Toonsoort verschil
Beste forumleden,
ik heb al jaren een probleem met het bepalen van de toonsoort. Niet, dat ik niet weet hoe dat moet. Ik speel baritonsaxofoon (Es) en kies bij het maken van een partituur eerst voor "Houtblazers" en daarna voor Baritone-saxofoon". Via "Volgende" kom ik in het menu "Aanvullende partituurinformatie".
Het probleem ligt dan bij het kiezen van de "Toonsoort". Als ik niet actief kies, ga je voor C majeur. Na het invullen van de rest kies je voor "Klaar" en opent de partituur met 3 kruisen. Een medemuzikant speelt een "klarinet in bes" en krijgt 2 kruisen. Dat is op zijn zachtst gezegd vreemd.
Doe ik iets verkeerd, vergeet ik iets of is er iets mis met de programmering.
Ik zou graag willen weten of dit valt op te lossen (en velen misschien met mij).
Al vast bedankt voor de moeite.
Met vriendelijke groet,
John Rouwhorst
Comments
Hallo John,
Het kiezen van de toonsoort voor de partituur in de wizard is op basis van niet transponerende instrument. Instrumenten zoals piano, dwarsfluit.
Als je een muziekstuk maakt voor slechts 1 instrument dan kan dit inderdaad verwarrend zijn, maar het dialoog is gebaseerd op het feit dat er over het algemeen met meer instrumenten wordt gewerkt. Daarbij helpt MuseScore enorm door de juiste toonsoort voor ieder instrument te gebruiken.
Voor het bepalen van de te kiezen toonsoort voor een transponerend instrument zou je de kwintencirkel kunnen gebruiken. Zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kwintencirkel
C majeur is de toonsoort waarbij er geen kruizen of mollen nodig zijn voor een C (niet transponerend) instrument.
Als de klarinet in bes een C wil laten klinken, dan zal deze een genoteerde D moeten spelen op het instrument. Via de kwintencirkel kom je dan uit op de toonsoort met 2 kruizen, D majeur.
Als de baritonsax (een es instrument) een C wil laten klinken, dan zal deze een genoteerde A moeten spelen op het instrument. Via de kwintencirkel kom je dan uit op de toonsoort met 3 kruizen, A majeur.
Het gevolg is dat als deze instrumenten samen kunnen spelen, ieder in hun eigen toonsoort en toch dezelfde noot kunnen laten klinken.
Als je dit enige tijd gebruikt dan went het en zul je doorhebben dat het verschil tussen een C en Bes instrument in feite 2 kruizen is en tussen C en Es 3 kruizen. Afhankelijk van je uitgangspunt voeg je deze toe (vanuit het C instrument) of haal je ze weg (vanuit het transponerende instrument).
Een erg fijn hulpmiddel daarbij is dat MuseScore bij het kiezen van de toonsoort ook de kruizen/mollen laat zien. Je kunt dan, op basis van de getoonde voortekens, de juiste toonsoort selecteren.
Wil je een C majeur toonsoort (dus zonder mollen/kruizen) op de notenbalk van de baritonsax, dan kies je de toonsoort waarbij er 3 kruizen zichtbaar (voeg 3 kruizen toe aan de gewenste toonsoort/3 stappen "omhoog" t.o.v. de C majeur) zijn in het dialoog voor de nieuwe partituur. Wil je de toonsoort Bb majeur laten zien (2 mollen), dan kom je uit op G majeur (1 kruis),
Standaard laat MuseScore alle instrumenten zien met hun eigen toonsoort aan de balk. Je kunt, als je makkelijk notatie wilt kunnen invoeren zonder dat je gehinderd wordt door dit verschil, de optie Werkelijk toonhoogte aanvinken (onderaan het MuseScore venster). Dan wordt de partituur weergegeven zonder de transponerende toonsoorten. Een C in de notenbalk voor de piano, is een klinkende C in de notenbalk voor de klarinet en een klinkende C voor de baritonsax. Als je na het invoeren van de noten de optie werkelijke toonhoogte weer uitzet, dan zal MuseScore weer de eigen toonsoort voor ieder instrument laten zien en daarbij ook de noten aanpassen. In dat geval blijft de C voor de piano staan maar zal de C voor de klarinet een D worden en die van de baritonsax een A.
Hoop dat deze uitleg helpt.
O ja en mocht je toch niet de juiste keuze hebben gemaakt bij het opzetten van de partituur, dan kun deze gelukkig eenvoudig veranderen door de gewenste toonsoort vanuit het toonsoorten palet toe te voegen aan de partituur.
Groeten,
Henk
In reply to Hallo John, Het kiezen van… by Henk De Groot
Wat een verhaal. Mag ik ook een poging tot uitleg wagen?
Als je op een instrument gestemd in Es een genoteerde toonladder van C speelt, klinkt die als de toonladder van Es. Om een toonladder van C te kunnen spelen, moet je drie tonen verhogen: de es naar e, de as naar a en de bes naar b. Die drie verhogingen leveren drie kuisen op vooraan de balk. Met die drie kruisen vooraan speel je op een instrument is Es dus in de toonsoort C. Als je op een instrument in Bes een genoteerde toonladder van C speelt, klinkt die als de toonladder van Bes. Om in C te kunnen spelen, moet je twee tonen verhogen: de bes naar b en de es naar e. Die verhogingen leveren twee kruisen op vooraan de balk. Met die twee kruisen vooraan de balk speel je op een instrument in Bes dus ook in de toonsoort C en kun je samenspelen met het instrument in Es. Het verschil in voortekens wordt dus bepaald door de stemming van het instrument. Dit is algemene praktijk in de muzieknotatie. U doet dus niets verkeerd.