ook naar maatnummer verwijzen) en zijn doorgaans beter zichtbaar. Ze bestaan over het algemeen uit een aantal opeenvolgende letters of cijfers: A, B, C, of 1, 2, 3...
Repetitietekens zijn standaard systeem tekst. Ze worden weergegeven in iedere partij en in de partituur.
Ze splitsen automatisch meermaatsrusten voor en na het repetitietekens.
Tekst stijl is specifiek en standaard (Repetitieteken) en ze staan standaard in een frame.
Een repetitieteken dat wordt toegevoegd vanuit het tekst palet krijgt automatisch de eerst volgende letter of het eerst volgende cijfer (afhankelijk van de gebruikt tekst).
Je kunt naar een bepaald repetitieteken verplaatsen door middel van Ctrl+F en de naam van het repetitieteken.
Je bent klaar met de partituur en nu wil je hem afdrukken. Echter je wilt het uiterlijk van het afdrukken verbeteren. Deze pagina beschrijft de vele verschillende mogelijkheden hiervoor en hoe deze samenwerken.
Opmerking: De meeste opties hier worden altijd toegepast op alle objecten waaraan gerefereerd wordt in de partituur. Sommige opties kunnen ook individueel worden gedaan met Instellingenoverzicht en andere object eigenschappen voor één of een selectie van meerdere objecten...
Je kunt eenheid voor het schalen en de marge instellen. Dit is de hoofdzakelijk manier om de opmaak te beïnvloeden omdat veel dingen worden bepaald met die eenheid.
Het kan in mm of inch(es) worden opgeven.
Schaalfactor → Notenbalkafstand
De grootte van de afstand tussen 2 lijnen van een notenbalk. Omdat de noten in deze ruimte worden geplaatst, beïnvloed dit ook de grootte van de noten. Omdat muziek proportioneel is afhankelijk van de noten, heeft dit ook effect op de nootstokken, voortekens, muzieksleutels en nog veel meer. Het komt ook voor als sp in veel andere instellingen (voorbeeld: systeem afstand "9,2sp"). Dus, als je de "Notenbalkafstand" parameter aanpast, worden veel andere instellingen proportioneel gewijzigd. Vanwege deze reden wordt dit ook wel de "schaalfactor" genoemd.
Het is mogelijk dat het aanpassen van de schaal niet het aantal systemen per pagina veranderd vanwege de systeem afstand instellingen. Om het effect te zien van het schalen zonder interferentie, zet de "max. systeem afstand" op een hoge waarde.
Bedrukbaar gebied → Marges
Hier kunnen de paginamarges worden ingesteld. Om de pagina marge in de partituur op het scherm zichtbaar te maken ga naar Weergave → Laat paginamarges zien en selecteer dit.
Opmerking: Je kunt verschillende marges hebben voor oneven en even pagina's. En je kunt een voorbeeld zien in de navigator aan de rechterkant in het scherm.
Pagina-afmetingen
Je kunt het papier formaat dat gebruikt wordt selecteren met de naam (Letter, A4...) of door het invoeren van de hoogte en breedte in mm of inch(es). De standaard is afhankelijk van je land.
Er zijn ook twee keuze opties beschikbaar: Liggend (indien niet gekozen dan wordt Staand gebruikt) en ook Dubbelzijdig (zoals even en oneven). Merk op dat indien Dubbelzijdig niet is geselecteerd, dat je alleen de oneven paginamarges kunt instellen maar die zijn dan van toepassing op alle pagina's.
Nummer van eerste pagina
Stelt het nummer in voor de eerste pagina van de partituur.
Pagina nummer lager dan 1 worden niet afgedrukt, dus een waarde van -1 zorgt dat de eerste en tweede pagina geen pagina nummer hebben en dat de derde pagina begint met pagina nummer 1.
Pas toe op alle partijen
Tijdens het aanpassen van één partij uit de partituur (dat betekent dat je in een partij tab bent wanneer je dit dialoog opent en niet in de partituur tab, dat de meeste linkse is) stelt deze knop je instaat de wijziging in één keer door te voeren in alle partijen.
Om de horizontale ruimte tussen de noten in één of meerdere maten te vergroten of te verminderen kan je maten selecteren die je wilt aanpassen en daarna het "Vergroot uitrekking" commando (}) gebruiken om deze breder te maken zodat er minder op één regel staan of het "Verminder uitrekking" commando ({) om deze te verkleinen zodat er meer op één regel passen. Je kunt deze eigenschap ook bereiken via Maat-eigenschappen, waar je het percentage voor de extra of minder ruimte precies kunt instellen. Stel deze waarde in op 1 of gebruik het "Herstel afstanden" menu commando om de maat grootte terug te zetten naar de standaard ruimte.
Hier kan je instellen dat rusten over meermaatrusten moeten worden gemaakt en dat lege notenbalken moeten worden verborgen. Dit kan een lengte van een partituur enorm beïnvloeden. Je kunt ook het formaat en de minimale duur voor de meermaatsrusten instellen.
"Verberg de instrumentnaam als er maar 1 instrument is" kan ook helpen om ruimte te besparen in de partijen (of solo partituur), omdat de naam van het instrument dan niet aan het begin van de regel wordt geschreven.
Je kunt ook het gebruikte lettertype voor de muziektekst en -symbolen aanpassen. Er zijn 3 muziek lettertype beschikbaar (voor de symbolen gebruikt in de notenbalken): Emmentaler, Gonville en Bravura. Er zijn 4 muziektekst lettertype beschikbaar (voor gebruik als tekst zoals, dynamiek, tempo markering, etc.): Emmentaler, Gonville, Bravura en MuseJazz. Emmentaler is de standaard waarde en Bravura is de meest complete.
(Om het lettertype en eigenschappen voor tekst aan te passen, zie Tekststijl)
Een aantal opties zijn specifiek voor oude muziek en swing afspelen.
Hier zijn veel opties zie van toepassing zijn op de lay-out. Selectie opties die mogelijk effect hebben op de lay-out zijn er om het wel of niet weergeven van extra elementen (toonsoort , maatsoort en sleutels). Je kunt de aanwezigheid van deze drie elementen bepalen voor ieder systeem.
Muziek interactie met Paginamarges
Overige muziek afstand
Liedtekst Marges
Verticaal kader marge
Drempelwaarde voor opvullen laatste systeem
Je kunt de details van de partituur meta label (zie Partituur informatie) of pagina nummers in de kopteskt of voettekst van de partituur laten zijn. Om de koptekst of voettekst voor een partituur met gekoppelde partijen te maken, zorg dat de hoofd partituur de actieve tab is. Om een kop- of voettekst te maken voor een individuele partij moet je zorgen dat deze partij de actieve tab is.
Indien je met de muis over het koptekst of voettekst gebied gaat, dan wordt een lijst van macro's zichtbaar. Hiermee wordt hun betekenis zichtbaar en ook worden de meta labels met hun informatie zichtbaar.
Er kunnen verschillende kop- en voetteksten worden gemaakt voor even en oneven pagina's, zo kun je bijvoorbeeld het pagina nummer aan de rechterkant hebben voor oneven pagina's en aan de linkerkant voor even pagina's.
Je kunt ook instellen of maat nummers zichtbaar zijn en hoe vaak deze moet worden weergegeven.
Systeemhaak en Accolade
Zie Haken
Hiermee stel je de ruimte en de marges in voor een maat. De ruimte die nodig is voor een maat en de minimum breedte voor een maat zijn bepalend voor hoeveel maten er op een regel komen. Het wijziging van de overige instellingen is niet gebruikelijk.
Met het gebruik van de elementen in dit palet kun je bepalen waar een nieuwe pagina, regel of sectie begint en de afstand vergroten tussen 2 individuele notenbalken of systemen met de tussenruimte. Sommige mensen doen dit eerst en andere doen dit als laatste, na het aanpassen van de algemene instellingen.
Om een nieuwe pagina te laten beginnen, sleep je het element naar de maat waar deze moet beginnen.
Om een nieuwe regel te beginnen, sleep je het element naar de laatste maat die je in de regel wilt hebben.
Indien je hetzelfde aantal maten wilt hebben voor meerdere systemen, selecteer deze dan eerst en gebruik Bewerken → Gereedschappen → Voeg toe/verwijder regelafbrekingen....
Indien er slechts een paar maten overblijven in een regel of pagina, reduceer dan de schaal of gebruik Opmaak → Vergroot uitrekking, Verminder uitrekking.
Zie ook Afbrekingen en afstandshouders.
De afstand en dikte van objecten ten opzicht van noten (stok, hulplijn, voorteken, punt). Het aanpassen van deze instellingen is niet gebruikelijk.
Je kunt kiezen tussen een standaard TAB-sleutel en een Serif TAB-sleutel
Afstand tot de noot, lijndikte en haaklengte kunnen hier worden ingesteld. Het is niet gebruikelijk deze aan te passen.
Stelt de proportionele grootte in voor "kleine" en siernoten en ook voor kleine notenbalken en muzieksleutels. Het is niet gebruikelijk om dit aan te passen.
De knop zet de waarden terug naar de oorspronkelijk waarde.
Stelt je instaat het uiterlijk en andere kenmerken aan te passen.
Zie ook Fretborddiagrammen
Opties voor basso continuo lettertype, stijl en uitlijning.
Zie ook Basso continuo
De positie van de articulaties in relatie tot de noten en notenbalk kan hier worden ingesteld.
De optie voor de voortekens bij het wijzigen van de voortekens.
Je kunt de ruimte tussen de noten in de partituur op de volgende manier aanpassen:
Opmerking: het is mogelijk dat je de bogen moet verwijderen en opnieuw moet invoeren omdat deze soms niet correct opnieuw worden aangemaakt.
Met de Toepassen knop kun je de wijziging zien die je gemaakt heb zijn dat je het venster hoeft te sluiten. OK slaat de wijzigingen die je gemaakt hebt op en sluit het venster.
Indien je aanpassingen in de opmaak en lay-out aan het doen bent terwijl je in een partij tab bent, dan kun je de knop Pas toe op alle partijen gebruiken om alle wijzigingen (zowel in Opmaak → Paginainstellingen... als in Stijl → Algemeen...) met één klik op alle partijen toe te passen.
Je kunt een eigen stijl opslaan, zodat je deze gemakkelijk kunt gebruiken voor al je partituren.
*.mss
formaat.Opmerking: je kunt ook een voorkeur stijl instellen voor partituren en partijen in Voorkeuren partituur sectie
Style → General → Measure allows you to adjust the distance between various items within measures.
If you change a measure style property (see image above), MuseScore automatically adjusts the score to maintain the correct spacing between notes and rests according to best music engraving practice. It will also correctly reposition any elements attached to notes or rests, such as fingerings, dynamics, lines etc.
All settings related to measure width and note spacing are minimum values. Measures are automatically stretched, if necessary, to maintain existing page margins.
All the properties listed below use the staff space (abbreviated to "sp") as the basic unit of measurement. See Page settings: Scaling for more details.
Minimum measure width
Sets the minimum horizontal length of measures. In measures containing very little content (e.g., a single whole note or whole measure rest), the measure will only shrink as far as this minimum.
Spacing (1=tight)
Condenses or expands the space after notes or rests. This setting thus affects not only space between notes but also between the last note and the ending barline. For the space between the beginning of the measure and the first note or rest, see Barline to note distance (below).
Note: Changes to an individual measure's Stretch (under Layout → Increase Stretch, Decrease Stretch) are calculated after, and proportional to, the global Spacing setting.
Barline to note distance
Sets the distance between the barline which begins a measure and the first note or rest in that measure. For the initial measures of systems, which start with clefs instead of barlines, use Clef/key right margin (below).
Barline to grace note distance
Sets the distance between a barline and a grace note that occurs before the first actual note in a measure (independently of the "Barline to note distance" setting).
Barline to accidental distance
Sets the distance between a barline and an accidental placed before the first note in a measure (independently of the "Barline to note distance" setting).
Note to barline distance
(To be added).
Minimum note distance
Specifies the smallest amount of space MuseScore will allow after each note (depending on other factors, more space may be allowed).
Clef left margin
Sets the distance between the very beginning of each line and the clef. (This option is rarely needed.)
Key signature left margin
Sets the distance between the key signature and the clef preceding it.
Time signature left margin
Sets the distance between the time signature and the key signature or clef preceding it.
Clef/key right margin
Sets the distance between the material at the beginning of each line (such as the clef and key signature) and the first note or rest of the first measure on the line. (Note that, although not named in the option, if a time signature is present, it is the element from which the spacing begins.)
Clef to barline distance
Sets the distance between a barline and a clef change preceding it.
Multi-measure rest margin
Sets the distance between a multi-measure rest and the barlines on either side.
Staff line thickness
Sets the thickness of the lines of the staff, which allows you to make the staff thicker and darker, if you need greater visibility on your printouts.
Met Opmaak → Pagina-instellingen... (net zoals Stijl → Algemeen...) kun je de opmaak en afmetingen van de partituur aanpassen. In het pagina-instellingen dialoog kunnen de algemene opmaak mogelijkheden worden aangepast, inclusief pagina-afmetingen, bedrukbaar gebied en hoe groot de notenbalkafstand is (onder Schaalfactor). Pagina-instellingen is de eerste optie die je gebruikt om de afmetingen van de bladmuziek te vergroten of te verkleinen.
Hier kun je het papier formaat selecteren, door de naam de te kiezen (bv. A4 of Letter) of door de hoogte en breedte in mm of inches op te geven (gebruik de keuze mogelijk om te bepalen welke maateenheid er wordt gebruikt). De initiële standaard pagina-afmeting is afhankelijk van de regio instellingen — in Amerika is Letter formaat papier de standaard.
Je kunt ook bepalen om de muziek Liggend weer te geven (de-selecteer de optie om Rechtop te kiezen) en je kunt gebruik maken van de Dubbelzijdig optie (bv. in boek formaat waarbij de linker- en rechtermarges worden gespiegeld in even en oneven pagina's —zie hieronder).
Met de Even pagina marges en Oneven pagina marges is het mogelijk om het bedrukbaar gebied voor de pagina's in te stellen. Naast het wijzigen van de marges rondom de muziek op de pagina, worden andere instellingen (zoals de positie van kop- en voettekst) relatief bepaald ten opzichte van deze marges.
Indien de "Dubbelzijdig" optie bij "Pagina-afmetingen" is geselecteerd, dan kun je de marges verschillend instellen voor oneven en even pagina's zodat deze gespiegeld worden. Anders kan er alleen één set van marges worden aangepast en zijn deze van toepassing op alle pagina's.
Om de pagina marges in de partituur op het scherm weer te geven, ga naar
To display page margins in your score on screen (though not in print), go to Weergave → Laat paginamarges zien.
Notenbalkafstand (sp) is de afstand tussen twee lijnen in een notenbalk (ofwel een kwart van een volledige vijf-lijnen notenbalk). Omdat de noten in deze ruimte worden geplaatst, bepaalt dit ook de grootte van de nootkoppen en, daar uit volgend, ook de grootte van de nootstokken, voortekens, sleutels, etc. Daarnaast zijn veel opmaak mogelijkheden vastgelegd in sp als maateenheid (bv. 5,0sp). Omdat het wijzigen van de notenbalkafstand een proportioneel effect heeft op bijna alles, wordt die ook wel schalen genoemd.
Opmerking: Het aanpassen van de schaal zal niet altijd het aantal systemen per pagina veranderen, omdat de systeemafstand verschillend kan zijn door de instellingen "Minimum systeemafstand" en "Maximum systeemafstand" (zie Stijl → Algemeen... → Pagina).
Eerste pagina nummer stel het nummer van de eerste pagina in voor de partituur. Paginanummer onder 1 worden niet afgedrukt—bv. door het instellen van het eerste pagina nummer op -1 wordt op de eerste en tweede pagina geen paginanummer weergegeven en zal paginanummer 1 beginnen op de derde pagina.
De Toepassen op alle partijen knop is beschikbaar indien je de instellingen voor een partij in plaats van de partituur (zie Partijen maken) aanpast. Indien je de pagina-instelling voor één partij aanpast en wilt dat de overige partijen dezelfde instellingen gebruiken dan kan deze knop de wijziging in alle partijen in één keer uitvoeren.
Pagina-einde, regelafbreking (systeem afbreking) of sectie-einde worden toegepast door het overeenkomstige symbool vanuit het afbrekingen palet te slepen naar een lege ruimte van een maat of op een horizontaal kader in de partituur. De onderbreking wordt gemaakt na de gemarkeerde maat of kader. De blauwe onderbreking symbolen zijn zichtbaar op het scherm maar worden niet afgedrukt.
Systeem onderbreking in een maat zijn soms nodig (met name in strofische gezangen of liederen). Als voorbeeld, de maat is verdeeld in 4 tellen en nu wil je 3 tellen in één system en 1 tel opmaat in het volgende systeem. In dat geval moet je twee maten maken met een verkorte duur. Voor details zie Maat bewerkingen: Splitsen en samenvoegen.
Afstandshouders worden gebruikt om de ruimte tussen twee aangrenzende notenbalken of systemen te vergroten. Sleep een afstandshouder symbool naar een maat boven de ruimte die meer verticale ruimte nodig heeft. Dubbelklik op het symbool en verplaats de handgrepen met de muis om de hoogte van de ruimte aan te passen.
Indien de in de gehele partituur de ruimte tussen de notenbalken wilt aanpassen dan gebruik je de stijl instellingen. Tussenruimte elementen zijn bedoeld voor lokale aanpassingen.
Om een afbreking of afstandshouder toe te voegen:
Er zijn momenten dat je een afbreking of afstandshouder wilt verwijderen. Dit doe je als volgt:
Een sectie-einde kan bijvoorbeeld worden gebruikt om twee delen in de partituur van elkaar te scheiden.
Het kan worden gebruikt samen met een regelafbreking of pagina-einde. Het stelt ook het maatnummer op 1 in. Dus, net zoals bij de eerste maat van de partituur, zal er geen nummer verschijnen bij de eerste maat na de onderbreking, indien zo geconfigureerd (zie Maat-eigenschappen).
Als je de maat- of toonsoort wijzigt aan het begin van een nieuwe sectie dan worden er geen hulp tekens aan het einde van de laatste maat voor de wijziging geplaats. Zie onderstaand voorbeeld:
Kaders geven je de mogelijkheid lege ruimte te maken buiten de gewone maten. Ze kunnen ook tekst of afbeeldingen bevatten. MuseScore kent drie type kaders: Horizontaal, Verticaal en Tekst.
Horizontale kaders worden gebruikt om een onderbreking te maken in een systeem. De breedte is instelbaar en de hoogte is gelijk aan de hoogte van een systeem. Voorbeelden van het gebruik zijn:
Een horizontaal kader kan ook worden ingevoegd in een Verticaal kader of Tekstkader door met rechts te klikken op het kader en te kiezen voor Voeg toe → Voeg horizontaal kader in. Het wordt automatisch links uitgelijnd en vult het gehele verticale kader. Door te dubbelklikken op het kader kan de breedte worden aangepast met de bewerk handgreep. Om het rechts uit te lijnen maak je het kader eerste kleiner en daarna kan het met de muis worden versleept in het verticale kader. Met een enkele klik op het kader kun je verschillende parameters aanpassen in het Instellingenoverzicht:
Vrije ruimte links: ?
Vrije ruimte rechts: ?
Breedte: Hiermee wordt de breedte van het kader ingesteld.
Met een verticaal kader kan ruimte tussen, voor of na systemen worden gemaakt. De hoogte kan worden aangepast en de breedte is gelijk aan die van een systeem. Een verticaal kader wordt automatisch gemaakt aan het begin van de partituur - hierin worden de titel, ondertitel, componist, liedtekstschrijver, etc. weergegeven - wanneer je deze informatie invult in de velden die worden getoond in de wizard Maak een nieuwe partituur.
Selecteer het kader om verschillende parameters in de Instellingen te bewerken:
Vrije ruimte boven: Past de ruimte aan tussen het kader en de elementen er boven (negatieve waarden worden momenteel niet ondersteund).
Vrije ruimte beneden: Past de ruimte aan tussen het kader en de elementen er onder (negatieve waarden kunnen worden gebruikt).
Hoogte: Hiermee stel je de hoogte van het kader in.
Linkermarge: Verplaatst links uitgelijnde tekst objecten naar rechts.
Rechtermarge: Verplaatst rechts uitgelijnde tekst objecten naar links.
Bovenmarge: Verplaatst boven uitgelijnde tekst objecten naar beneden.
Benedenmarge: Verplaatst onder uitgelijnde tekst objecten naar boven.
Door te dubbelklikken op het verticale kader kun je de hoogte aanpassen met de bewerk handgreep.
Dit is handig bij het aanpassen van de hoogte tussen speciale systemen.
Door met rechts te klikken op het kader komt er een menu te voorschijn dat je kunt gebruiken om een object in het kader te maken; dit kan tekst (Tekst, Titel, Ondertitel, Componist, Liedtekstschrijver en Partijnaam), een afbeelding of een horizontaal kader. Je kunt zoveel objecten in een kader maken als je wilt. Ieder object kan worden verplaatst en vormgegeven onafhankelijk van de andere. Tekst objecten kunnen binnen of buiten de kader grenzen worden geplaatst.
Ieder tekst object dat in een kader wordt gemaakt kan worden verplaatst door er met links op te klikken en dan het object te slepen (gebruik de Ctrl of Shift toetsen om de beweging in alleen een horizontale of een verticale richting te beperken). Je kunt ook klikken op een tekst object en aanpassingen maken aan de kleur, zichtbaarheid, horizontale verschuiving en verticale correctie instelling in het Instellingenoverzicht. Door met rechts te klikken op een tekst object verschijnt er een menu waarmee een unieke stijl kan worden toegepast op de tekst ("Tekst-eigenschappen") of de algemene stijl voor gelijksoortige objecten ("Tekststijl") kan worden aangepast.
Een tekstkader lijkt op een verticaal kader en gebruikt sommige van die functies maar is speciaal bedoeld voor de gebruik om snel en eenvoudig tekst te kunnen invoeren: zodra het kader is gemaakt kan de gebruiker meteen beginnen met het typen van de tekst. In tegenstelling tot een verticaal kader is er slechts één tekst object toegestaan in het kader, de hoogte wijzigt automatisch op basis van de inhoud en er is geen handgreep om de hoogte aan te passen. Door het selecteren van het kader (niet het tekst object) kun je de verschillende parameters in de Instellingen aanpassen:
Vrije ruijmte boven: Past de ruimte aan tussen het kader en de elementen er boven (negatieve waarden worden momenteel niet ondersteund).
Vrije ruimte beneden: Past de ruimte aan tussen het kader en de elementen er onder (negatieve waarden kunnen worden gebruikt).
Linkermarge: Verplaatst links uitgelijnde tekst objecten naar rechts.
Rechtermarge: Verplaatst rechts uitgelijnde tekst objecten naar links.
Bovenmarge: Verplaatst boven uitgelijnde tekst objecten naar beneden.
Benedenmarge: Verplaatst onder uitgelijnde tekst objecten naar boven.
Je kunt ook op het tekst object klikken een aanpassingen maken aan de kleur, zichtbaarheid, horizontale correctie instelling en verticale correctie instelling in het Instellingenoverzicht.
Kaders worden ingevoegd of toegevoegd aan een partituur vanuit het Voeg toe menu.
Om een kader in te voegen, selecteer een maat en maak je keuze uit Voeg toe → Kaders menu.
Om een kader toe te voegen aan het einde van de partituur hoeft er geen maat te worden geselecteerd. Kies het gewenste kader om toe te voegen uit het Voeg toe → Kaders menu.
Selecteer het kader en druk op Del.
Je kunt gebruik maken van Afbeeldingen om je partituur te illustreren of om symbolen toe te voegen die niet in de standaard paletten beschikbaar zijn.
Om een afbeelding toe te voegen sleep je de afbeelding naar een kader of op een noot of rust in de partituur. Als alternatief kun je met rechts klikken op het kader en kiezen voor Voeg toe → Afbeelding, hierna selecteer je naar het bestand dat je wilt gebruiken.
MuseScore ondersteund de volgende afbeeldingsbestandsformaten:
Met het maken van een opname kunnen je delen van de partituur als afbeelding opslaan. Dit kan worden aan/uit gezet met de Afbeeldingsopname knop .
In de afbeeldingsopnamemodus kun je een rechthoek maken door het indrukken van de Shift en dan met de muis over het gebied te slepen dat je wilt selecteren waarbij je de linker muistoets ingedrukt houdt.
De selectie rechthoek kan worden verplaatst met de muis of worden aangepast door het verplaatst van de handgrepen.
Zodra je de rechthoek hebt gemaakt om het deel van de partituur waarvan je een afbeelding wilt maken, dan klik je met rechts op de rechthoek om het menu weer te geven:
Na het opslaan als PNG bestand krijg je het volgende:
Indien je het gedeelte in "Afdrukmodus" opslaat, ziet het eruit zoals het gedeelte uit de partituur zou worden afgedrukt. In "Schermafbeeldingmodus" dan ziet het er uit zoals op het scherm (inclusief regel einden, etc.) die niet worden afgedrukt (100dpi voorbeeld):
Wanneer een element wordt geselecteerd en versleept dan kan door het indrukken van Shift of Ctrl het element in één richting worden verplaatst. Het indrukken van Ctrl zorgt dat het element alleen horizontaal kan worden verplaatst, terwijl Shift het verticaal verplaatst.
In het Instellingenoverzicht kun je met de 'Uitlijnen op het raster' knoppen het uitlijnen uit- en aanzetten. Dit zorgt dat de verplaatsing volgens een bepaalde ruimte afstand gaat (dezelfde stappen als je de scrol knop zou gebruiken in de Instellingen) of juist niet.
Met Album-beheer kun je een lijst maken van meerdere partituren en deze opslaan als een album bestand ("*.album"), je kunt alle partituren met één afdruktaak afdrukken met consistente pagina nummers of zelfs de partituren samenvoegen in een enkele partituur. Dit is ideaal bij het maken van een lesboek of voor het combineren van meerdere delen van een muziekstuk.
Om Album-beheer te openen ga je naar Bestand → Album…
Om een nieuw album te maken klik je op knop Nieuw. Vul de titel voor het album in bij "Albumnaam" dat bovenaan staat.
Om de partituren toe te voegen aan het album klik je op Voeg partituur toe. Een bestand selectie dialoog komt nu te voorschijn en je kunt één of meerdere partituren vanuit je bestandssysteem kiezen. Klik vervolgens op Openen.
De partituren worden weergegeven in een lijst in Album-beheer. Je kunt de volgorde veranderen door de partituur te selecteren in de lijst en dan gebruik te maken van de Omhoog of Omlaag knop.
Indien je reeds eerder een album hebt aangemaakt dan kun je deze openen via Album-beheer door te klikken op de Laad knop. Een bestand selectie dialoog wordt getoond waarmee je het .album bestand kunt selecteren vanuit je bestandssysteem.
Om een album af te drukken alsof het één document is klik je op Druk album af. De partituren die geladen zijn in Album-beheer worden afgedrukt in de volgorde zoals ze in de lijst staan met de juiste pagina nummers, hierbij wordt de pagina nummer aanpassing zoals ingesteld in Opmaak → Pagina-instellingen... → Nummer van eerste pagina voor alle partituren genegeerd behalve voor de eerste. Omdat het album wordt afgedrukt in één afdruktaak werkt ook het dubbelzijdig afdrukken zoals verwacht.
Om meerdere partituren samen te voegen in een enkel .mscz bestand klik je op Voeg partituren samen. De partituren worden in de gekozen volgorde samengevoegd tot één partituur. Een regelafbreking en sectie-einde wordt toegevoegd een de laatste maat of kader van een partituur in het samengevoegde bestand.
Alle partituren moeten het zelfde aantal partijen en notenbalken hebben om dit correct te laten werken, bij voorkeur met dezelfde instrumenten in dezelfde volgorde. Indien de partituren hetzelfde aantal instrumenten heeft maar niet dezelfde of niet in dezelfde volgorde, dan worden de instrument namen van de eerste partituur gebruikt om deze in de overige partituren te overschrijven. Indien sommige partijen minder instrumenten hebben dan de eerste partituur dan worden er lege systemen toegevoegd aan deze partijen. Iedere partij of notenbalk die niet beschikbaar is in de eerste partituur gaat verloren bij het samenvoegen.
Bij het klikken op de Sluiten knop wordt je gevraagd om het album als een .album bestand op te slaan. Dit bestand is niet hetzelfde als een samengevoegd bestand. Het bestaat enkel uit een lijst van partituren in gewenste volgorde. Album bestanden kunnen worden geladen met Album-beheer zoals eerder beschreven.
Basso continuo is een geïmproviseerd en aanvullend spel inclusief basis van de harmonie en de uitgeschreven baslijn. Harmonieën worden weergegeven door middel van een cijfersysteem onder de basnoten. Dit wordt ook wel becijferde bas genoemd.
Met de Spatie gaat de bewerker verder naar de volgende noot of rust in de notenbalk waaraan de basso continuo tekst wordt toegevoegd. Om naar een plaatst hier tussen te gaan of om de duur van de basso continuo groep te verlengen, zie hier Groep lengte.
Tab verplaatst de bewerkingsrechthoek naar het begin van de volgende maat.
Shift+Spatie verplaatst de bewerkingsrechthoek naar de vorige noot of rust in de notenbalk.
Shift+Tab verplaatst de bewerkingsrechthoek naar het begin van de vorige maat.
Getallen worden direct ingevoerd. Een groep van getallen boven elkaar gestapeld worden ook als enkele tekst ingevoerd en met Enter op elkaar gestapeld:
Voortekens kunnen worden ingevoerd met de toetsen:
Invoeren: | Type: |
---|---|
dubbele mol | bb |
mol | b |
hersteld | h |
kruis | # |
dubbel kruis | ## |
Deze karakters worden automatisch omgezet in de juiste tekens zodra je de bewerker verlaat. Voortekens kunnen voor of na een getal (en natuurlijk, in plaats van een getal, voor een aangepast terts), in overeenstemming met de gewenste stijl. Beide stijlen worden netjes uitgelijnd met het voorteken 'hangend' aan de linker- of rechterzijde.
Gestreepte getallen of getallen met een kruis kunnen worden ingevoerd door het toevoegen van een \, / of + na het getal (gecombineerde toevoegingen). De juiste gecombineerde vorm wordt vervangen bij het verlaten van de bewerker:
Het ingebouwde lettertype kan overweg met de equivalente combinaties, waarbij de meest gebruikelijk vervangen wordt toegepast:
1+, 2+, 3+, 4+ wordt (of )
en 5\, 6\, 7\, 8\, 9\ wordt (of )
Onthoud dat een / alleen gecombineerd kan worden met een 5, andere 'gestreepte' figuren worden weergegeven met een vraagteken.
+ kan ook worden gebruikt voor een getal. In dit geval wordt het niet gecombineerd maar wordt het netjes uitgelijnd ('+' hangt aan de linkerzijde).
Haakjes om te openen en om te sluiten, zowel ronde '(', ')' als rechte '[', ']' kunnen worden ingevoegd voor en na de voortekens, voor en na een getal en voor en na een voortzettingslijn. De toegevoegde haakjes zullen de juiste uitlijnen van het hoofd karakter niet verstoren.
Opmerkingen:
Voortzettingslijnen worden ingevoerd door het toevoegen van een '_' (liggend streepje) aan het eind van de lijn. Ieder getal in een groep kan zijn eigen voortzettingslijn hebben:
Voortzettingslijnen worden getekend voor de gehele duur van de basso continuo groep (maar gaan niet verder in de volgende systemen, hetzelfde als bij liedtekst voorzettingslijnen).
'Verlengde' voortzettingslijnen
In sommige gevallen is het nodig dat een voortzettingslijn wordt verbonden met een voortzettingslijn in een volgende groep, wanneer een deel van een akkoord bewaard moet blijven over de twee groepen. Een voorbeeld (beide door J. Boismortier, Pièces de viole, op. 31, Paris 1730):
In het eerste geval heeft iedere groep zijn eigen voorzettingslijn, in het tweede geval zijn de voorzettingslijnen van de eerste groep door gezet in de tweede groep.
Dit kan worden bereikt door het invoeren van meerdere (twee of meer) liggende streepjes "__" aan het eind van de tekst regel van de eerste groep.
Iedere basso continuo groep heeft een bepaalde duur welke wordt aangegeven met een licht grijze lijn boven de groep. Deze lijn is natuurlijk alleen ter informatie en wordt niet afgedrukt of geëxporteerd naar PDF.
In beginsel heeft een groep dezelfde duur als de noot waar deze aan gekoppeld is. Een afwijkende duur kan nodig zijn voor verschillende groepen onder een enkele noot of om een groep te verlengen over een aantal noten heen.
Om dit te bereiken kunnen de volgende toets combinaties worden gebruikt, waarbij iedere combinatie
Het herhaaldelijk indrukken van deze combinaties zonder dat daar bij basso continuo tekst wordt ingevoerd verlengt de duur van de vorige groep.
Type: | Je krijgt: |
---|---|
Ctrl+1 | 1/64 |
Ctrl+2 | 1/32 |
Ctrl+3 | 1/16 |
Ctrl+4 | 1/8 Ctrl+5 | 1/4 |
Ctrl+6 | halve noot Ctrl+7 | hele noot Ctrl+8 | 2 hele noten |
(De getallen zijn dezelfde als die worden gebruikt bij het instellen van de duur van de noten)
Het exact instellen van de duur van de basso continuo groep is alleen in twee gevallen verplicht:
Echter het is een goed gebruik om altijd de duur van de gewenste waarde in te stellen voor het mogelijk gebruik van plug-ins en MusicXML.
Om een basso continuo figuur te bewerken dat reeds is ingevoerd kun je het volgende doen:
De gebruikelijke tekst bewerkingsrechthoek komt dan te voorschijn en de tekst wordt omgezet in normale tekens (('b', '#' en 'h' voor de voortekens, gescheiden combinatie vormen, liggende streepkes, etc.) om het bewerken te vereenvoudigen.
Zodra je klaar bent druk je op Spatie om naar de volgende noot te gaan of klik je buiten de tekstbewerkingsrechthoek, net zoals bij het maken van nieuwe symbolen.
Met het Stijl → Algemeen... menu commando kan de configuratie van de basso continuo symbolen worden ingesteld. Kies "Basso continuo" in de lijst aan de linkerzijde om het volgende dialoog zichtbaar te maken:
Het Lettertype bevat alle lettertype die beschikbaar zijn voor de basso continuo symbolen. Een standaard installatie bevat alleen het lettertype "MuseScore Figured Bass". Dit is ook het standaard lettertype.
De Grootte is de grootte van het lettertype (in punten). Dit is gekoppeld aan de notenbalkafstand ruimte. Voor de standaard spatie wordt de ingevoerde waarde gebruikt. Voor hogere of lagere spatie waarden wordt de grootte proportioneel vergroot of verkleind.
Verticale positie is de afstand (in spaties) van de bovenkant van de notenbalk tot aan de bovenmarge van de basso continuo tekst. Negatieve waarde gaan omhoog (basso continuo tekst boven de notenbalk) en positieve waar gaan omlaag (basso continuo tekst onder de notenbalk, een waarde groter dan 4 is nodig om 'over' de notenbalk heen te stappen).
Regelhoogte is de afstand tussen de basis lijn van iedere basso continuo regel, het is uitgedrukt in een percentage van de lettertype grootte.
De volgende afbeelding laat ieder parameter zien:
De Bovenaan / Beneden keuze rondjes bepalen de verticale uitlijning. Met Bovenaan wordt de bovenste lijn van iedere groep uitgelijnd met de verticale hoofd positie en de groep 'hangt' daar aan (dit is de normaal gebruikt notatie voor basso en is ook de standaard). Met Beneden wordt de onderste lijn van iedere groep uitgelijnd met de verticale hoofd positie en de groep 'zit' hier op (dit wordt weleens gebruikt bij sommige harmonische analyse notaties):
De Modern / Historisch keuze rondjes selecteren de typografische stijl van de gecombineerde vormen. Het verschil tussen de twee stijlen is hieronder zichtbaar:
Om de relevante vervangen en combinatie van vormen te laten plaats vinden en voor het juist uitlijnen verwacht het basso continuo element dat de tekst wordt ingevoerd aan de hand van een aantal regels (die in ieder geval de regels zijn voor een syntactisch juiste basso continuo indicatie):
Als de ingevoerde tekst niet voldoet aan deze regels, dan wordt hij niet verwerkt. Het wordt opgeslagen en weergegeven zoals het is, zonder enige opmaak.
Type: | Je krijgt: |
---|---|
Ctrl+G | Voegt een nieuwe basso continuo groep toe aan de geselecteerde noot. |
Spatie | Gaat verder naar de volgende noot. |
Shift+Spatie | Gaat terug naar de vorige noot. |
Tab | Gaat naar de volgende maat. |
Shift+Tab | Gaat naar de vorige maat. |
Ctrl+1 | Gaat 1/64 vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+2 | Gaat1/32 vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+3 | Gaat 1/16 vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+4 | Gaat 1/8 vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+5 | Gaat 1/4 vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+6 | Gaat een halve noot vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+7 | Gaat een hele noot vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+8 | Gaat twee hele noten vooruit, stelt de duur van de vorige groep in. |
Ctrl+Spatie | Voert een spatie in, handig wanneer de basso op de tweede lijn staat (bv. 5 4 -> 3). |
B B | Voert een dubbele mol in. |
B | Voert een mol in. |
H | Voert een herstellingsteken in. |
# | Voert een kruis in. |
# # | Voert een dubbel kruis in. |
_ | Voert een voortzettingslijn in. |
_ _ | Verlengt een voortzettingslijn. |
MuseScore ondersteunt een breed scala aan bestandsformaten waardoor je de partituren kunt delen en publiceren in het formaat dat het beste aan de behoeften voldoet.
Je kunt bestanden importeren via Bestand → Open... en exporteren via Bestand → Exporteer....
Aanvullend op de formaten hieronder beschreven, kunt je de partituren opslaan en delen op de website: MuseScore.com via Bestand → Sla online op.... (Zie Partituren online delen).
Dit zijn de formaten die gebruikt worden in het dialoogvenster als je kiest voor:
Bestand → Sla op en Bestand → Sla op als...
of als je de knop gebruikt of de Sneltoets (Ctrl+S)
*.mscz
)MSCZ is het standaard MuseScore bestandsformaat en is aanbevolen voor de meeste toepassingen.
Een partituur opgeslagen in deze indeling neemt maar weinig schijfruimte in beslag met behoud van de noodzakelijke informatie.
Deze indeling is een ZIP-gecomprimeerde versie van .mscx
bestanden en bevat alle afbeeldingen.
*.mscx
)MSCX is de ongecomprimeerde versie van het MuseScore bestandsformaat.
Een partituur opgeslagen in deze indeling behoudt alle informatie behalve afbeeldingen.
Deze indeling wordt aanbevolen voor het handmatig kunnen bewerken (met behulp van een teksteditor) van het bestands.
Vorige versies van MuseScore gebruikten de extensie *.msc
Deze kwam echter in conflict met een bestandsextensie van Microsoft Windows en werd door sommige email providers geblokkeerd. Het is daarom vervangen door de nieuwere MSCX bestandsextensie.
De MSCZ en MSCX formaten van MuseScore 2.0 kunnen niet gelezen worden door MuseScore 1.3 of ouder. Gebruik hiervoor →XML of →MXL
Opmerking in verband met lettertypen: MuseScore slaat de lettertypes niet op in het bestand, behalve de FreeSerif, FreeSerifBold, FreeSerifItalic, FreeSerifBoldItalic en FreeSans families.
Als je een MuseScore bestand wilt delen, kies dan één van de genoemde lettertypes of een lettertype dat bij de andere personen eveneens geïnstalleerd is. Als een systeem een bepaald lettertype niet bezit dan wordt teruggevallen op een vervangend lettertype , maar dat kan het uiterlijk van de partituur beschadigen.
*.mscz,
of *.mscx,
)Back-up bestanden worden automatisch gecreëerd en opgeslagen in dezelfde map als het gewone bestand.
Dezelfde naam als het gewone bestand, wordt voorafgegaan door een punt (.
) en eindigt met een komma (,
). Bijvoorbeeld: het gewone bestand heeft de naam "Titel.mscz
", het backup bestand zal de naam ".Titel.mscz,
" krijgen.
De back-up kopie bevat de laatst opgeslagen versie van het MuseScore bestand en kan belangrijk zijn als het originele bestand corrupt is (geworden) of als je zoekt naar een eerdere versie van het bestand.
Om een MuseScore back-up bestand te openen, moet je de punt vooraan en de komma achteraan in de naam verwijderen. Omdat het in dezelfde map is opgeslagen als het origineel, kan het zijn dat je de naam moet aanpassen, bijvoorbeeld "Titel-backup1.mscz
"
Om de MuseScore back-up bestanden te kunnen zien op het scherm moet je waarschijnlijk de systeem-instellingen aanpassen: "Toon verborgen bestanden"
Zie ook Hoe een back-up bestand terugzetten? (MuseScore 2.x).
*.pdf
)Portable Document Format (PDF) is ideaal om de muziek te delen met anderen die niets aan de inhoud hoeven te wijzigen. De meeste gebruikers hebben een "PDF lezer" op hun computer. Het is dus niet nodig om extra software te installeren om een PDF-document te kunnen lezen.
*.png
)Portable Network Graphics (PNG) is een bitmap-afbeelding formaat, het wordt goed ondersteund door de software op Windows, Mac OS en Linux.
Dit formaat van afbeeldingen is populair op het web.
Als de partituur meer dan een pagina bevat, wordt een bestand gemaakt voor elke pagina.
MuseScore maakt afbeeldingen zoals ze worden afgedrukt.
Om de resolutie in te stellen en eventueel te kiezen voor een Transparante achtergrond, kies: Bewerken → Voorkeuren... de tab: exporteer. (Mac: MuseScore → Voorkeuren...)
Als je afbeeldingen wilt maken van onderdelen van de partituur (met of zonder de niet-afdrukbare objecten, zoals kaders, onzichtbare noten en de kleur van de noten, buiten het bereik van het instrument), zie: Afbeelding maken
*.svg
)Scalable Vector Graphics (SVG) kan geopend worden door de meeste browsers (behalve Internet Explorer, ouder dan versie 9) en de meeste vector-gebaseerde grafische software.
De meeste SVG software ondersteunt evenwel geen opgeslagen lettertypen met als gevolg dat, voor een correcte weergave, de gebruikte MuseScore lettertypen eerst moeten worden geïnstalleerd .
*.wav
)WAV (Waveform Audio Format) is een ongecomprimeerd geluid formaat.
Het werd ontwikkeld door Microsoft en IBM en wordt breed ondersteund voor Windows, Mac OS en Linux.
Het is een ideaal formaat om te gebruiken bij het maken van cd's waarbij de geluidskwaliteit behouden blijft. Echter, deze grote bestanden maken het moeilijk om te delen via e-mail of het web.
*.flac
)Free Lossless Audio Codec (FLAC) is een gecomprimeerd geluid formaat.
FLAC-bestanden zijn maar ongeveer half zo groot met vergelijkbare kwaliteit. Windows en Mac OS hebben geen ingebouwde ondersteuning voor FLAC, maar software zoals VLC media player kan FLAC bestanden lezen op de deze besturingssystemen.
*.ogg
)Ogg Vorbis is bedoeld als een patent-vrije vervanging voor het populaire MP3 audio-formaat. Net zoals MP3 bestanden, zijn Ogg Vorbis bestanden relatief klein (soms maar 10% van de ongecomprimeerde audio) maar enige geluidskwaliteit gaat verloren.
Windows en Mac OS hebben geen ingebouwde ondersteuning voor Ogg Vorbis, maar software zoals VLC media player enFirefox kunnen Ogg bestanden lezen op deze besturingssystemen.
*.mp3
)MP3 bestanden zijn relatief klein (soms maar 10% van de ongecomprimeerde audio), maar een deel van de kwaliteit gaat verloren.
Om MP3 bestanden te kunnen maken moet een bibliotheek op de computer worden geïnstalleerd: lame_enc.dll (Windows) of libmp3lame.dylib (Mac). MuseScore zal je naar de locatie van deze bibliotheken vragen. Op deze website kun je ze vinden: http://lame.buanzo.org/.
Sommige Mac-gebruikers krijgen een foutmelding bij het laden van de MP3 bibliotheken.
Dit probleem kan worden veroorzaakt doordat je een "32-bit bibliotheek" gebruikt. Een "64-bit bibliotheek" die kan samenwerken met MuseScore is beschikbaar op: http://www.thalictrum.com/en/products/lame.html (het is noodzakelijk om het bestand te hernoemen naar: libmp3lame.dylib zodat MuseScore het kan herkennen).
*.xml
)MusicXML is de universele standaard voor bladmuziek.
Dit is het aanbevolen formaat om bladmuziek te delen tussen uiteenlopende software, met inbegrip van Sibelius, Finale, en meer dan vele andere.
*.mxl
)Gecomprimeerde MusicXML maakt kleinere bestanden dan de gewone MusicXML.
Het is een recentere standaard en wordt niet altijd ondersteund door andere software.
*.mid
, *.midi
, *.kar
)Musical Instrument Digital Interface (MIDI) is een formaat dat ruim ondersteund wordt door "sequencers" en muziek notatie software.
MIDI-bestanden zijn gemaakt voor afspeel doeleinden en bevatten geen informatie over formatteren, voortekens, stemmen, versieringen, articulaties, herhalingen en andere zaken zoals deze.
Om bestanden tussen verschillende muziek notatie software te delen, is het eerder aanbevolen om MusicXML te gebruiken. Bent je alleen geïnteresseerd in afspelen, gebruik dan MIDI.
*.md
) (Alleen importeren)MuseData is een formaat ontwikkeld door Walter B. Hewlett. Hij begint in 1983 aan de voorbode van het delen onder verschillende muziek notatie software.
Het is sindsdien overschaduwd door MusicXML, maar enkele duizenden partituren in dit formaat zijn nog steeds online beschikbaar.
*.cap
, *.capx
) (Alleen importeren)CAP en CAPX bestanden zijn gemaakt door het muziek notatieprogramma, "Capella".
MuseScore importeert versie 2000 (3.0) of later vrij nauwkeurig (2.x werkt niet en het *.all
formaat van de versie 1.x wordt helemaal niet ondersteund.
*.bww
) (Alleen importeren)BWW bestanden worden aangemaakt met specifieke muziek notatie software, "Bagpipe Music Writer".
*.mgu
, *.sgu
) (Alleen importeren)BB bestanden worden gemaakt door de muziek software, "Band-in-a-Box".
De ondersteuning van MuseScore zit momenteel nog in een experimentele fase.
*.ove
) (Alleen importeren)OVE bestanden worden gemaakt door de muziek software "Overture".
Dit formaat is voornamelijk populair in Chinees-talige gebieden zoals China, Hong Kong en Taiwan.
De ondersteuning van MuseScore zit momenteel nog in een experimentele fase.
*.GTP
, *.GP3
, *.GP4
, *.GP5
, *.GPX
) (Alleen importeren)Als voorbeeld gaan we een F akkoord maken, stel eerst deze configuratie in door te klikken op de gewenste plaatsen (zorg ook dat het aantal snaren op 6 staat ingesteld onderaan in het venster)
Druk op de Shift en dan klik op de eerste fret van de 6e snaar zoals hier te zien is:
Eerste resultaat:
Uiteindelijk resultaat in de partituur voor het F akkoord:
Je kunt de dikte van de barrélijn naar wens instellen door te gaan naar Stijl → Algemeen... → Akkoordsymbolen, fretborddiagrammen → Barrélijndikte.
Merk op dat het principe is hetzelfde als je een vier snaren barré (of andere) wilt hebben. In het geval van een A7 akkoord: Druk op Shift en klik dan op de 4e snaar, tweede fret. Dit resulteert in:
In klassieke en vingerstijl gitaar muziek is het gebruikelijk dat de noten in verschillende stemmen die op dezelfde tel vallen de nootkop delen. MuseScore staat het delen van nootkoppen standaard toe indien beide of geen van beide noten een kwartnoot of korter is en indien beide of geen van beide gepunteerd is—er is dan geen verdere aanpassen nodig:
In de gevallen dat één van de noten en de ander niet gepunteerd is en/of langer is dan een kwartnoot (bv. gepunteerde achtste noot, gepunteerde kwartnoot, halve noot, gepunteerde halve noot, etc), dan verschuift MuseScore de twee noten:
Dit verschuiven kan eenvoudig worden voorkomen door de kleinste-waarde nootkop onzichtbaar te maken door deze te selecteren en dan de toetsenbord snelkoppeling V te gebruiken of door de "Zichtbaar" optie in het Instellingenoverzicht uit te zetten of door het nootkop type gelijk te maken aan die van de langste noot (in het "Noot" gedeelte van het Instellingenoverzicht wijzig "Koptype" van "Auto" in "Halve").
Gedeelde nootkoppen in een gewone notenbalk worden omgezet naar twee gescheiden noten in een gekoppelde tablatuur notenbalk. Om dit te corrigeren verberg je één van de noten in de tablatuur notenbalk met de toetsenbord snelkoppeling V of met de "Zichtbaar" optie in het Instellingenoverzicht.
Er zijn een aantal gereedschappen ontwikkelt. Deze kunnen worden gevonden in het menu Bewerken → Gereedschappen
Dit gereedschap voegt automatisch regelafbrekingen toe of verwijdert deze:
Dit commando werkt op een selectie van maten of, indien er geen maten zijn geselecteerd, op de gehele partituur.
Bewerken → Gereedschappen → Voeg toe/verwijderen regelafbrekingen
Druk op OK om het commando uit te voeren.
Met deze commando's kun je de inhoud van een notenbalk met een serie van akkoord omzetten in individuele melodie lijnen op verschillende notenbalken of kun je meerdere notenbalken die individuele melodie lijnen bevatten samenvoegen tot een serie van akkoord in een enkele notenbalk.
Selecteer een bereik. De bovenste (of enige) notenbalk, hier genoemd de "bron notenbalk" dat de akkoorden bevat met meerdere noten. Voer nu Bewerken → Gereedschappen → Verdeel uit. De bovenste noot van ieder akkoord in de bron notenbalk blijft waar deze is en de andere stemmen worden verdeeld over de notenbalken onder de bron notenbalk, één noot per notenbalk.
Indien je selectie uit één enkele notenbalk bestaat, dan zal MuseScore zoveel notenbalken toevoegen als het nodig heeft voor het grootste akkoord. Als voorbeeld, indien het grootste akkoord uit vier noten bestaat, dan zal het verdelen vier notenbalken gebruiken. De bron notenbalk plus drie notenbalken eronder.
Echter, indien je selectie uit meerdere notenbalken bestaat, dan wordt de selectie zelf beschouwt als het bestemmingsgebied en de bovenste notenbalk wordt hierbij beschouwt als de bron notenbalk. MuseScore zal de laagste noot/noten negeren van ieder akkoord dat meer noten bevat dan het aantal notenbalken dat is in de selectie zit.
In beide gevallen zullen, als een akkoord minder noten bevat dan het aantal bestemmingsnotenbalken, de noten, waar nodig, worden gedupliceerd zodat iedere notenbalk een noot bevat.
Opmerking: indien het geselecteerde bereik een deel van een maat bevat, dan wordt deze stil verlengt tot de dichtstbijzijnde maat in beide richtingen. Het is momenteel niet mogelijk om een deel van een maat te verdelen.
Selecteer een bereik van maten over meerdere notenbalken die een gelijksoortig ritme bevat en voer dan Bewerken → Gereedschappen → Voeg samen uit. MuseScore zal de inhoud van de notenbalken samenvoegen in akkoorden in de bovenste notenbalk - het tegenovergestelde van verdelen. Er is een speciaal geval waarbij MuseScore, indien je een enkele notenbalk selecteert, in essentie hetzelfde doet maar dan wordt de inhoud van meerdere stemmen in die notenbalk omgezet naar akkoorden in stem één.
Dit commando vult de selectie met schuine strepen, één per tel. Voor iedere maat (of deel daarvan) in de selectie worden de schuine strepen toegevoegd aan de eerste lege stem die beschikbaar is. Indien alle vier de stemmen noten bevatten in een maat, dan wordt stem één gevuld met schuine strepen waarbij de bestaande noten worden overschreven. In stem één en twee worden de schuine strepen gecentreerd op de middelste lijn van de notenbalk. In stem drie en vier worden ze klein en boven of onder de notenbalk geplaatst. Alle schuine strepen zijn ingesteld om niet te transponeren of af te spelen.
Dit commando schakelt de geselecteerde noten om tussen normale noten en de ritmische schuine streep-notatie. Noten met schuine streep koppen, ingesteld om niet te transponeren of af te spelen. De noten in stem één en twee worden gefixeerd op de middelste lijn van de notenbalk.
De noten in stem drie en vier worden gefixeerd boven of onder de notenbalk en zijn ook klein gemarkeerd (ook bekent als "accent" notatie). Je kunt hierbij handig gebruik maken van het selectie filter om de stemmen één en twee uit te sluiten van je selectie voordat je dit commando uitvoert, zodat alleen de noten in de stemmen drie en vier worden veranderd.
In een percussie notenbalken worden de noten in stem drie en vier niet omgezet in kleine schuine strepen maar worden dit kleine noten boven of onder de notenbalk.
Dit commando herbepaalt de repetitietekens in het geselecteerde bereik:
MuseScore detecteert automatisch de reeks gebasseerd op het eerste repetitieteken in de selectie - alle markeringen in de selectie worden dan hierop aangepast.
De reeks kan zijn:
Het Hoofdpalet geeft je toegang tot alle mogelijk elementen die kunnen worden toegevoegd aan eigen paletten en, in het geval van Maatsoorten en Toonsoorten, kun je je eigen elementen maken.
Ga naar Weergave → Hoofdpalet of gebruik de snelkoppeling Shift+F9 (Mac: fn+Shift+F9).
Ga met de muis over een element en er wordt een tool tip weergegeven (een korte definitie in zwart op een gele achtergrond).
De Symbolen sectie is een uitgebreide collectie van honderen muziek symbolen en andere tekst naast die reeds gevonden kunnen worden in de standaard paletten. Je kunt door de collectie heen scrollen of zoeken naar een symbool door het invoeren van een (engelse) tekst in het zoek veld.
De beschikbare symbolen worden weergegeven voor de verschillende lettertype. Gebruik de Lettertype keuze lijst rechts onderaan in het venster om het gewenste lettertype te selecteren: Emmentaler, Gonville of Bravura.
Symbolen kunnen worden gebruikt door ze naar de partituur te slepen of door eerst een noot of rust te selecteren en dan te dubbelklikken op het symbool. De positie kan worden aangepast door het symbool te verslepen of door de horizontale/verticale correctie instelling aan te passen in het Instellingenoverzicht. De kleur en zichtbaarheid kan ook in het instellingenoverzicht worden aangepast.
MIDI import kan worden aangepast via het MIDI importeerpaneel dat verschijnt zodra .mid/.midi/.kar bestanden worden geopend in MuseScore. Met dit paneel krijg je meer controle over hoe de verschillende tracks moeten worden verwerkt en kunnen hier bewerkingen op worden uitgevoerd (zoals kwantisatie, punt/boog gebruik, etc.). De "Pas toe" knop (bovenaan) past de eventuele wijzigingen direct toe. De "Annuleer" knop annuleert de nog niet opgeslagen wijzigingen.
Gebruik Shift+scrollwiel of Ctrl+scrollwiel om horizontaal te scrollen door de track opties; scrol verticaal zonder deze toetsen te gebruiken.
Het resultaat zal een partituur op leveren van betere kwaliteit van het bestand.
Het MIDI importeerpaneel laat een lijst met tracks zien (alleen tracks met noten worden weergegeven) en de beschikbare opties voor iedere track.
Indien er meerdere tracks zijn, dan wordt er een extra track toegevoegd bovenaan de lijst om alle tracks in één keer te kunnen selecteren.
In het paneel kun je de track selecteren die je wilt importeren en de volgorde aanpassen. Ook wordt hier de algemene informatie weergegeven (geluid, notenbalknaam, en liedtekst - indien beschikbaar). De aanwezigheid van de liedtekst kolom wijst erop dat het bestand een liedtekst track bevat - deze is toewijsbaar aan verschillende tracks middels de beschikbare lijst door hierop te klikken.
Bewerkingen (aan de rechterkant) zijn beschikbaar als een paar: "naam" - "waarde". Iedere waarde kan worden aangepast en er kan op worden geklikt. Het kan een combo of checkbox (lijst met beschikbare keuzes) zijn. De beschikbare opties kunnen van track tot track verschillen, afhankelijk van het type track (gestemd of drum track).
Het MIDI importeerpaneel werkt de relevante informatie bij van het bestand dat wordt bekeken, indien je er meer dan één open hebt staan. Als het MIDI importeerpaneel niet langer nodig is, dan kan het worden gesloten door op de sluit knop te klikken in de hoek links boven. Het paneel kan weer zichtbaar worden gemaakt door op de knop "Laat MIDI-importeerpaneel zien" te klikken die te voorschijn komt zodra het paneel is gesloten.
Kwantificeert MIDI noten volgens een vast raster. De MAX resolutie voor het raster kan worden ingesteld via de beschikbare lijst:
importmidi_clef.cpp
). Deze optie is alleen beschikbaar voor niet-drum tracks.From version 2.1, you can enter notation using one of several new note input modes—in addition to the pre-existing Step-time and Re-pitch modes. These are accessed by clicking a small dropdown arrow next to the note entry button on the note input toolbar.
This is the method of note entry that MuseScore has had from the beginning. You enter notes in Step-time mode by choosing a duration using the mouse or keyboard, and then choosing a pitch using the mouse, keyboard, MIDI keyboard or virtual piano.
For details see Basic note entry.
Re-pitch mode allows you to correct the pitches of a sequence of notes while leaving their durations unchanged (not to be confused with Accidental: Respell pitches).
You can also use the Re-pitch function to create a new passage from an existing one of the same sequence of durations—by copying and pasting the latter, then applying Re-pitch.
Rhythm mode allows you to enter durations with a single keypress. Combining Rhythm and Re-pitch modes makes for a very efficient method of note entry.
The Real-time modes basically allow you to perform the piece on a MIDI keyboard (or MuseScore's virtual piano keyboard) and have the notation added for you. However, you should be aware of the following limitations which currently apply:
However, these restrictions mean that MuseScore has very little guessing to do when working out how your input should be notated, which helps to keep the Real-time modes accurate.
In the automatic version of Real-time input, you play at a fixed tempo indicated by a metronome click. You can adjust the tempo by changing the delay between clicks from the menu: Edit → Preferences... → Note Input (Mac: MuseScore → Preferences... → Note Input).
The score stops advancing as soon as you release the key. If you want the score to continue advancing (e.g. to allow you to enter rests) then you can use the Real-time Advance shortcut to start the metronome.
In the manual version of Real-time input, you have to indicate your input tempo by tapping on a key or pedal, but you can play at any speed you like and it doesn't have to be constant. The default key for setting the tempo (called "Real-time Advance") is Enter on the numeric keypad (Mac: fn+Return), but it is highly recommended that you change this to a MIDI key or MIDI pedal (see below).
The Real-time Advance shortcut is used to tap beats in manual Real-time mode, or to start the metronome clicks in automatic Real-time mode. It is called "Real-time Advance" because it causes the input position to more forward, or "advance", through the score.
The default key for Real-time Advance is Enter on the numeric keypad (Mac: fn+Return), but it is highly recommended that you assign this to a MIDI key or MIDI pedal via MuseScore's MIDI remote control. The MIDI remote control is available from the menu: Edit → Preferences... → Note Input (Mac: MuseScore → Preferences... → Note Input).
Alternatively, if you have a USB footswitch or computer pedal which can simulate keyboard keys, you could set it to simulate Enter on the numeric keypad.
Iedere instrument notenbalk in MuseScore heeft een aantal eigenschappen die kunnen worden aangepast. Iedere notenbalk behoort in één van deze drie groepen:
Een aantal eigenschappen zijn afhankelijk van de groep waar toe de notenbalk behoort. Met het Bewerk notenbalk-/partij-eigenschappen dialoog kun je de eigenschappen van de groep specifieke notenbalk zien en bewerken.
De notenbalk groep waartoe een notenbalk behoort is afhankelijk van het instrument. Iedere notenbalk kan een standaard notenbalk zijn maar alleen een notenbalk voor een percussie instrument kan een percussie notenbalk zijn (of worden) en alleen notenbalken van snaar instrumenten kunnen tablatuur notenbalken zijn (of worden).
Iedere partituur wordt initieel gemaakt met 17 voorgedefinieerde "sjablonen" (niet te verwarren met Sjablonen), één standaard, drie percussie en 13 tablatuur templates. Ieder sjabloon is bedoeld voor een specifiek gebruik dat algemeen of standaard genoeg is om er een sjabloon voor te maken. Ieder sjabloon kan worden aangepast (onafhankelijk voor iedere notenbalk in de partituur) en nieuwe sjablonen kunnen worden aangemaakt voor speciale wensen.
Het Bewerk notenbalk-/partij-eigenschappen dialoog kan worden geopend door met rechts te klikken op de naam van het instrument of op een leeg gedeelte in de notenbalk en dan te kiezen voor Notenbalk-eigenschappen...
Er zijn verschillende opties beschikbaar afhankelijk van de groep van de geselecteerde notenbalk: standaard, tablatuur of percussie. Een aantal opties zijn gemeenschappelijk voor alle notenbalken:
Door te klikken op de knop Geavanceerde stijl-eigenschappen... wordt een nieuw dialoog geopend met geavanceerde opties. Voor een standaard notenbalk ziet dit er als volgt uit:
Voor een percussie notenbalk ziet het er uit zoals dit:
En voor een tablatuur notenbalk ziet het er uit zoals dit:
en dit:
Er zijn ook een aantal knoppen beschikbaar:
Laat de lijst met beschikbare sjablonen zien in de partituur die kunnen worden toegepast op de huidige notenbalk.
Herstel alle notenbalk eigenschappen naar de eigenschappen van het gekozen sjabloon.
Voeg de huidige eigenschap instellingen toe aan een nieuw sjabloon (nog niet geïmplementeerd).
Sluit het dialoog en pas de wijzigingen toe.
Sluit het dialoog zonder de wijzigingen toe te passen.
Deze groep eigenschappen definiëren het uiterlijk van de fret markeringen.
Bepaal of snaar lijnen 'door' de fret markering lopen of daar moet worden onderbroken.
Voorbeeld met cijfers op onderbroken lijnen:
Voorbeeld met letters boven doorlopende lijnen:
Voorbeeld van een 'ondersteboven' tablatuur (zelfde inhoud als het cijfer voorbeeld hierboven):
Deze groep eigenschappen definiëren het uiterlijk van de nootwaarden.
Er worden symbolen in de vorm van noten weergegeven boven de notenbalk. Wanneer deze optie wordt gekozen, dan worden de symbolen alleen weergegeven wanneer de nootwaarde veranderd, zonder deze te herhalen (als standaard) voor de reeks van noten met dezelfde waarde.
Voorbeeld van waarden met nootsymbolen:
Noot stokken en waardestrepen (of vlaggen) worden weergegeven. De waarde wordt weergegeven voor iedere noot waarbij dezelfde typografische vormen worden gebruikt als bij een normale notenbalk. Alle commando's in het standaard Waardestreep Palet kunnen hierop ook worden toegepast.
Voorbeeld met waarde aangegeven door stokken:
Toont een kort stukje partituur in tablatuur formaat waarin alle huidige parameters zijn toegepast.
MuseScore 2.0 heeft verschillende nieuwe functies om de schrijfwijze van oude muziek (vooral middeleeuws en uit de renaissance) verwant aan commerciële edities uit de 20e eeuw mogelijk te maken.
Omdat de meeste muziek uit de renaissance geen maatstrepen gebruikt (danwel niet in maten verdeeld is), wordt met het verdelen van lange noten en het binden over de maatstrepen daarvan het uiterlijk van de partituur sterk veranderd. Het herkennen van de lange melodie lijnen en herhaalde motieven word daarmee lastig. Daarom bevat MuseScore een experimentele weergave mogelijkheid waarbij de nootwaarde in tact blijven. Deze methode kan worden geactiveerd door het aanzetten van deze optie in Partituur sectie van het Stijl dialoog, te vinden onder Stijl → Algemeen...
Na het toepassen zal de weergave direct worden aangepast.
Originele notatie (De Profundis Clamavi voor 4 stemmen door Nicolas Champion)
Voor de stijl aanpassing
Na de stijl aanpassing
Merk op dat deze mogelijkheid nog experimenteel is en daarom fouten kan bevatten. De langste noot waarde die word ondersteund is de longa (een longa met een punt word onderverdeeld en verbonden).
Om de maatstrepen te verwijderen kan de optie "Laat maatstrepen zien" in het notenbalk-eigenschappen dialoog worden uitgezet maar er is ook een andere mogelijkheid.
Omdat de afwezigheid van maatstrepen het uitvoeren van de muziek meer ingewikkeld maakt voor de huidige muzikanten hebben veel moderne muziekschrijvers een compromis gemaakt genaamd Mensurstrich. Hierbij worden maatstrepen tussen maar niet door de notenbalken geplaatst. Dit is nu ook mogelijk: dubbelklik op een maatstreep en sleep de onderkant naar de notenbalk onder de maatstreep, sleep nu de bovenkant naar de onderkant van de huidige notenbalk. Voer dit uit in de precisie mode (hou de Shift ingedrukt). De-selecteer de maatstreep en de wijziging wordt nu gedaan in de hele notenbalk.
Het is wellicht handiger om de Instellingen handmatig aan te passen. Open het Instellingen venster, druk op F8 en selecteer een maatstreep. De juiste waarden zijn:
Standaard | Mensurstrich | |
---|---|---|
Omspannen notenbalken | 1 | 2 |
Omspan vanaf | 0 | 8 |
Omspan tot | 8 | 0 |
Indien je aan het einde van de partituur of sectie de maatstrepen weer terug wilt zetten naar de standaard waarden, denk er dan aan om dit te doen terwijl je de Ctrl toets indrukt anders zal de gehele notenbalk worden aangepast.
Voordat het concept bestond van een absoluut gehoor moesten de uitvoerende artiesten de vocale muziek transponeren naar een zingbaar bereik voor het ensemble tijdens het uitvoeren. Om hen te helpen was er soms een ambitus opgenomen in de partituur die daarbij het gehele bereik van een stem aangaf aan het begin van een stuk. De ambitus is opgenomen in het lijnen palet en kan onderaan worden gevonden, sleep het van hier uit naar de sleutel. Het bereik wordt hierbij automatisch gedetecteerd.
De ambitus neemt alle maten van muziek in ogenschouw tot aan het eerst volgende sectie-einde, hierna kan een nieuwe ambitus worden toegevoegd. Het kan handmatig of automatisch worden aangepast in het Instellingenoverzicht. Selecteer eerst de ambitus die moet worden aangepast. Gebruik de bovenste en onderste noot waarden om het bereik in te stellen. Voor automatisch aanpassen klik je op de Bereik bijwerken knop in het Instellingenoverzicht.
In het mensurale notatie systeem geeft de maatsoort niet de lengte (duur) van een maat aan maar de lengte (duur) van brevis en semibrevis. MuseScore ondersteund de mensurale maatsoort symbolen als een weergave optie in het maatsoort-eigenschappen dialoog in plaats van symbolen maar deze zijn slechts voor de weergave van de verhouding van bijvoorbeeld het aantal halve noten per hele noot kan niet worden aangepast.
Deze symbolen kunnen worden gebruikt bij het repliceren van muziek waarbij de componisten uit de renaissance meerdere stemmen gelijktijdig in verschillende maatsoorten hebben geschreven zonder gebruik te maken van antimetrische figuren. Bewerk hiervoor de maatsoort per notenbalk, zolang het begin en het einde van een maat in alle notenbalken maar overeenkomen. Als dit niet lukt, overweeg dan om de grootte van de maat te vergroten naar de laagste gemeenschappelijke deler.
De Profundis Clamavi voor 5 stemmen door Josquin Des Prez
Als je een partituur hebt geschreven voor een ensemble, dan kan MuseScore de bladmuziek maken die alleen de individuele partij voor iedere muzikant in het ensemble bevat.
Je kunt de partijen op ieder gewenst moment definiëren na het maken van een nieuwe partituur. Je hoeft de partijen slechts één te definiëren voor iedere partituur, maar je kunt nog wel aanpassing maken indien nodig. De volgende instructies gebruiken een strijkkwartet als voorbeeld, maar het principe is van toepassing op alle ensembles.
Vanuit het hoofd menu kies je Bestand → Partijen...
In het Partijen venster klik je dan op Nieuw om een "partij definitie" te maken.
In het rechter deel voer je de tekst in die je wilt gebruiken als "Titel van de partij" (deze naam wordt ook gebruikt als bestandsnaam bij het exporteren van de partij).
Kies het instrument dat in deze partij moet worden weergegeven door het te markeren in het rechter deel van het venster onder Instrument. Meestal wil je dat er maar één instrument in een partij komt te staan maar soms wil je er meer dan één instrument in hebben (als er bijvoorbeeld meerdere percussie notenbalken zijn). In MuseScore kun je zoveel instrumenten markeren als je wilt.
Herhaal de stappen 2 tot en met 4 hierboven voor iedere partij die nodig is.
Zodra je klaar bent druk je op OK om het Partijen venster te verlaten.
Je bent nu klaar met het instellen van de partijen. Je hoeft dit niet nog een keer te doen, tenzij je een instrument wilt toevoegen of verwijderen uit de partituur. In de huidige versie van MuseScore is het niet mogelijk om een enkele notenbalk (die twee of meer stemmen bevat) te splitsen in losse partijen. Dus ieder instrument dat je wilt afdrukken in een aparte partij moet ook zijn eigen notenbalk hebben in de partituur.
Als je een orkest partituur hebt waarin voor ieder instrument een partij gemaakt moet worden dan kun je dit op een makkelijker manier doen:
Ga naar Bestand → Partijen...
Druk op de Allemaal nieuw knop (partijen krijgen de naam van het instrument en deze wordt, indien nodig, aangevuld "-<number>").
Druk op OK.
Nu is er een tabblad aangemaakt voor iedere partij in je partituur.
Ga naar Bestand → Exporteer partijen....
Navigeer naar de locatie waar je de partijen wilt opslaan en kies het bestandsformaat (standaard is dit PDF).
Als bestandsnaam kun je ieder gewenste voorvoegsel gebruiken dat wenselijk is voor alle partijen of je laat de standaard staan (de naam van je partituur).
Klik Opslaan.
Nu worden de bestanden aangemaakt met de naam "<titel>" + "-" + "<partij naam>.<extensie>". Als extra, bij het exporten naar PDF, wordt ook het bestand "<titel>" + "-Partituur_en_partijen.pdf" aangemaakt.
De partijen en de partituur zijn "gekoppeld". Dit betekent dat iedere aanpassing in de inhoud in beide wordt uitgevoerd. Alleen voor aanpassingen in de opmaak geldt dit niet. Zodra je de partijen hebt gemaakt worden ze opgeslagen samen met de partituur (zodra de partituur opent zijn er tabbladen beschikbaar voor de partituur en iedere partij die je hebt gemaakt).
Je kunt iedere partij afzonderlijk opslaan door de betreffende tabblad te selecteren en dan gebruik te maken van Bestand → Sla op als...
Verschillende meta labels worden automatisch gegenereerd bij het maken van een partituur en er kunnen er later meer worden toegevoegd. Deze kunnen worden gebruikt in de Kop-/voettekst van de partituur.
Bestand → Info... laat de waarde van de bestaande meta labels zien (sommige kunnen leeg zijn).
Iedere partituur heeft de volgende meta labels. Sommige worden automatisch gevuld bij het maken van een partituur met de volgende details:
De eerste drie items in de bovenstaande lijst kunnen niet worden gebruikt in de koptekst of voettekst (ze zijn eigenlijk geen meta labels).
Iedere partij heeft als extra de volgende meta label, gegenereerd en gevuld bij het maken van de partijen:
Om een meta label van een partituur aan te passen met gekoppelde partijen, moet je zorgen dat de partituur het actieve tabblad is. Om een meta label voor een individuele partij aan te passen, moet deze partij het actieve tabblad zijn.
Ga naar Bestand → Info... en wijzig de huidige tekst of vul tekst in bij een leeg label.
Om een meta label aan een partituur met gekoppelde partijen toe te voegen, moet je zorgen dat de partituur het actieve tabblad is. Om een meta label aan een individuele partij toe te voegen, moet deze partij het actieve tabblad zijn.
Ga naar Bestand → Info... → Nieuw
Vul de naam in voor de nieuwe meta label en klik OK (of Annuleren). De meta label wordt toegevoegd aan de label lijst. Je kunt daarna de inhoud bij de label invullen.
Je kunt de inhoud van de meta labels in de kop- of voettekst van de partituur laten weergeven. Om een kop- of voettekst te maken voor een partituur met gekoppelde partijen, moet je zorgen dat de partituur het actieve tabblad is. Om een kop- of voettekst te maken voor een individuele partij moet deze partij het actieve tabblad zijn.
Ga naar Stijl → Algemeen... om het Stijl bewerken venster te openen en kies Koptekst, voettekst, nummers in de lijst aan de linkerkant.
Als je met de muis over het koptekst of voettekst gebied beweegt dan kom een lijst met macro's te voorschijn met daarbij de betekenis en de bestaande meta labels met hun inhoud.
Je kunt deze labels (bv. $:workTitle:) en macro's (e.g. $M) in de betreffende vakken om ze toe te voegen aan de kop- of voettekst.
Klik op Toepassen om te zien hoe de kop- of voettekst eruit ziet in de partituur. Klik op OK om de kop- of voettekst vast te leggen in de huidige partituur of partij. Indien het actieve tabblad een partij is, dan kun je ook klikken op Pas toe op alle partijen als je dat wilt en daarna op OK om het venster te verlaten. Met de knop Annuleren verlaat je het venster zonder de wijzigingen toe te passen.
Plugins zijn stukjes programmacode om een bepaalde functie aan MuseScore toe te voegen. Met het toevoegen van een plugin komt er een nieuwe optie bij in het Plugins menu in MuseScore zodat de actie kan worden uitgevoerd op de partituur of een deel daar van. Plugins bieden de mogelijkheid aan de gebruikers met minimale programmeer kennis functies toe te voegen een de software.
Een aantal plugins worden met MuseScore meegeleverd, zie →hieronder. Je kunt nog veel meer plugins vinden in de plugin bibliotheek. Sommige plugins werken met MuseScore 2 en andere werken alleen met oudere versies van MuseScore.
Merk op dat het voor sommige plugins noodzakelijk kan zijn dat er additionele componenten geïnstalleerd moeten worden (zoals lettertype, e.d.) om er gebruik van te kunnen maken. Controleer de documentatie van de plugin voor meer informatie hierover.
De meeste plugins worden geleverd als een ZIP bestand, download het zip bestand voor de plugin en pak het uit in één van de mappen die hieronder genoemd worden.
Sommige worden geleverd als een .qml bestand, download en plaats het direct in één van deze mappen.
MuseScore zoekt naar plugins in %ProgramFiles%\MuseScore 2\Plugins
(of %ProgramFiles(x86)%\MuseScore 2\Plugins
voor de 64-bit versies) en in %LOCALAPPDATA%\MuseScore\MuseScore 2\plugins
voor Vista en Windows 7 of C:\Documents and Settings\USERNAME\Local Settings\Application Data\MuseScore\MuseScore 2\plugins
(aangepast aan je taal versie) bij XP.
Op Mac OX X zoekt MuseScore naar plugins in de MuseScore bundel in /Applications/MuseScore 2.app/Contents/Resources/plugins
en in ~/Library/Application Support/MuseScore/MuseScore 2/plugins
. Om de bestanden in de app bundel te kunnen plaatsen klik je met rechts (Control-klik) op de MuseScore.app en kies je "Show package contents" om de Contents
map weer te geven. Wees hierbij voorzichtig en gebruik de Contents/Resources/plugins
en niet de Contents/plugins
map.
In Linux zoekt MuseScore voor plugins in /usr/share/mscore-2.0/plugins
en in ~/.local/share/data/MuseScore/MuseScore 2/plugins.
Om toegang te krijgen tot de geïnstalleerde plugins in het Plugins menu moeten ze eerst aangezet worden in Plugin-beheer. Kies hiervoor Plugins → Plugin-beheer...:
Zet de plugin aan door het plaatsen van een vinkje voor de betreffende plugin. Een plugin kan worden uitgezet door het vinkje weg te halen.
Het is mogelijk om nieuwe plugins te maken, ze te bewerken en uit te voeren via de Plugin-maker. Kies hiervoor Plugins → Plugin-maker...:
Hier kan ook de documentatie worden gevonden van de beschikbare elementen.
Een aantal plugins zijn voor-geïnstalleerd met MuseScore maar ze zijn niet aangezet. Zie →hierboven hoe ze kunnen worden aangezet.
Deze plugin importeert ABC tekst uit een bestand of van het plakbord. Een internet verbinding is hierbij nodig omdat het gebruikt maakt van een externe web-service voor de conversie van de informatie die gebruik maakt van abc2xml om de ABC data om te zetten in MusicXML om die vervolgens in MuseScore te importeren.
Deze plugin voegt regelafbrekingen volgens de gekozen interval in voor de geselecteerde maten of, indien er geen maten zijn geselecteerd, voor de gehele partituur. Deze wordt niet langer met MuseScore meegeleverd want hij is vervangen door Bewerken → Gereedschappen → Voeg toe/Verwijder regelafbrekingen.... Mocht je gebruik hebben gemaakt van een beta versie van MuseScore 2 dan is het mogelijk dat deze plugin is achtergebleven.
Deze voorbeeld plugin kleurt de noten afhankelijk van de toonhoogte. Het kleur de nootkoppen van alle noten in iedere notenbalk en stem volgens de BoomWhackers conventie. Iedere toonhoogte heeft een andere kleur. C en C♯ hebben een andere kleur. C♯ en D♭ hebben dezelfde kleur.
Om alle noten zwart te maken voer je dezelfde plugin nogmaals uit (op dezelfde selectie). Je kunt hiervoor ook gebruik maken van de 'Remove Notes Color' plugin.
Deze voorbeeld plugin maakt een nieuwe partituur. Het maak een nieuwe piano partituur met 4 kwarten C D E F. Het is een goed voorbeeld om te leren hoe je een nieuwe partituur maakt en noten toevoegt vanuit een plugin.
Deze demo plugin laat een aantal basis taken zien.
Deze plugin benoemd de noten. Het gebruikt de Engelse naam voor de noten (zoals in notenbalk tekst). Voor stem 1 en 3 boven, voor stem 2 en 4 onder de notenbalk, akkoorden in door komma's gescheiden lijst, beginnend met de bovenste noot.
Een vertaalde versie, die de noot namen gebruikt volgens je eigen taal instellingen is beschikbaar in de plugin bibliotheek.
Deze plugin maakt een paneel (venster).
Dit maakt een willekeurig partituur.
Dit maakt ook een willekeurig partituur.
Deze voorbeeld plugin voert een extern commando uit. Deze werkt vermoedelijk alleen in Linux.
Deze test plugin wisselt in de partituur lijsten.
Voorbeeld plugin om het gebruik van partituur weergave te laten zien.
Deze test plugin "loopt" door alle elementen in een partituur.
Sommige gereedschappen werken net als een plugin omdat ze handelingen "automatisch" uitvoeren, zie Gereedschappen. Een aantal van deze zijn voorheen zelfs plugins geweest.
If MuseScore or your computer should crash, or if power is lost, a pop-up message upon restarting MuseScore will ask if you wish to restore the previous session.
If you click No, any work from your previous session will be lost. If you click Yes, MuseScore will attempt to recover the files that were open.
When MuseScore recovers files after a crash, it renames them with the full path name added in front of the original file name. This very long name will appear in the tab(s) above the active score window. On some operating systems, when a user saves any of these recovered files, it will be saved in the folder in which the program itself is running. This is not necessarily the same directory in which the scores were saved when they were created. You may not be able to locate the revised file in the usual folder.
To avoid this, do not use "Save" the first time you save a recovered file. Use the "Save As..." menu item before making any revisions to the score, to save each recovered file under either its original name or a new name. This will open a window to allow you to navigate to the correct folder and directory. This is important in order to ensure that the file is saved to the folder in which you expect to find it later.
In the event that "Save" is used instead of "Save As..." with a recovered file, you will have to find the files in your computer. The actual location of those files will vary, depending on your operating system, and in which directory MuseScore is installed.
For Windows 7, with a default installation of MuseScore to the x86 program files directory, recovered files are auto-saved to C:\Program Files (x86)\MuseScore 2\bin
(actually %ProgramFiles(x86)%\MuseScore 2\bin
).
For Windows 10, look in C:\Users\[User Name]\AppData\Local\VirtualStore\Program Files (x86)\MuseScore 2\bin
(actually%LOCALAPPDATA%\VirtualStore\%ProgramFiles(x86):~3%\MuseScore 2\bin
).
You may need to run a system-wide search in order to find files saved directly after a session recovery. Use keywords from the original file name as well as wildcards, and specify the date modified.
MuseScore wordt geleverd met ondersteuning voor de gratis "open source" NVDA screen reader voor Windows. Momenteel worden andere "screen readers" niet ondersteund (zoals Jaws voor Windows, of VoiceOver voor Mac OS X).
Dit document is geschreven voor blinde en slechtziende gebruikers van MuseScore 2.0.
Het is niet bedoeld om een volledige beschrijving te bieden van alle functies van MuseScore.
Je moet dit lezen in samenhang met de reguliere MuseScore documentatie.
De functies in dit document zijn getest op Windows met NVDA. Andere scherm lezers en andere besturingssystemen kunnen anders werken, of helemaal niet.
Tot op heden is MuseScore 2.0 voornamelijk toegankelijk als een partituur lezer, niet zozeer als een partituur bewerker. Dit document zal zich dan ook voornamelijk richten op de functies "partituur lezen", met slechts een korte beschrijving van de functies "partituur bewerken".
Wanneer u MuseScore voor de eerste keer uitvoert, kunt u desgewenst het venster Starthulpscherm permanent uitschakelen:
Sluit eerst het Starthulpscherm. Kies dan in het menu Bewerken het item Voorkeuren... (Alt+E) en verwijder het vinkje naast "Laat starthulpscherm".
Klik op Toepassen en/of OK om de wijziging op te slaan.
De gebruikersinterface in MuseScore werkt net als in andere notatie programma's en andere document georiënteerde programma's in het algemeen. Het heeft een enkel document venster waarin u kunt werken met een partituur. MuseScore ondersteunt wel meerdere document-tabbladen in dit venster.
Het ondersteunt ook een weergave in deelvensters om u toe te laten met twee documenten te werken in een keer. Er kunnen meerdere tabbladen in elk venster te voorkomen.
Daarnaast beschikt MuseScore over een menubalk die u kunt openen via de snelkoppelingen voor de individuele menu's:
Alleen het menu Bestand is van belang bij het gebruik van MuseScore als een "partituur lezer".
Als u een menu geopend hebt, moet u de pijltjestoetsen Omhoog of Omlaag gebruiken.
Er zijn ook een aantal werkbalken, paletten en deelvensters binnen MuseScore.
U kunt door de besturingselementen heen stappen met de Tab-toets (of met Shift+Tab om terug te keren).
Wanneer u MuseScore start, of een partituur laadt, moet de focus in het hoofdvenster staan. Het gebruik van de Tab-toets brengt u naar een werkbalk met een reeks knoppen voor opdrachten zoals Nieuw, Open, Afspelen, enzovoort. De Tab-toets zal de knoppen overslaan die momenteel niet actief zijn. De namen en sneltoetsen (indien van toepassing) voor deze knoppen moeten worden gelezen door de schermlezer.
Indien u alle knoppen van de werkbalk hebt doorlopen, zal de Tab-toets u naar de Paletten leiden.
Die worden gebruikt om diverse elementen aan een partituur toe te voegen, maar zijn momenteel niet beschikbaar. De Tab brengt u eerst naar een keuzelijst waarmee u tussen de verschillende werkruimten kunt kiezen (inclusief de door u vervaardigde en opgeslagen werkruimten) en ten slotten naar een knop voor het creëren van een nieuwe werkruimte.
Als u een van de optionele vensters, zoals het venster "Instellingenoverzicht" of het selectiefilter hebt geopend, zal de Tab-toets ook deze bezoeken.
U kunt vensters die u niet nodig hebt sluiten door te gaan naar het menu Weergave en ervoor te zorgen dat geen enkel van de selectievakjes van de eerste reeks aangevinkt is (de reeks boven "Inzoomen").
Standaard zullen alleen de Paletten, de Navigator en "MuseScore Connect" worden geselecteerd. De laatste twee zijn niet opgenomen in de tabvolgorde.
Om de focus terug op het partituur venster te zetten nadat u de werkbalken en de deelvensters hebt bezocht: druk Esc
Dit wist ook elke selectie die u in de partituur venster hebben gemaakt.
Wanneer u voor het eerst MuseScore 2.0 start, wordt een lege partituur geladen met de titel "My First Score". Als u wilt experimenteren met de verschillende bewerkingsfuncties, is dit een goede plek om te beginnen. Anders zul je waarschijnlijk willen beginnen met het laden van een partituur.
MuseScore gebruikt de standaard sneltoetsen voor toegan tot de systeem commando's zoals:
Ctrl+O (Mac: Cmd+O) om een bestand te openen
Ctrl+S (Mac: Cmd+S) om op te slaan
Ctrl+W (Mac: Cmd+W) om te sluiten enz.
Als u Ctrl+O (Mac: Cmd+O) gebruikt om een partituur te laden, wordt u een vrij standaard dialoogvenster getoond. (eigenlijk door Qt voorzien). MuseScore kan uiteraard partituren in zijn eigen formaat (MSCZ of MSCX) openen maar kan ook geïmporteerde partituren openen in het standaard MusicXML formaat, in het MIDI-formaat, en nog een paar andere programma's zoals Guitar Pro, Capella, en Band-in-a-Box.
Zodra u een partituur hebt geladen, wordt deze weergegeven in een nieuw tabblad binnen het partituur-venster. U kunt schakelen tussen de tabbladen inhet partituur-venster met Ctrl+Tab (geldt niet voor Mac).
Er zijn een paar interessante dingen die u kunt doen met een geladen partituur naast het lezen noot voor noot. U kunt op Spatie klikken om de partituur af te spelen. U kunt Bestand/Exporteren gebruiken om te converteren naar een ander formaat, zoals PDF, PNG, WAV, MP3, MIDI, MusicXML, enz. En natuurlijk kunt u het afdrukken via Bestand/Druk af of Ctrl+P (Mac: Cmd+P).
Als een partituur meerdere instrumenten bevat, kan het zijn dat gekoppelde partijen reeds zijn gecreëerd. Gekoppelde partijen worden gepresenteerd als partij tabbladen binnen partituur tabs, maar op dit moment is er geen manier om deze deel tabbladen met het toetsenbord navigeren. De partijen zouden normaal gesproken geen informatie bevatten welke verschilt van de partituur; ze worden gewoon anders weergegeven (elke partij op zijn eigen pagina). Als een partituur niet alle partijen gegenereerd, kunt u dit doen via Bestand / Partijen..., en dat dialoog is toegankelijk. Als u de partijen wilt af te drukken, dan kunt u dat realiseren door de partijen te exporteren met behulp van de het Bestand / Exporteer Partijen... dialoog, dat automatisch alle partijen exporteert naar PDF (of andere formaten).
Zodra een partituur word geopend dan is het partituur venster actief maar er is dan niets geselecteerd. De eerste stap om een partituur te kunnen lezen is door iets te selecteren en de meest gebruikelijke plaatst om bij te beginnen is bij het eerste element in de partituur. Dit doe je met Ctrl+Home (Mac: Cmd+Home). Dit kun je ook gebruiken wanneer je de selectie annuleert door het indrukken van Esc.
Als je navigeert tussen de elementen dan zal de screen reader de naam van het element dat geselecteerd is (meest waarschijnlijk de sleutel aan het begin van de bovenste notenbalk van de partituur) laten horen. Je hoort dat het de naam van het element zegt (bijvoorbeeld, "G-sleutel") en het geeft je ook de informatie over de positie (bijvoorbeeld, "Maat 1; Tel 1; Notenbalk 1"). De hoeveelheid informatie die wordt gelezen kan momenteel niet worden aangepast. We hebben geprobeerd de meest belangrijke informatie als eerste te laten horen zodat je snel kunt verder gaan naar het volgende element voordat alles gelezen is of je kunt gewoon weg de rest van de tekst die gelezen wordt negeren. Met het drukken de op Shift toets kun je het lezen onderbreken, dat kan soms ook handig zijn.
De meeste navigatie in MuseScore gaat alleen om de noten en rusten - het zal muzieksleutels, toonsoorten, maatsoorten, maatstrepen en andere elementen overslaan. Als je gebruik maakt van de standaard Rechts en Links pijltjes toetsen om door de partituur te verplaatsen dan hoor je alleen informatie over de noten en rusten (en de elementen die daar aan gekoppeld zijn). Er zijn echter twee speciale navigatie commando's die bruikbaar zijn om een meer compleet beeld te geven van de partituur:
Deze commando's omvatten ook de muzieksleutels en andere elementen die de andere navigatie commando's overslaan en navigeren ook door alle stemmen in de huidige notenbalk, waarbij de andere commando's zoals Rechts en Links alleen navigeren in de geselecteerde stem totdat je expliciet van stem wisselt. Als je bijvoorbeeld op een kwartnoot op de eerste tel van de eerste maar bent en er zijn twee stemmen in die maat, dan ga je door het indrukken van het pijltje naar Rechts naar de volgende noot van stem 1 - die op de tweede tel staat - terwijl het indrukken van Ctrl+Alt+Shift+Rechts (Mac: Cmd+Option+Shift+Rechts) in de eerste maat zal blijven en dan doorgaat met de noot van de tweede stem. Zodra je alle noten gehad hebt op de huidige tel in de huidige notenbalk dan gaat dit commando verder op de volgende tel. De bedoeling van dit commando is dat het je helpt bij het navigeren door een partituur waarvan je inhoud nog niet kent.
Zodra je naar een element navigeert, dan zal de screen reader de beschikbare informatie daarover geven. Voor noten en rusten wordt ook de informatie gegeven van de elementen die eraan gekoppeld zijn, zoals liedtekst, articulatie, akkoordsymbolen, etc. Op dit moment is er nog geen manier om direct naar deze elementen te navigeren.
Een belangrijke opmerking: Omhoog en Omlaag zowel los als met Shift of met Ctrl / Cmd zijn geen bruikbare toetsen voor het navigeren! Zij verhogen of verlagen de toonhoogte van de geselecteerde noot of noten. Pas op dat je hiermee niet per ongeluk de partituur aanpast wanneer je deze aan het lezen bent. Omhoog en Omlaag kunnen alleen worden gebruikt in combinatie met Alt/Option voor het navigeren. Zie de lijst met navigatie commodo's hieronder.
De volgende snelkoppeling zijn beschikbaar om "horizontaal" door de partituur te verplaatsen:
De volgende snelkoppelingen zijn beschikbaar om "verticaal" door de partituur te verplaatsen:
Het Alt+Omhoog and Alt+Omlaag commando zijn gelijk aan het Ctrl+Alt+Shift+Rechts en Ctrl+Alt+Shift+Links commando die ontworpen zijn om de inhoud van een partituur te ontdekken. Je hoeft het aantal noten in een akkoord, het aantal stemmen in een notenbalk of hoeveel notenbalken er zijn in een partituur niet te weten om verticaal door de partituur te verplaatsen met deze commando's.
Om sommige elementen zoals liedtekst of akkoordnamen uit te sluiten bij het lezen van een partituur kan gebruik worden gemaakt van het Selectie Filter (F6). De-selecteer de elementen die je niet wilt lezen.
Met de spatiebalk wordt het afspelen gestart en gestopt. Het afspelen start bij de geselecteerde noot, indien er één is geselecteerd, waar het afspelen is gestopt indien er geen noot is geselecteerd, of aan het begin van de partituur bij het voor eerste keer starten van het afspelen.
MuseScore ondersteund het afspelen in een lus zodat je een gedeelte kunt herhaling voor het oefenen. Om de "in" en "uit" positie van de lus in te stellen gebruik je het Afspeelpaneel (F11):
Je kunt het afpelen van de lus en andere afspeel parameters, zoals het wijzigen van het basis tempo van een partituur, met het Weergave / Afspeelpaneel (F11) aanpassen.
Het bewerken van een partituur is momenteel niet erg toegankelijk - er zijn teveel partituur elementen die het gebruik van de muis vereisen om ze in de partituur te plaatsen. Visuele referentie en het handmatig aanpassen van de positie van de verschillende elementen is soms noodzakelijk omdat MuseScore slechts gelimiteerd rekening houd met andere elementen.
Hier tegen over staat wel dat MuseScore een voldoende standaard platform beidt om te experimenteren met de basis van het invoeren van noten.
Om de noot invoer mode te activeren navigeer je eerst naar de maat waar je de noten aan wilt toevoegen en dan druk je op "N". Bijna alles met betrekking tot het invoeren van noten is ontworpen om met het toetsenbord te kunnen worden ingevoerd en de standaard documentatie zou voldoende hulp moeten bieden bij dit proces. Bedenk wel dat MuseScore in noot invoer mode of normale mode kan staan en het is niet altijd even duidelijk in welke mode je bent. Bij twijfel kun je Esc in drukken. Als de noot invoer mode actief was dan wordt deze uitgezet. Als je in normale mode was, dan blijf je in deze mode echter wordt je huidige selectie geannuleerd.
Je kunt de toegewezen toetsenbord sneltoetsen aanpassen met Bewerken / Voorkeuren / Sneltoetscombinaties. Wellicht dat er in de toekomst een speciale set met sneltoetsen beschikbaar komt die geoptimaliseerd is voor toegankelijkheid en/of een manier waar mee het opslaan en laden van sneltoets definities mogelijk wordt.
Kies: Bewerken → Voorkeuren... (Mac: MuseScore → Voorkeuren...):
Hier kun je bijvoorbeeld een eigen algemene stijl opzetten of voorgeselecteerde mappen instellen voor iedere keer dat je MuseScore gebruikt.
Het venster Voorkeuren heeft volgende tabs:
Voor sommige wijzigingen is een herstart (sluiten en weer openen) van MuseScore nodig om effect te hebben. Je krijgt hier een melding van zodra je op Toepassen of op OK klikt.
Herstel de standaardwaarden van alle voorkeuren herstelt alle voorkeuren zoals MuseScore ze oorspronkelijk heeft ingesteld.
Met Annuleren verlaat je het venster, zonder de (eventuele) wijzigingen op te slaan.
Hier kunt je het volgende instellen:
Opmerking: Een bijgewerkte vertaling kun je ook ophalen: Help → Databronnen-beheer
Hier kun je de achtergrond en het papier instellen en onder Allerlei:
Teken afronding met anti-aliasing:
Dit is een techniek waarbij het karteleffect van diagonale lijnen en hoeken van objecten minder opvalt.
Afstand voor het selecteren van elementen:
Dit is de afstand tot een object waarbij de muis het nog kan activeren.
Kleinere afstanden vergen meer precisie waardoor het moeilijker wordt om het object aan te klikken.
Grotere afstanden zijn minder precies waardoor het moeilijk wordt om een nabij gelegen object te ontwijken.
Kies een comfortabele afstand.
Hier kun je de voorkeuren instellen voor noteninvoer en MIDI afstandsbediening.
De volgende items kunnen worden ingesteld:
De voorkeuren bij de partituur zijn:
I/O staat voor Input en Output
Hier bepaal je hoe bestanden van andere bronnen worden geïmporteerd:
Deze instellingen bepalen hoe MuseScore bestanden exporteert:
Alle mogelijke bewerkingen van MuseScore zijn hier in een lijst weergegeven met de eraan verbonden sneltoetscombinatie indien die er is.
Met de knop Bepaal… kun je zelf een sneltoets instellen voor een bepaalde actie.
Je kunt tot 4 combinaties instellen.
Je kunt ook alle oorspronkelijk sneltoetscombinaties terugzetten of een bepaalde sneltoets wissen.
Opmerking: Sommige sneltoetscombinaties kunnen niet op ieder toetsenbord gebruikt worden. Test het eerst uit.
Je kunt de automatische controle voor een nieuwe versie bij het opstarten van MuseScore aan- of uitzetten.
Je kunt ook handmatig controleren op een nieuwe versie via: Help → Controleer op nieuwe versie
In piano partituren is het gebruikelijk om beide notenbalken (bas en viool sleutel) te gebruiken voor een muzikale frase.
Dit kan in MuseScore als volgt worden ingevoerd:
Voer alle noten in één notenbalk in:
Ctrl+Shift+↓ verplaatst de geselecteerde noot of akkoord naar de volgende notenbalk (Mac: ⌘+Shift+↓.)
Als je de waardestreep wilt verplaatsen, dubbelklik dan op de waardestreep om de handgrepen weer te geven. Gebruik de handgrepen om de opmaak aan te passen.
Voor een overzicht van de nieuwe mogelijkheden, zie What's New in MuseScore 2, MuseScore 2.0 Release Notes, MuseScore 2.0.1 Release Notes, MuseScore 2.0.2 is released, en Changes for MuseScore 2.0.
Documentatie van de nieuwe mogelijkheden is beschikbaar in het hoofdstuk waar ze logischerwijs bij horen (behalve die gaat over het bijwerken vanaf 1.x) maar voor gebruikers die vanaf versie 1.x komen is hier de lijst met links zodat je in één keer kunt zien wat er nu mogelijk is...
Download en installeer de laatste versie van de Nonexistant node nid: 27 pagina zoals beschreven bij Installatie. Indien je versie 1.x wilt verwijderen, kijk dan naar de installatie pagina van het 1.x handboek.
Het installeren van MuseScore 2 zal versie 1.x niet de-installeren—beide versie kunnen zonder problemen naast elkaar bestaan en zelf gelijktijdig worden gebruikt. Dus hiermee wordt het programma niet echt bijgewerkt maar wordt er een installatie van een nieuw en ander programma uitgevoerd.
MuseScore 2 heeft significante verbeteringen ondergaan om de kwaliteit van de partituur te verbeteren en deze makkelijk leesbaar te maken. Verbetering omvatten veel items zoals waardestrepen, stok hoogte, lay-out van voortekens in akkoorden en algehele noot spatiering. Hierdoor wordt de bladmuziek die gemaakt is met MuseScore 1.x iets anders weergegeven dan de bladmuziek die gemaakt is met versie 2.x.
Dit betekent ook dat een partituur die opgeslagen is met versie 2.x niet geopend kan worden in versie 1.x.
Om te voorkomen dat je per ongeluk je 1.x partituur overschrijft behandeld 2.x deze als geïmporteerd, wat betekent:
Indien je geen handmatige aanpassingen hebt gemaakt aan de opmaak van de 1.x partituur, dan wordt de versie 2.x type instellingen programmatuur gebruikt om de opmaak van de partituur op te maken. Als je de opmaak van de 1.x partituur wel hebt aangepast, dan zijn deze individuele aanpassing nog steeds aanwezig in MuseScore 2.x maar door kleine wijzigingen in de omliggende opmaak kunnen ze wellicht niet juist in de context worden geplaatst. Indien je ook de handmatige aanpassingen wilt herstellen met de 2.x type instellingen programmatuur door de gehele partituur, selecteer dan de gehele partituur met de snelkoppeling Ctrl+A (Mac: Cmd+A) en herstel de opmaak met Ctrl+R (Mac: Cmd+R).
Het geluid in 2.x is sterk verbeterd ten opzichte van 1.x maar wellicht gaat je voorkeur toch uit naar het geluid van MuseScore 1.x. In dat geval kun het 1.x geluid krijgen in 2.x door het 1.3 SoundFont te downloaden en deze toe te voegen in 2.x. Je kunt dit in doen met de volgende twee stappen:
Dit hoofdstuk beschrijft hoe je help kunt vinden voor het gebruik van MuseScore, de beste plekken om te kijken, de beste manier om een vraag te stellen in het forum en tips voor het rapporteren van een bug.
Heb je een vertaling om toe te voegen? Dat kan eenvoudig worden gedaan via het web, zoals uitgelegd in Development / Translating ...
Hier is de technische uitleg: Continuous translation for MuseScore 2.0
Voordat je de hulp vraag in het forum plaatst:
Bij het posten in de issue tracker (for established reports) of het forum (voor vragen/discussies):
Zorg voor zo veel mogelijk van de volgende informatie en limiteer ieder issue in één rapport:
Indien je niet instaat bent om het probleem te reproduceren met de stappen, dan is het vermoedelijk niet waard om het te rapporteren omdat de ontwikkelaars het dan ook niet kunnen reproduceren (en oplossen). Bedenk dat het doel van een goed bug rapport is dat je niet alleen het probleem laat zien maar ook aan anderen laat zien hoe je het kan reproduceren.
Recente versies van MuseScore hebben de optie om terug te gaan naar de standaard ingebouwde instellingen of "fabrieksinstellingen". Dit kan behulpzaam zijn als je instellingen corrupt zijn geraakt. Het is niet gebruikelijk dat dit gebeurt, dus het is verstandig eerst in de forums te controleren, want er kan mogelijk een manier zijn om je probleem op te lossen zonder alles te herstellen.
Waarschuwing: Terug gaan naar "fabriekinstellingen" verwijderen alle aanpassingen die je hebt gemaakt in de instellingen, paletten en venster instellingen.
Klik Openen om het Bladeren dialoog te sluiten en terug te keren naar het uitvoeren dialoog. De volgende tekst (of iets dat daarop lijkt) moet in het Uitvoeren dialoog staan:
"C:\Program Files\MuseScore2\bin\MuseScore.exe"
Voor 64-bit Windows, is de locatie
"C:\Program Files (x86)\MuseScore2\bin\MuseScore.exe"
Klik achter het tweede aanhalingsteken en voeg een spatie toe gevolgd door een koppelteken en een hoofdletter F: -F
Na een paar seconden moet MuseScore opstarten en zijn alle instellingen terug gezet naar "fabrieksinstellingen".
Voor gevorderde gebruikers, het bestand met de hoofd instellingen van MuseScore kan worden gevonden in:
De overige instellingen (paletten, sessie...) bevinden zich in:
Type (of kopieer/plak) het volgende commando in de terminal (inclusief de '/' aan het begin):
/Applications/MuseScore\ 2.app/Contents/MacOS/mscore -F
Dit herstelt alle MuseScore instellingen naar de fabriekinstellingen en start meteen de MuseScore applicatie. Je kunt nu het Terminal venster sluiten en verder gaan met MuseScore.
Voor gevorderde gebruikers, het bestand met de hoofd instellingen van MuseScore kan worden gevonden in ~/Library/Preferences/org.musescore.MuseScore2.plist.
De overige instellingen (paletten, sessie...) bevinden zich in ~/Library/Application\ Support/MuseScore/MuseScore2/.
Type (of kopieer/plak) het volgende commando in de terminal:
mscore -F
Dit herstelt alle MuseScore instellingen naar de fabriekinstellingen en start meteen de MuseScore applicatie. Je kunt nu het Terminal venster sluiten en verder gaan met MuseScore.
Voor gevorderde gebruikers, het bestand met de hoofd instellingen van MuseScore kan worden gevonden in ~/.config/MuseScore/MuseScore2.ini.
De overige instellingen (paletten, sessie...) bevinden zich in ~/.local/share/data/MuseScore/MuseScore2/.
Van de volgende software is het bekent dat MuseScore crasht bij het opstarten:
MuseScore heeft toegang tot internet nodig met AVG. MuseScore heeft geen toegang tot internet nodig om te werken, maar indien AVG het blokkeert dan hangt MuseScore.
Zodra AVG je bericht kies dan Toestaan voor alles MuseScore en vink de optie "Mijn antwoord als een permanente regel opslaan en de vraag in de toekomst niet meer stellen" aan.
Als je geen melding meer krijgt, doe dan het volgende:
Het kan voorkomen dat MuseScorte noten als vierkant laat zien wanneer sommige lettertype beschadigd zijn in Mac OX X.
Om dit probleem te verhelpen:
In dit forum artikel, meent een gebruiker gevonden te hebben dat het lettertype "Adobe Jenson Pro (ajenson)" dit probleem veroorzaakt, het maakt hierbij niet uit of deze als beschadigd of met een probleem wordt gerapporteerd. Het probleem is verholpen door dit lettertype te verwijderen. Controleer dit ook.
Als het standaard applicatie lettertype als vet is ingesteld, dan zal MuseScore the noten niet juist weergeven.
Om dit probleem te verhelpen:
Voor GNOME 2.*/MATE gebruikers:
Voor GNOME 3/SHELL gebruikers:
Een aantal gebruikers hebben gemeld dat het Sla op als dialoog leeg is in Debian 6.0 en Lubuntu 10.10.
Om dit te verhelpen:
Type het volgende in een terminal
which mscore
Dit commando laat de locatie van mscore zien. Bewerk dit met je favoriete tekst bewerker en voeg de volgende tekst aan het begin toe:
export QT_NO_GLIB=1
Start nu MuseScore en het probleem zou verholpen moeten zijn.
Ondanks het feit dat alle leden van het ontwikkelingsteam er alles aan gedaan hebben om de software eenvouding in gebruik en bug-vrij, zijn er toch een aantal bekende problemen en beperkingen in MuseScore 2.0.
'Sla selectie op...' is momenteel erg gelimiteerd. Indien de selectie geen muzieksleutel, maat- of toonsoort bevat dan zal de opgeslagen partituur een viool sleutel, in 4/4 maatsoort en in C majeur toonsoort zijn, waarbij alle toonhoogten bewaard blijven. Voortekens worden toegevoegd waar nodig en zelfs onregelmatige maten worden bewaard.
De lokale maatsoort functie, die je instaat stelt verschillende maatsoorten in verschillende notenbalken te hebben op hetzelfde moment is gelimiteerd. Je kunt alleen een lokale maatsoort toevoegen aan een maat die leeg is en alleen als er geen gekoppelde partijen zijn. Wanneer de noten worden toegevoegd aan de maat met de lokale maatsoort, dan kun je deze via de normale noot invoer mode invoeren echter kopie en plak werkt niet correct en kan resulteren in corruptie of zelfs crashes. De samenvoeg en splits commando's zijn uitgeschakeld voor maten met een lokale maatsoort.
Bij gekoppelde Standaard en Tablatuur notenbalken, moet bij het invoeren van akkoorden in de Standaard notenbalk van boven naar beneden worden gewerkt. Anders kunnen de automatische fretsymbolen die noot voor noot worden toegevoegd in de Tablatuur notenbalk een onverwacht resultaat opleveren (Opmerking: Dit geldt niet voor a) noot invoer direct in de Tablatuur notenbalk en b) noot invoer in de Standaard notenbalk die niet gekoppeld is aan een Tablatuur notenbalk).
Het wijzigen van een instrument wijzigt niet de transpositie, indien dit van toepassing is op het instrument. Indien dit nodig is, dan is het noodzakelijk om verschillende notenbalken te gebruiken en de 'Verberg lege notenbalk' optie te gebruiken.
Er is dus eigenlijk geen instrument wijziging, er is alleen een wijziging van het geluid. Het is niet alleen de transpositie die niet wordt meegenomen maar ook het bereik van het instrument en de naam van de partij blijven onveranderd.
Het maken van aanpassing in de waarden van de mixer markeert de partituur niet als aangepast. Dat betekent dat je bij het sluiten van de partituur geen melding krijgt of je de wijzigingen wilt opslaan of niet. Het wijzigingen van de mixer waarden kan ook niet ongedaan worden gemaakt.
Er is geen manier om de koptekst en voettekst in een WYSIWYG (Wat je ziet, Is wat je krijgt) manier. De velden in Koptekst, voettekst, nummers is gewone tekst. Ze kunnen "HTML achtige" syntaxis gebruiken, maar de tekst stijl, opmaak, etc. kan niet worden bewerkt met een WYSIWYG bewerker.
De meeste sneltoetscombinaties kunnen worden aangepast via Bewerken → Voorkeuren... → Sneltoetscombinaties tab (Mac: MuseScore → Voorkeuren... → Sneltoetscombinaties tab). Hieronder is een lijst met een aantal van de initieel ingestelde sneltoetscombinaties.
Begin van de partituur: Home
Laatste pagina van de partituur: End
Zoek (maatnummer, repetitieteken of pXX waar XX een pagina nummer is): Ctrl+F (Mac: ⌘+F)
Volgende partituur: Ctrl+Tab
Vorige partituur: Shift+Ctrl+Tab
Dichterbij bekijken: Ctrl++ (werkt niet op alle systemen) (Mac: ⌘l++) of Ctrl (Mac: ⌘) + scroll omhoog
Verderaf bekijken: Ctrl+- (Mac: ⌘+-) of Ctrl (Mac: ⌘) + scroll omlaag
Volgende pagina: Pg Dn of Shift + scroll omlaag
Vorige pagina: Pg Up of Shift + scroll omhoog
Volgende maat: Ctrl+→ (Mac: ⌘+→)
Vorige maat: Ctrl+← (Mac: ⌘+←)
Volgende noot: →
Vorige noot: ←
Noot eronder (binnen een akkoord of op onderliggende notenbalk): Alt+↓
Noot erboven (binnen een akkoord of bovenliggende notenbalk): Alt+↑
Bovenste noot in akkoord: Ctrl+Alt+↑ (Ubuntu gebruikt deze sneltoets voor Werkruimten)
Ondersta noot in akkoord: Ctrl+Alt+↓ (Ubuntu gebruikt deze sneltoets voor Werkruimten)
Begin noteninvoermodus: N
Verlaat noteninvoermodus: N of Esc
1 ... 9 kiest de duur/lengte. Zie ook Noteninvoer.
Halve duur van vorige noot: Q
Dubbele duur van vorige noot: W
Stem 1: Ctrl+I Ctrl+1 (Mac ⌘+I ⌘+1)
Stem 2: Ctrl+I Ctrl+2 (Mac ⌘+I ⌘+2)
Stem 3: Ctrl+I Ctrl+3 (Mac ⌘+I ⌘+3)
Stem 4: Ctrl+I Ctrl+4 (Mac ⌘+I ⌘+4)
De toonhoogte kan worden ingevoerd met hun letter (A-G) of via een MIDI toetsenbord. Zie Noteninvoer voor de volledige informatie.
Herhaal vorige noot of akkoord: R (de herhaalde noot of akkoord kan een andere duur/lengte hebben door eerste de duur te selecteren)
Herhaal selectie: R (De selectie wordt herhaald vanaf de eerste noot positie na het einde van de selectie)
Verhoog de toon met een octaaf: Ctrl+↑ (Mac: ⌘+↑)
Verlaag de toon met een octaaf: Ctrl+↓ (Mac: ⌘+↓)
Verhoog de toon met een halve toon (voorkeur voor kruis): ↑
Verlaag de toon met een halve toon (voorkeur voor mol): ↓
Verhoog de toon diatonisch: Alt+Shift+↑
Verlaag de toon diatonisch: Alt+Shift+↓
Wissel door de enharmonische noten: J
Rust: 0 (nul)
Voeg een interval toe boven de huidige noot: Alt+[Nummer]
Wissel richting (stok, legatoboog, overbinding, antimetrisch figuur haak, etc.): X
Spiegel nootkop: Shift+X
Staccato: Shift+S
Crescendo: <
Decrescendo: >
Notenbalk-tekst: Ctrl+T (Mac:⌘+T)
System-tekst: Ctrl+Shift+T (Mac: Ctrl+Shift+T)
Tempo tekst: Alt+T
Repetitieteken: Ctrl+M (Mac: ⌘+M)
Liedtekst invoeren voor een noot: Ctrl+L (Mac: ⌘+L)
Vorige liedtekst lettergreep: Shift+Spatie
Volgende liedtekst lettergreep: indien de huidige en volgende lettergrepen worden gescheiden door een '-': -, anders Spatie
Verplaatst liedtekst lettergreep naar links met 1sp: ←
Verplaatst liedtekst lettergreep naar rechts met 1sp: →
Verplaatst liedtekst lettergreep naar links met 0,1sp: Ctrl+← (Mac: ⌘+←)
Verplaatst liedtekst lettergreep naar rechts met 0,1sp: Ctrl+→ (Mac: ⌘+→)
Verplaatst liedtekst lettergreep naar links met 0,01sp: Alt+←
Verplaatst liedtekst lettergreep naar rechts met 0,01sp: Alt+→
Omhoog naar vorig couplet: Ctrl+↑ (Mac: ⌘+↑)
Omlaag naar volgend coulplet: Ctrl+↓ (Mac: ⌘+↓)
Voor meer liedtekst sneltoetsen zei Liedtekst.
Navigator: F12 (Mac: fn+F12)
Afspeelpaneel: F11 (Mac: fn+F11)
Mixer: F10 (Mac: fn+F10)
Paletten: F9 (Mac: fn+F9)
Instellingenoverzicht: F8 (Mac: fn+F8)
Pianoklavier: P
Je kunt MuseScore starten vanaf een opdracht regel door het typen van:
mscore [opties] [bestandsnaam] (Mac en Linux)
MuseScore.exe [opties] [bestandsnaam] (Windows)
[opties] en [bestandsnaam] zijn optioneel.
Zie ook Terug naar fabrieksinstellingen voor gedetailleerde instructies hoe en waar het programma gevonden en uitgevoerd kan worden vanaf de opdracht regel voor de verschillende ondersteunde platformen.
De volgende opties zijn beschikbaar:
De woordenlijst is een "werk in uitvoering", help hier aan mee als je kunt. Je kunt hier over discussiëren in het documentatie forum
De woordenlijst hieronder bevat regelmatige gebruikte termen in MuseScore en hun betekenis.